Voorpagina Geschiedenis

Een pogrom in al-Andalus

Poem on the war with Yiddîr

I am, I answered, the David of my age!
He responded: Is Saul, too, with the prophets?
And I told him:
The heir of Merari, Sitri, and Assir,
Elkanah, Mishael, Elzaphan, and Assaf!
How could a poem
In my mouth be improper
to the God who heals my wound?

Shmu’el HaNagid, Hebreeuws voor Samuel de Prins of Abu Ishaq Isma’il bin Naghrillah: Vader van Izaak, Ismael de donkere in het Arabisch 993- 1056 A.D.

Al-Andalus, het Islamitische gedeelte van het Iberische schiereiland, wil door moslims nogal eens afgeschilderd worden als een tolerant en harmonieuze samenleving. Waarin onder verlicht moslimbestuur een klimaat van religieuze tolerantie en openheid ten aanzien van de twee andere monotheïstisch religies bestond, ongeëvenaard in de geschiedenis tot de moderne tijd. Dit beeld van al-Andalus spreekt niet alleen moslims aan, maar ook veel niet-moslims bezien de geschiedenis van al-Andalus in dat licht. Hoewel er veel voor te zeggen valt en het historisch zeker niet geheel bezijden de waarheid is, was de werkelijkheid in al-Andalus toch iets minder harmonieus dan velen denken. Lange periodes van tolerantie wisselden zich regelmatig af met korte periodes waarin die tolerantie niet of nauwelijks aanwezig was en men zelfs overging tot vervolging van joden, christenen en moslims die er een andere interpretatie van de islam op nahielden dan die door de machthebbers van dat moment werd gevolgd.

Dat al-Andalus door veel mensen toch gezien wordt als een baken van tolerantie in een zee van intolerantie komt doordat men het vergelijkt met de rest van Europa in die tijd. Die vergelijking wint al-Andalus met vlag en wimpel en men moet tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wachten voor er in een ander deel van Europa een vergelijkbaar klimaat aan tolerantie ontstond. Daarnaast bekijkt men de geschiedenis bewust of onbewust selectief. Men focust zich op het goede, het prachtige, het magnifieke en negeert de zwarte bladzijden. Dit idealiseren van het verleden is vaak een combinatie van een minderwaardigheidcomplex en onwetendheid en daarnaast ook een reactie op een deel van de westerse geschiedschrijving dat zich niet alleen beperkt tot een revisionistische geschiedschrijving van de islamitische geschiedenis, maar dat doet uit een anti-islam ideologie.

Een idealiserende, alles was toen goed kijk op de geschiedenis of een alles was fout, revisionistische anti-islam geschiedschrijving zijn twee kanten van dezelfde medaille, beiden historisch onjuist . De waarheid voorzover die te achterhalen valt ligt zoals zo vaak het geval is ergens in het midden en wat betreft al-Andalus dichter bij de idealiserende kijk op de geschiedenis dan bij de revisionistische anti-islam geschiedschrijving. Een zuiver objectieve geschiedschrijving is onmogelijk, omdat men als mens nooit zuiver objectief naar het verleden kan kijken maar men kan wel trachten zo zuiver mogelijk het verleden te begrijpen uitgaande van verifieerbare historische feiten, de menselijke conditie en het gezonde verstand, zodat men de valkuil van een al te gekleurde visie op het verleden vermijdt of op zijn minst probeert die te vermijden.

Dit stukje zal een poging zijn een zwarte bladzijde in de geschiedenis van al-Andalus te beschrijven zonder te vervallen in een apologetische verhandeling of een revisionistische anti-islam beschrijving. Overigens is dit geen geschiedschrijving in de werkelijke zin van het woord maar meer een verhalende vorm van de gebeurtenissen, echter wel gebaseerd op historisch verifieerbare feiten. Wat niet wil zeggen dat de gebeurtenissen zoals ze hier vermeld worden ook zo hebben plaatsgevonden. Om dat te verifiëren moet men een tijdreis maken en zelfs dan blijft men zitten met de persoonlijke interpretatie factor. Om een titel van een boek aan te halen: ‘Geschiedschrijving in de twintigste eeuw. Discussie zonder eind.’

In deel twee:

De oorlogen tussen Berbers en Arabieren, de oorlogen tussen Berbers onderling, de oorlogen tussen Arabieren onderling en de oorlogen tussen moslims en christenen en hoe een joodse vluchteling tussendoor een machtige vizier, generaal, vertrouweling werd van een berberkoning en deelnam aan veel van deze oorlogen en voorkwam dat de Arabische bevolking van Ronda uitgemoord werd door zijn werkgever.

* Gedicht komt uit: The Dream of the Poem: Hebrew Poetry from Muslim and Christian Spain, 950–1492 translated, edited, and with an introduction by Peter Cole.

Lees ook deel 2…

Mohammed is: Een Man (althans als men dat woord slechts als geslacht opvat), een Moslim (in hart en nieren totaal, echter in daad maar mondjes maat), een Maliki (maar tot zijn schande moet hij bekennen al-Muwatta nog nooit gelezen te hebben), een Afrikaan, een Noord-Afrikaan, een Maghrebijn, een Berber/Amazigh, een Riffijn, een Ayzenay, een Aqarou3, een Arabier (in culturele zin), een Westerling, een Europeaan, een Nederlander, een Hollander, een Zuid-Hollander, een Leidenaar, een Voorschotenaar, een Vlietwijker.

Lees andere stukken van