Voorpagina Algemeen, Ervaringen

Marjolein Blijft Even Hier: “Alsof hij echt bij je hoort”

In het kader van haar opleiding en uit nieuwsgierigheid naar de Islam gaat Marjolein de komende vijf weken leven als een moslima. Zij wil ervaren hoe de samenleving op haar reageert wanneer zij lichaamsbedekkende kleding, zoals een hoofddoek, draagt.

“Hoe zit ‘ie?” vraag ik aan mijn huisgenoten. In onze keuken draai ik een rondje en pruts nog wat aan de speldjes. “Het staat je heel natuurlijk, alsof hij echt bij je hoort,” antwoordt de een. De ander knikt instemmend. In de spiegel kijk ik nog eens kritisch naar mezelf. Naar mijn hoofddoek, die ik vanavond draag tijdens een bioscoopafspraak. Hij zit inderdaad goed, een stuk beter en professioneler dan de vorige keer. Het valt mij op dat mijn ogen meer spreken nu ik mijn haren heb bedekt met een zwarte doek. De contouren van mijn gezicht zijn duidelijker zichtbaar. Mijn blik is sterker, krachtiger.

En met deze zelfverzekerde instelling trek ik de deur achter mij dicht en loop richting de bushalte. Regen klettert op het asfalt. Een voordeel: over doorweekte, natte haren hoef ik mij nu niet druk te maken. Veilig en wel stap ik uit op het Neude in Utrecht, waar ik met vriendin D. heb afgesproken. Ik vraag mij af of zij mij nu wel herkent. Op het plein wacht ik in het donker tot ik haar zie aan komen fietsen. Direct heeft vriendin D. mij in de gaten: er verschijnt een grote lach op haar gezicht. “Wat is je hoofd nu groot en rond!” roept ze. “En wat lijkt je gezicht wit!” Ja, vriendin D, dat laatste komt omdat de zon al een tijdje niet meer schijnt. Maar natuurlijk snap ik wel wat zij bedoelt. Ik zie eruit als een Nederlandse vrouw die een hoofddoek draagt. Dat is een tegenstrijdige combinatie, voor veel mensen. Dacht ik…

We lopen door de Voorstraat richting de bioscoop. Op straat staan veel Marokkaanse mannen, maar geen van hen lijkt aandacht voor mij te hebben. Geen tegenstrijdigheid. Een moslima valt hier niet op, en terecht. Zelf voel ik mij ook beheerst en rustig. Ik klets met vriendin D. over zaken waarover we het altijd hebben. Soms vergeet ik zelfs dat ik een hoofddoek draag. Volgens mij heb ik mijn nieuwe identiteit ontdekt.

“Een moslima valt hier niet op, en terecht.”

Nee, toch niet. Dat gevoel ebt weg bij het halen van de bioscoopkaartjes: “Heb jij een collegekaart?” vraagt de medewerkster. “Daarmee krijg je korting.” En terwijl ik de pas uit mijn portemonnee haal, realiseer ik mij dat er een foto op die kaart staat. Een foto van mij met mijn blonde haar. “Uuh..” stamel ik. “Dat ben ik gewoon, hoor… Maar ik draag nu een hoofddoek want…” Tijd om mijn zin af te maken krijg ik niet. Het interesseert de vrouw geen bal, het viel haar niet eens op. Zoals het niemand opvalt, op mijn naaste mensen na. Geen tegenstrijdigheid. Waarom doe ik dan zo moeilijk? Waarom blijf ik mezelf verontschuldigen?

Eenmaal in de bioscoopzaal voel ik mij weer helemaal ‘Marjolein’. Ik lach, schrik en schreeuw om de spannende film en ik gedraag mij zoals een Nederlandse moslima zich hoort te gedragen: als een vrouw die plezier heeft, ongeacht haar geloof. De tegenstrijdigheid van een Nederlandse moslima is helemaal niet waar. Dat ik bij de kaartverkoop even als een idioot stond te ratelen, komt misschien simpelweg omdat het dragen van een hoofddoek nieuw voor mij is. Voor mij, maar niet voor mijn omgeving. Hebben jullie een betere verklaring voor dat voorval?

Marjolein is moslima voor vijf weken, lees meer over haar avonturen op haar blog.

Marjolein de Wit studeert journalistiek in Utrecht. In het kader van haar opleiding en uit nieuwsgierigheid en belangstelling naar de Islam heeft ze vijf weken geleefd als een moslima. Zij wilde ervaren hoe de samenleving op haar reageert wanneer zij lichaamsbedekkende kleding, zoals een hoofddoek, draagt. Ook gaat zij in gesprek met moslims over hun geloof.

Lees andere stukken van Marjolein