Voldaan leunde ik achterover in de kussens, niets geeft zo een heerlijk gevoel als een volle maag na een dag vasten. De harira in mijn maag verspreidde een heerlijke warmte door mijn lichaam en een brede grijns verscheen op mijn gezicht. Nu nog alleen mijn voeten op de tafel leggen zoals ik thuis gewend was en ik zou zo wegdoezelen in mijn fantasiewereld waarin ik verkeer als ik op de bank lig te hangen. Maar mijn voeten hield ik echter stevig op de grond, want een meter verder zat mijn vader en voeten op de tafel leggen was iets dat je maar beter niet kon doen in de buurt van mijn vader, zoals nog zowat andere dingen.
Niet dat mijn vader nu zo streng is, maar sommige dingen deed je gewoon niet volgens hem.Nu zou ik daar met hem over in discussie kunnen gaan, maar dat heb ik al een hele tijd geleden afgeleerd, want dan kan ik net zo goed tegen een muur gaan praten.
Riffijnse koppigheid is daar de oorzaak van. Die verdomde riffijnse koppigheid, die elk gesprek doet ontaarden in een welles nietes discussie, omdat geen van beiden maar een krimp wil toegeven. Als wij Riffijnen ergens in uitblinken dan is het wel koppigheid. Wij zijn zondermeer wereldkampioen koppigheid. Soms fantaseer ik wel eens over wereldkampioenschappen in koppigheid. Voor Riffijnen zou dat altijd een gouden medaille zijn. Alleen wie zou de meest koppige riffijn zijn om af te vaardigen naar die wereldkampioenschappen? Want alle riffijn zullen koppig ontkennen ooit koppig te zijn: “Koppig? Koppigheid? Wij koppig? Wie zegt dat? Leugenaars! Lasteraars! Wij zijn nooit en te nimmer koppig!”
Verder zijn wij Riffijnen een praatgraag volk. Wij praten uren, dagen, maanden, jaren aan één stuk door over alles en niets. Praten is eigenlijk een verkeerd woord dat de lading niet dekt van wat er werkelijk gebeurt. Want hoe noem je een gesprek waarbij met armen wordt gezwaaid, vuisten opgeheven, men tijdens het gesprek opstaat, wegloopt en weer gaat zitten, men zichzelf in het gezicht slaat, de haren uittrekt, waar de stemvolumes variëren van een zwak gefluister tot een dreigend gebrul, koranverzen je om de oren vliegen, hadith aangehaald worden ter bevestiging van het eigen gelijk, gezworen wordt in Allah’s naam, de Profeet (vzmh) vernoemd wordt als ware hij ter plaatse aanwezig als getuige, de duivel vervloekt, eden worden verlangd en afgelegd, levensgeschiedenissen opgerateld, verhalen verteld, gelachen, gehuild en dat alles vaak tegelijk?
Theater niets meer of minder dan dat. Drama van de bovenste plank. Theater waarin men met een mediterraan gevoel voor dramatiek en een Machiavellistische sluwheid het eigen gelijk verdedigt. Want gelijk hebben wij altijd en feiten die het tegendeel bewijzen doen daar niets aan af. Sterker nog, die feiten bewijzen alleen maar hoe goed de tegenpartij kan liegen. Waarheid en leugen worden vermengd, zodat geen van beiden meer te achterhalen vallen en iedereen het grote gelijk kan claimen. Voeg daarbij de tijd toe en vetes worden over generaties uitgevochten zonder dat iemand nog weet waar het ook al weer over ging. Gestolen land? Water? Vee? Gebroken beloftes? Op een of andere wijze de eer gekrenkt? Allah mag het weten. Shakespear zelf zou het niet beter hebben kunnen verzinnen, al die vetes.
Ik genoot altijd van die theateropvoeringen (als toeschouwer wel te verstaan). Deelnemen? Ik zou niet durven. Afkeurende blikken zouden mij onmiddellijk het zwijgen opleggen. Niet zo gek als je je bedenkt dat men iemand pas als volwassen ziet wanneer de middelbare leeftijd bereikt is en gepraat wordt er alleen door volwassenen. Stilzwijgend toeschouwen is het devies. Kijk en leer, maar participeer nooit. Niet dat ik daar ooit om gerouwd heb. Niets leukers dan toekijken hoe volwassen elkaar verbaal te lijf gaan, althans in de setting van een Riffijnse praatsessie.
