Voorpagina Ervaringen

Van de lapzwans en “die bloeme”

Het was gisteren een dag als alle andere dagen, met een enkel klein rafelrandje. Het begon zo mooi met een licht briesje en een warme zon laag boven de horizon. Zo rond kwart over zeven ’s ochtends kreeg ik een sms’je van een collega of ik niet wilde vergeten om de verwijzer voor een van onze kinderen mee te nemen.

Misschien vergt dit enige uitleg. In het werken met meervoudig beperkte kinderen is het belangrijk om de communicatie zoveel mogelijk aan te passen op hun niveau, en dit met zoveel mogelijke ondersteuning en verschillende manieren. Dit betekent dat, wanneer je een boodschap overbrengt aan een kind, je niet alleen gebruik maakt van gesproken taal, maar ook het kind aanspreekt op zijn of haar sterkste zintuigen: je kunt hierbij denken aan het gebruik van liedjes, gebarentaal, een foto van een object, of een verkleind/gesimplificeerd object dat verwijst naar een ander object, gebeurtenis of plaats. Bijvoorbeeld: een foto van een bordje met stukjes brood en een plastieken vork, zouden beiden verwijzen naar "eten." De vork in dit laatste voorbeeld noemen we een verwijzer – en bij het vergeten van de verwijzer voor de groep liep alles in de soep.

Om dit iets duidelijker te maken zal ik een stukje terug in de tijd moeten gaan. Reeds enige tijd zijn mijn collega’s en ik op zoek naar een verwijzer die onze groep moet symboliseren. We hadden besloten iets met bloemen te doen, omdat we een vrolijk stelletje hippie’s zijn en een dikke badstof bloem ons wel fleurig, fris en toepasselijk leek. Daarnaast is het wel handig omdat zo’n badstof bloem een hele specifieke vorm heeft en lekker aanvoelt (belangrijk voor de kinderen die per voorkeur op de tast leven). Echter, in de stroom van gebeurtenissen die op zo’n kinderdagcentrum aan je voorbij trekt, was het geen van ons drieën gelukt om een goede verwijzer te vinden. Het was nu echter noodzaak om zo snel mogelijk zo’n verwijzer te hebben omdat vier van onze liefste kinderen zullen doorstromen naar andere groepen en/of bijzonder onderwijs. Het eerste meisje zou al vrij snel loesoe gaan tot ons groot verdriet.

Laat dit nu net een meisje zijn dat heel erg op de tast leeft. En laat ik nu net praatjes hebben en tegen mijn collega zeggen: ‘span je kuif niet, ik zorg ervoor dat die verwijzer er op tijd ligt, geen probleem, doet ik, appeltje-eitje, jeweettoch?!’ Om vervolgens zo’n killerweek te hebben dat mijn hoofd er nog van tolt: van dagwerk naar avondwerk naar bed, naar dagwerk, naar debat, naar concert, naar dagwerk, naar cursus, naar dagcursus, naar avondwerk, naar dagcursus, naar avondwerk…

Alhamdulillah dat ik werk heb, en een sociaal leven, en een agenda en nog een agenda, en allemaal losse briefjes met afspraken in me pocket – maar getverdepielekus, ik raak zo de draad kwijt dat ik af een toe mijn hoofd moet ophalen bij groentevrouw Hatice omdat ik ‘m bij de mango’s heb laten liggen.

Om een kort verhaal lang te maken: om kwart over zeven ’s ochtends kwam deze lapzwans tot de ontdekking dat ie de bloemen vergeten was. AAAAaaaarghh!

Eerst mijn collega bellen: we moeten hem vandaag hebben, zegt ze, geen genade – zweten zal ik, hetzij van inspanning, hetzij van schuldgevoel. Vandaag is ons meiskes eerste dag dat ze gaat wennen op de andere groep. Om verwarring te voorkomen hebben we echt een verwijzer nodig die onze groep als het ware symboliseert. We hebben ook een liedje voor haar gefikst, om haar voor te bereiden op haar vertrek. Mijn collega kan niet helpen, die staat in de file vanuit Alkmaar. Hel en donder, vuur en vlammen! Wie dan? Ik kan niet zelf weg, ik moet de kinderen opvangen. Erm, ik bel een lieve zuster aka dope vrouw die vast kan helpen, die helpt altijd, staat altijd voor me klaar, geen problemen, hatsjikidee! Oh. Die sliep pas om half vier, omdat ze iemand anders aan het helpen was met schoolwerk! Durf ik… durf ik het… durf ik het toch te vragen? Ja. Schaamteloos, deze lapzwans.

Dus, ze staat op, slap van de slaap, 1 been in een schoen, 1 hand met ontbijt-op-de-loop, gaat onderweg. Ondertussen krijg ik een lumineus idee dat de Etos op Zuid al om acht uur open is en dat ze vast wel iets van de bloemachtige, voelgrage dingen verkopen. Ik rof de metro uit, ritsel die kant op en vind twee van die briljante fluoriserend roze pufsponzen. Boeyakashaa! (En ik vergeet van de adrenaline bijna mijn barmhartige samaritaan te bellen dat ze niet meer voor me op pad hoeft!)

Op de groep aangekomen zie ik mijn collega – ze is aanvankelijk niet zo enthousiast over mijn improv.vondst maar na een tijdje ziet ze het nut (en de grap) er wel van in. Het pufsponsje voelt goed aan, is felroze en dus goed zichtbaar en heeft in de verste verte wel wat weg van een soort van radioactieve/twilightzone-achtige bloem. En dan komt die realisatie: ons meiske gaat vandaag wennen aan de andere groep. Ze gaat weg, onze vrolijke knuffelkoningin gaat weg, de beste grimlachert van de hele wereld stroomt door. Niet meer elke dag knuffelen terwijl ze happen uit mijn rooie baard neemt en stiekem een soort van beavis ’n buttheadlach laat horen. Nooit meer dubbel van het kietelen, of dat pesterige lachje als ze al je bellenblaasbellen doorprikt, (want hoe weinig ze ook schijnt te zien, die bubbels weet ze feilloos lek te prikken). Niet meer over haar heen struikelen als ze puur op tast en geluid van de ene kant van de groep naar de andere kant kan rollen om je effe aan je broekspijp te trekken. Ik ga haar echt kapotmissen, zelfs al is die nieuwe groep gewoon supergoed voor haar ontwikkeling (en ook lekker gezellig en bijna zo lawaaiig als de onze) en helemaal niet zo ver weg.

Anyhoe: bedank vor die bloeme, Ms P., al die glim/grim/schaterlachen die je in je jaren op de groep hebt gebracht. Echt wel dat we je stiekem gaan opzoeken voor massive knuffelpartijen!

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van