Voorpagina Ervaringen

Winterdip

Er zijn dagen, weken, maanden dat het voortreffelijk gaat en dat ik me als een vis in het water voel en het gevoel heb dat ik de hele wereld aankan met mijn blote handen. Alles gaat z’n gangetje. De bloemetjes ruiken op zijn lekkerst, de vogeltjes tjirpen op z’n vrolijkst. Ik kan zelfs in het diepste van mijn ziel de dhikr van Moeder natuur horen en voel me verenigd met de schoonheid van het leven. Jammer genoeg kun je dat gevoel niet altijd vasthouden.

Helaas zijn er ook momenten in je leven dat het minder voorspoedig gaat en dat je krijgt te maken met onverwachte situaties, dat er te veel druk achter je zit en je geen tijd hebt voor een adempauze. Het gaat een lange tijd mee. Steeds verdruk je de schreeuwende ziel die je smeekt om even alles los te laten en geen neurotische aanvallen meer te krijgen.

Enkele maanden terug kreeg ik een onverwachte klap te verduren waar ik toen naar mijn weten heel snel weer bovenop kwam. Ik liet er niets onder lijden. Mijn school en alle dingen eromheen. Gewoon doorgaan is het advies dat ik mezelf altijd meegeef. Na wat traantjes gelost te hebben, heb ik mezelf bemand en streng tegen mezelf gezegd dat tranen nooit een oplossing zijn.

Ik worstel met mijn tranen. ‘Doe niet zo gek, waar slaan die tranen nou op. Kap ermee!’, zeg ik tegen mezelf. Ik slik ze weg en probeer met beide benen stevig op de grond te staan. Tranen komen bij mij uit woede, maar tranen uit verdriet stop ik het liefst weg, terwijl ik weet dat ze later met horten en stoten nog sneller stromen dan ik lief heb.

Tranen zijn teder en een vorm van kwetsbaarheid. Ook in religieus opzicht reinigen tranen het hart. Niet voor niets zei Mevlana Rumi in een van zijn gedichten: ‘Wees stil, zeg geen woord, laat uw tranen alles zeggen.’ En hoewel ik daar diep bewust van ben, houd ik mijn tranen liever bij mezelf.

Het ging goed, erg goed met alles. Totdat alle dingen die op je pad komen, en waarvan je niet altijd even gelukkig bent dat ze zo verlopen, zich langzaam op beginnen te stapelen. De afspraken liepen mijn agenda uit, mijn inbox stond/staat helemaal vol, en het gevoel dat ik alleen maar aan het rennen, rennen en rennen ben naar een onbereikbare volgende halte mijlenver van mij vandaan begon me over te nemen.

Na een tijdje waren opmerkingen als "Wat zie je er moe uit” en “Voel je je wel lekker, je ziet zo bleekjes” doodnormaal geworden voor mij. Alles kropt zich op en ik begon mezelf langzaam maar zeker lusteloos te voelen. Zelfs iets leuks doen voelt als een ‘afspraak’ als mama weer begint te roepen wanneer ik nu eens thuis blijf en dat het huis geen hotel is waar je in en uit kunt lopen zonder verantwoordelijkheden.

Ik bleef mezelf voorhouden dat alles goed zou komen, terwijl mijn hart me juist het tegenovergestelde vertelde. Het lampje begon te branden in mijn hoofd en langzaam drong het pijnlijke besef door dat de winterblues de kop op beginnen te steken. Het weer is koud, grauw en grijs. Het gebrek aan de zon en zonlicht zorgen er extra voor dat het nog troebeler wordt in mijn brein.

De deadlines stapelen, stapelen en stapelen. De treinreizen worden een nieuwe vorm van slaap inhalen en doodmoe uit het raam naar de koeien in de wei staren. Ik leefde naar het einde van de periode en hield mezelf voor ‘Als deze periode voorbij is dan ga ik het er even van nemen’. Have a break! Take it easy…

Mijn sociale leven stond even stil. De tijd die ik voor mezelf had, ging ik het liefst lam op de bank liggen, totdat eindelijk de dag was bereikt voor mijn laatste deadline. Klaar, af, ingeleverd… maar opgelucht? Eerder ongemakkelijk. Waar is dat lekkere gevoel dat ik eraan over zou moeten houden?

Dat gevoel is er niet, omdat ik mezelf in die weken zo heb afgesloten dat ik me eenzame Remi alleen op de wereld voelde. Langzaam begon ik alles en iedereen om me heen te missen. En blijkbaar was het gemis wederzijds. “Suus, waar hang je uit? Wat doe je allemaal, ik voel me zo schuldig dat ik je niet heb gebeld. Morgen spreken we af.” Genoeg stof om over te praten en genoeg onzin om over te lachen. De grijze regenwolk wordt langzaam droog en begint steeds vager te worden.

Een sms van een andere vriendin waar ik toevallig aan zat te denken maakte mijn dag helemaal compleet: Allah swt houdt zielsveel van je. Inna ma’al usri yusra, na/met ongemak, komt gemak. De zon gaat snel schijnen, want jij bent het zonnetje!

En tijdens het schrijven van dit stuk rolt er ook een traan over mijn wang. Geen traan uit frustratie of woede, maar een traan zoals Mevlana het beschrijft: “Een traan om het hart mee te zuiveren.” Want zeg nou eerlijk… Na regen komt altijd zonneschijn.