Hoe men verbaal schaak speelt. Zet gevolgd door tegenzet. Argumenteren alsof men schaakt, heb ik altijd een mooie vergelijking gevonden voor dit praatritueel. Verbaal doet men zijn zetten terwijl men tegelijk de sterkte van de tegenstander probeert te peilen. Hoe men zich verbaal in bochten en kronkels wringt om wat recht is krom te praten en wat krom is recht te praten. Geniaal soms hoe verzinsels en halve waarheden zonder blikken of blozen verkondigd en verdedigd worden als waarheid. Vals spelen is hier een spelregel en men is vrij alle emoties in de strijd te werpen wanneer men denkt dat nodig te hebben. Denk nu niet dat als één partij schaakmat is gezet het spel afgelopen is, het spel gaat gewoon door. Schaakmat betekent in dit spel gewoon een tijdelijke overwinning voor de één en een tijdelijke tegenslag voor de ander. Dit was geen schaakspel waarbij het spel in minuten werd gemeten maar meer in jaren, decennia en zelfs generaties.
Dus bleven mijn voeten waar ze waren en probeerde ik dan maar halfliggend weg te soezen, maar dat lukte niet zo erg. Uit gewoonte keek ik met halfgesloten ogen naar het beeld waar zoals gewoonlijke Al-Jazeera de ellende van de hele Arabische en de rest van de wereld de huiskamer in zond. Mijn ene oor werd gevuld door het geluid van de tv, weliswaar zachtjes maar toch hard genoeg om mijn wegdoezelen te verhinderen. Mijn andere oor ving het geklik van het gebedsnoer op dat door mijn vaders handen ging. Zo lag ik daar halfliggend, proberend weg te doezelen en zelfs het geluid van de tv en de kralen vielen langzaam weg. Totdat ik uit mijn sluimer wakker schrok door mijn vaders stem: “Wordt het niet eens tijd?” “Tijd voor wat”, vroeg ik argwanend, met al een angstig vermoeden naar wat het antwoord zou zijn op mijn wedervraag, maar toch vurig hopend dat ik er met mijn vermoeden naast zat.
Wordt vervolgd…
In het kader van ter leering ende vermaeck wil ik jullie nog eventjes wijzen op het volgende.
20 Reacties op "Gesprek tussen vader en zoon"
Om te trouwen? Raad ik..
Tja, zul je toch uit de kast moeten komen.
Mooi geschreven … de eigenschappen die je beschrijft komen mij bekend voor. Als hier in Slotervaart bij openbare bijeenkomsten iemand het woord neemt die dan eerst zijn hele jeugd doorneemt en daarna de koningshuizen in Marokko en Nederland, daarna de ontwikkeling van de Islam in Nederland om dan pas te komen op het eigenlijke onderwerp (bijvoorbeeld het vuil op straat) verbaas ik mij altijd zeer maar ik ben er zo langzamerhand aan gewend. Je hebt dit mooi in een cultureel kader geplaatst.
Herkenbaar… gelukkig niet zo erg als jij beschrijft :P maar al in kleine mate begin ik me er soms echt aan te irriteren.
Is het je ook opgevallen dat het meestal mannen zijn die dit doen? Vrouwen doen het amper.
“Stilzwijgend toeschouwen is het devies. Kijk en leer, maar participeer nooit.”
Tja… soms luister ik er gewoon niet meer naar. Dan moet je hopen dat jÃj de afstandsbediening hebt, zodat je je bezig kan houden met iets anders. Soms echt vermoeiend hoor, dan denk ik: gaaaan we weer… liever de afwas doen :P Maar idd ik meng me er nooit in, zou ik ook niet durven
Leuk geschreven, ben benieuwd naar deel 2.
Er is wel een medicijn daarvoor, volgens mij. Namelijk het toepassen van een stroomstootje. Even zo een stroomkabel erbij halen, in het stopcontact stoppen en uiteinden natuurlijk doornkippen en houdt constant je gesprekpartner in de gaten.. zie je een of andere manier van koppigheid dan even een stootje geven.. misschien is dat wel de remedie.. hahaha
Volgens het woordenboek betekent koppigheid: vasthoudend aan eigen wil of inzicht, halsstarrig, eigenzinnig……pfffff ga maar eens een discussie met de 1ste generatie vaders…oh met moeders neem ik altijd de hele geschiedenis door van tiferouine en issoufiyen….en heel marokko….best wel koppig want zo houd ik ook aan mijn eigen wil en inzicht en voor mij geldt respect voor de eerste generatie en door mijn koppigheid blijfikmarokkaaninnederland.nl
salaams mallouki
Nu begrijp ik waaom we je niet zo vaak zagen tijdens de Ramadaan :-)
@Je zusje
Was ie alleen afwezig tijdens de ramadan of meestal?
