Voorpagina Politiek

Tegen radicalisering of voor ‘liberale’ Islam

Met de ingang van het huidige kabinet lijkt het politieke toneel weer enigszins een stuk rustiger te zijn geworden. Na taferelen van het vorige kabinet met oorlogstaal, intrekken van paspoorten, ruzies en akkefietjes geldt nu weer het oeroude Hollandse poldermodel. Je zou denken dat in een tijd van (nu nog) economische stabiliteit, politieke rust en weinig zorgen, de politieke partijen die deel uit maken van het kabinet het goed zouden doen. Niets is minder waar. Waar de PvdA voor vreesde bij een kabinetsdeelname lijkt nu langzaam maar zeker ook werkelijkheid te worden. Uit een opiniepeiling van Maurice de Hond blijkt dat de PvdA momenteel op 20 zetels bungelt. Niet alleen is dit erg laag voor een partij als de PvdA, maar het geeft ook aan in wat voor toestand de partij verkeert.

De PvdA wordt al een lange tijd geplaagd door het getouwtrek van het linkse en rechtse kamp binnen de partij. De komst van het debat over de Islam heeft de partij ook niet veel goed gedaan, doordat het maar geen duidelijk standpunt heeft ingenomen. De PvdA lijkt hier nu langzaam op terug te komen en heeft afgelopen weekend een bijeenkomst gehouden met de Maleisische Farish Noor, naar eigen zeggen een socialistische moslim die zichzelf in het kamp van de liberale islam plaatst. Uitgenodigd door partijprominent Eddy Terstall, heeft hij samen met PvdA- kopstukken zoals Ahmed Aboutaleb, Ella Vogelaar en Ronald Plasterk besproken hoe je om moet gaan met de Islam in Nederland. Volgens hem moet de politiek zich juist wel bemoeien met religie en de liberale Islam steunen om radicalisme tegen te gaan.

Het standpunt wekt bij de een aversie op en is bij de ander juist verhelderend. Ik zet er echter wel mijn vraagtekens bij. Het feit dat Eddy Terstall deze man heeft uitgenodigd om als voorbeeld te fungeren is al een vraagteken, maar dat Farish Noor ook nog promoot voor politieke bemoeienis van religie is zorgelijk. Door zijn manier van spreken lijkt het alsof de meerderheid van de moslims een radicale Islam aanhangt, terwijl de meerderheid van de moslims goed weet te leven binnen de normen van de Nederlandse wet.

Bij mij rijst meteen de vraag die me al een lange tijd bezig houdt: Wat houdt die liberale Islam nou in? Wie plaats je in zo een kamp? En moet ik mezelf dan ook tot dat kamp rekenen, omdat ik iedereen respecteer en accepteer zoals die is en mijn ding blijf doen binnen de regels van de grondwet? Maar wat als ik mezelf helemaal niet in dat kamp wil plaatsen, me gewoon moslim wil noemen, het beu ben dat de politieke elite alleen maar over me praat en niet naar de gewone man luistert, maar naar randfiguren die niet meer met beide benen in de maatschappij staan en in hun eigen realiteit leven?

Het probleem is niet dat de politiek zich weinig bemoeit met religie, we leven tenslotte in een seculiere staat. Het probleem is dat de politiek zich er juist wel intensief mee bemoeit. Moslims voelen zich amper vertegenwoordigd door zogenaamde moslimvertegenwoordigers die op politiek niveau mee discussiëren over dit onderwerp, simpelweg omdat zij zich hier niet mee kunnen identificeren. De politiek moet iedereen tolereren, ongeacht religie, mits het binnen de regels van de Nederlandse grondwet blijft. Het beste is dan niet een ‘liberale islam’ te verdedigen, maar de Nederlandse grondwet. Die toetst tenslotte of bepaalde uitingen strafbaar zijn.

De problemen waar we tegenaan lopen in de maatschappij worden voornamelijk gevoed door maatschappelijke ontevredenheid en niet door oprukkend idealisme. De politiek moet begrijpen dat radicalisatie niet alleen komt door gekken van buitenaf, maar ook wordt gevoed door het politieke klimaat. Hoe wil je anders jongeren overhalen die het prima naar hun zin hebben? Als ze dan toch bezig zijn met bijeenkomsten om een standpunt in te nemen over een grote groep mensen, dan moeten ze naar die mensen toegaan waar het over gaat. Geen zogenaamde Islamitische koepelorganisaties, maar de moslimbevolking die zich niet in een hok wil plaatsen, rustig op weg is naar school of werk, de krant openslaat en zich onterecht aangesproken voelt voor daden en meningen waar ze zelf weinig mee te maken heeft.