Voorpagina Islam, Spiritualiteit

Een droom of werkelijkheid?

De gedachte dat de mens ooit de stratosfeer zou kunnen passeren was 100 jaar geleden niet meer dan een illusie. Dat de ontwikkeling op wetenschappelijk gebied zo een vaart zou nemen laat maar weer eens zien dat de concurrentiestrijd hevig is tussen het menselijke brein en de goddelijke superintelligentie. De gelovigen beweren te allen tijde dat de wetenschap Gods Alwetendheid nooit zal kunnen evenaren en zijn gerustgesteld met de gedachte dat ‘de sprintafstand’ tussen God en Zijn schepping onoverbrugbaar is en zal blijven. Hoe kan een schepping Zijn Schepper overtreffen? Dat de mens behoort tot de ‘Ashraf-ul-Makhluqaat’ (meest superieure schepping) wil niet zeggen dat hij ooit een potentiële bedreiging zal vormen voor de Schepper. Het feit blijft dat de schepping ondergeschikt is aan de Schepper.

Van oudsher is de metafysica een geduchte concurrent van de wetenschap. Beide strijden om de overtuiging. Wie meer aanhangers heeft blijft een onbekend statistisch gegeven. Volgers van de wetenschap zijn meestal epistemologisch van aard; wat je oog ziet, is wat er is. Terwijl volgelingen van de metafysica een meer transcendentale ervaring delen; wat je hart ziet is, wat er is. Wat ook gebeurt, is dat enkele personen het metafysische met het wetenschappelijke trachten te verenigen. Men denke aan bijvoorbeeld dr. Maurice Bucaille, die met zijn boek ‘The Bible, The Quran and Science’  probeerde om de Koran vanuit een wetenschappelijke manier te benaderen.

Het bovenstaande is goed genoeg voor de inleiding van een zeer interessant thema binnen de Islam; de Miraj (de opstijging naar de Hemelen) en de Isra (de nachtelijke reis). Umar schreef hier zondag al over. Ik wil nu ingaan op een punt waar in de reacties over gediscussieerd werd. Was de hemelvaartstocht van de profeet Mohammad (saw) een fysieke reis of slechts een spirituele droom?

In het Islamitische geloof zijn de Isra en Miraj twee delen van een reis die de Profeet (saw) in 1 nacht aflegde in het jaar 621. Isra is de miraculeuze reis van Mekka naar Jeruzalem. En Miraj is de opstijging van Jeruzalem naar de hemelen. Hij legde de reistocht af op een dierlijk voertuig genaamd Burraaq.

Binnen de Islam zijn er verschillende opvattingen of de hemelvaartstocht een gebeurtenis is in de reële wereld of een ervaring in een visionaire droom. De gelovige die de passages uit de Koran niet laat screenen door het wetenschappelijke oog, is ervan overtuigd dat de nachtelijke reis een fysieke reis was. Volgens hem heeft de profeet (saw) in levenden lijve een afstand van Mekka naar Jeruzalem (ong. 1300 km) afgelegd en van daaruit is hij opgestegen naar de zeven hemelen. Vervolgens steeg hij naar de Sidratul Muntaha (de Eindbestemming), een plek waar afscheid werd genomen van zijn reisgenoot, de engel Gabriel, wiens vleugels in rook zouden opgaan bij het passeren van deze dimensie. Van hieruit legt de profeet (saw) in zijn eentje zijn reis af tot hij komt bij de Troon van Allah (Al-Arsh-ul-Azam). De plek waar een conversatie plaatsvond tussen de Schepper en de Profeet (saw). Volgens islamitische filosofen wordt deze ruimte ook wel de onruimte (Laa Makaan) genoemd. Omdat God vrij is van enige fysieke beperking is Zijn bevinding in een plaats (met lengte, breedte en diepte) een tegenstrijdigheid op zich. Vandaar dat de profeet (saw) Hem ontmoette op een ‘plaats’ die onvoorstelbaar is voor het menselijk verstand.

Toch twijfelen er geleerden binnen de Islam of de profeet (saw) daadwerkelijk een reis had afgelegd. Zij gaan ervan uit dat de hele Miraj en Isra een visionaire droom was. Zij onderbouwen deze stelling door het volgende vers van de koran:

..” En Wij hebben het visioen dat Wij jou hebben laten zien alleen maar tot een verzoeking voor de mens gemaakt..” (17:60)

Daarnaast zijn er enkele overleveringen die de indruk doen wekken dat de hemelvaartstocht slechts een droom was. In Sahih-ul-Bukhari komt de volgende overlevering ter sprake:

“ Allah’s Apostle said, "O Moses! By Allah, I feel shy of returning too many times to my Lord." On that Gabriel said, "Descend in Allah’s Name." The Prophet then woke while he was in the Sacred Mosque (at Mecca)”

Latere grote Schriftgeleerden als Imam Al-Tabari en Imam Ibn-Kathir onderschrijven het feit dat de reis van de profeet geen droom maar een werkelijkheid was.

Zij geven aan dat als de hemelvaartstocht slechts een spirituele droom is waarom de Miraj dan een mirakel wordt genoemd? Zo kan iedereen toch een droom krijgen waar hij alle lagen van de hemelen passeert. Waar zou jouw spirituele droom zich onderscheiden van de droom van de profeet (saw). Immers, beide bevinden zich buiten de reële wereld. Daarnaast geeft het beginvers van de Koran zelf aan:

“ Geprezen zij Hij die Zijn dienaar bij nacht een reis liet maken van de heilige moskee naar de verste moskee..” (17:1)

Dit vers geeft aan dat deze buitengewoonlijke gebeurtenis plaats heeft gevonden door Gods onmetelijke kracht. De Schepper zelf is oneindig en overstijgt zowel tijd en ruimte, daarom gebruikt Hij ‘wetenschappelijke’ middelen om overweg te kunnen gaan met de mens. Dit omdat de mens inherent is aan lichamelijke beperkingen. Als God met de mens communiceert dan doet Hij dat op een niveau waar Hij te verstaan en te begrijpen is, terwijl in essentie Zijn communicatie niet voor het menselijke verstand vatbaar is. Hij conformeert zich op een wijze die wel vatbaar is voor de mens. De Koran zelf is hier een uitmuntend voorbeeld van.

Als God iemand de Tekenen van Zijn onmetelijke koninkrijk wil laten zien dan brengt Hij hem naar die plekken welke voor de mens observeerbaar zijn binnen de menselijke beperkte capaciteiten. De mens zal het universum niet zien hoe God het ziet. Het hiervoor genoemde vers vervolgt Allah zodoende als volgt:

“ ..waarvan Wij de omgeving gezegend hebben om hem iets van Onze Tekenen te tonen.” (17:1)

De reis in een kort nachtelijke tijd van Mekka naar Jeruzalem is een teken van God dat onmogelijk een droom kan zijn. Hetzelfde geldt voor de directe conversatie tussen de profeet (saw) en Allah (swt) in Arsh-ul-Azam. God is vrij van enige ruimtelijke beperking, maar Hij conformeert zich op een wijze aan de mens waarmee diegene zich toch kan focussen op God. Want hoe zou je je anders kunnen richten op een oneindig wezen dat overal is? Het volgende vers bevestigt dit ook maar eens:

“… Toen naderde hij, liet zich neder – op twee booglengten afstand of nog nader – en gaf Zijn dienaar die openbaring. Het hart loog niet over wat hij zag. Zullen jullie hem dan betwisten wat hij ziet?” (53:8-12)

Kortom bovenstaande verzen geven aan dat de profeet (saw) een fysieke reis maakte die een zwaar spirituele lading had.