Mohammed,
Mooi geschreven weer en zeker herkenbaar. Op een paar punten na dan.
Niet hellemaal Riffiijnse stijl trouwens van je vader . Een Riffiijnse vader zou zoiets via zijn vrouw aan zijn zoon vragen. Nooit direct. (ten minst als de kern van de vraag het gene wat ik denk dat het is)
Ik neem aan dat je dezelfde tactiek als hierboven door jou is omschreven hebt toegepast om je zelf hieruit te redden. Je hebt immers al die jaren genoeg gekeken, geluisterd en geleerd hoe de meesters het spel spelden en de instrumenten hanteerden.
Deze vraag had je al zien aankomen denk ik. Dus ook genoeg tijd gehad om een geniaal excuus te bedenken.
Succes Mohammed. Ik hoor wel hoe het afgelopen is. Hopelijk binnenkort inshaa Allah onder het genot van een woestijnwhisky zoals jij zegt. Ik stel voor om het deze keer in voorschoten te doen.
gr.
Eens, klopt allemaal, er is echter 1 eigenschap wat ontbrak die hard maakt dat u een rifijn bent, “Dat doe ik niet” of anders gezegd “Aan mij kan het niet liggen” of zoals wij het in het berbers mooi zeggen “De kameel ziet alleen de bult van de kamelen in z’n omgeving ! nooit de zijne !”
Uw historische inbreng was stukken interessanter.
Overigens , dat verhaal van de voeten op tafel, kan je maar beter afleren ;-)
Grt,
he MOID
dat hoef je heus niet hard op te zegggen hoor, dat bewijst ook meteen dat je een ieshwayaghar bent!!
MIS :-)
leuk stukkie, maar erg afgeken van meester-columnist mohammed benzakour. zie op zijn site http://www.benzakour.eu het artikel ‘De Berber’ – alle elementen (zoals altijd gelijk hebben, koppigheid, schaakkampioen etc) komen al in zijn stuk terug.
Toch leuk geprobeerd door na-aper Boubkari.
Beste Rachid,
Ik zou mijzelf niet willen vergelijken met Benzakour, zijn stukken zijn veruit superieur aan wat ik maar ook kan verzinnen. Maar ik pleeg nooit plagiaat! Als ik iets overneem of iets gebruik van een ander dan vertel ik dat er eerlijk bij. Had ik iets van Benzakour overgenomen dan had ik dat vermeld maar ik tooi mij niet met andermans veren zelfs al zijn die veren vele male mooiere dan de mijne, ik hou het bij mijn eigen minder mooiere veren maar wel van eigen makkelij. Dit verhaal schreef ik twee jaar geleden als een stukje voor een vriendengroep. Wij hadden afgesproken dat ieder van ons een verhaal zou schrijven en dit was mijn bijdrage. Over koppigheid en al die andere zaken die ik beschreef die kan elke riffijn je vertellen daar hoef je geen stukken van Benzakour voor te lezen gewoon riffijn zijn is voldoende. Wat het schaak element in het verhaal betreft dat was één van de thema’s die moest doorklinken in elk van onze verhalen. Namelijk het spelen op meerdere velden tegelijk als symbool voor het leven in meerdere werelden tegelijk. Een ander element was 7 omdat we met z’m zevenen waren. Mocht je niet overtuigd zijn dan zou ik eens een vrijdagje langs komen Universiteit Leiden, Lipsius gebouw na het middaggebed mag je het aan henzelf vragen.
Met vriendelijke groeten,
Mohammed
Beste Zusje,
Dit gesprek vond plaats toen jij en de helft van de familie het nodig vonden eens een deel van de Ramadan in Marokko door te brengen. Dus waren vader en zoon alleen thuis en tja dan vinden en men moet dan toch ergens over praten ;).
Met vriendelijke groeten,
Mohammed
Beste Neef,
Woestijnwhisky is altijd zeer voorradig in huize Boubkari kom gerust langs ïŠ.
Met vriendelijke groeten,
Mohammed
hihhi leuk stukkie!ben benieuwd naar vervolg
’tijd om te bidden!!’ zou mijn vader zeggen:)
Mohammed,
Ik zit nog steeds met smart op het vervolg te wachten. Of ben je vergeten waar het over ging.