Voorpagina Algemeen

Het Marokkaanse straattuig houdt onze buurten in gijzeling!

Geschreven door: Izz ad-Din Ruhulessin

De welwillende en hardwerkende buurtbewoner zucht onder het juk van de zandkleurige tirannen uit de Rif. Om het drama nog groter te maken, weigert de Marokkaanse gemeenschap structureel om publiekelijk afstand te nemen van de criminele en overlastgevende opgeschoren bontkraagjes die zij produceert. Dat komt door hun oriëntaalse schaamtecultuur, die ervoor zorgt een Marokkaan nooit publiekelijk zijn schuld toegeeft.  Tot zover de fabeltjes van Ahmed Marcouch, die hij aan ons vertelt in zijn opiniestuk “Het tuig gaat met de ramadan aan de haal”.

Terug naar de realiteit. Dit soort verhaaltjes doen het misschien goed bij de burgerlijke goegemeente die graag haar superioriteit ten opzichte van de Berberse Bergbarbaren wil bevestigen. Maar ze zijn lichtjaren verwijderd van wat er werkelijk aan de hand is.

Het in één adem noemen van criminaliteit en overlast is onjuist, en stigmatiserend. Criminaliteit is objectief vast te stellen en strafbaar, overlast is dat niet. Sommige mensen ervaren overlast als ze een vrouw met een hoofddoek zien. Of als mensen een taal praten die ze niet kunnen verstaan. Weer anderen ervaren overlast als dronken provinciejeugd een wedstrijdje “container omgooien” speelt. Het is beter om niet te pas en te onpas te strooien met dit begrip en je druk te maken over zaken die er werkelijk toe doen. En het zéker niet op één hoop gooien met criminaliteit.

Die vermeende criminaliteit is misschien zelfs wel net zo subjectief. Natuurlijk is criminaliteit in theorie een absoluut begrip (i.e. het plegen van strafbare feiten). Maar in de praktijk is criminaliteit voor sommigen al een Marokkaan die in een dure auto rijdt. Of een groep allochtonen van meer dan drie personen. Ook bij het begrip “criminaliteit” is het beter om wat minder in algemeenheden te spreken.

Na de zoveelste herhaling van het criminaliteit-en-overlast-cliché wekt Marcouch de indruk dat de buurtbewoners uit angst voor represailles geen aangifte doen. Dat is simpelweg niet waar. De werkelijke oorzaak ligt in het feit dat veel allochtonen (het gaat hier vaak om zwarte wijken) het gezag van de politie niet erkennen.

Negatieve ervaringen met de politie zijn voor allochtonen schering en inslag. Iedereen – zeker Marokkanen – heeft wel een vriend, familielid of kennis die bij de zoveelste razzia is aangehouden of voor de zoveelste keer is lastig gevallen door een uniform-met-een-pistool. Of is daar zelf slachtoffer van geweest. Met als enige reden: ethnic profiling. Dit maakt dat zelfs de meest wetsgetrouwe allochtonen vaak een hoge mate van antipathie tegen de politie hebben.

Marcouch gaat door te stellen dat de Marokkaanse gemeenschap publiekelijk afstand moet nemen van misstanden. Het was te verwachten. Marokkanen, moslims en allochtonen krijgen regelmatig het bevel ergens afstand van te nemen wanneer misstanden zich voordoen (reële of vermeende). Zelden stelt men de vraag: hebben zij geen betere dingen te doen? Wij leven niet om te dansen naar de pijpen van Marcouch en zijn broodheren; en op commando te laten zien hoe goed ingeburgerd we wel niet zijn.

Bovendien: waarom moet de – in dit geval – Marokkaanse gemeenschap afstand nemen van overlast en criminaliteit? En wat als zij dit weigert? Wat voor consequentie zit daaraan verbonden? Is het dan rechtvaardig dat Marokkanen worden beoordeeld op het gedrag van andere Marokkanen? Gaan we dan consistent zijn en Nederlanders beoordelen op het gedrag van andere Nederlanders? Of, om het lekker controversieel te maken, joden op het gedrag van andere joden? Gooi jezelf weg. Roep autochtonen op om allochtonen als individu te beoordelen, in plaats van op het wangedrag van andere allochtonen. Dát zet meer zoden aan de dijk.

Ten slotte ben ik er niet van gediend dat Ahmed Marcouch mij op mijn islamitische plichten wijst. Zou hij een imam of andere religieuze autoriteit zijn, dan had ik daar wellicht nog wat coulance voor gehad. Maar Marcouch is Kamerlid voor een seculiere partij, in een parlement van een onpartijdige staat. Bovendien heeft iemand die het dragen van een baard of hoofddoek – voor vele moslims erg belangrijk – bestempelt als “futiele zaken”, weinig geloofwaardigheid wanneer hij de mond vol heeft over islamitische plichten.

Het is jammer dat iemand als Marcouch, die in de perfecte positie is om bruggen te bouwen tussen verschillende bevolkingsgroepen, op zo’n harde manier Marokkanen en moslims in het algemeen schoffeert. Het is nu niet het tuig dat met de Ramadan aan de haal gaat, maar juist Ahmed Marcouch. Misschien blijkt er in de woorden “de échte kutmarokkaan draagt geen bontkraag, maar een stropdas” toch nog enige waarheid te zitten.

-Izz ad-Din Ruhulessin-

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie