Halls alongside of playgrounds gleam,
but they have no occupants and they are in ruins.
Birds are lamenting in them from every side,
At times they are silent, other times cooing.
I addressed one of the wing born singers,
who was sad at heart and aquiver.
"For what do you lament so plaintively" I asked,
And it answered, "For an age that is gone, forever."
Medinat al-zahra’ (de bloeiende stad) was al bijna twee eeuwen een ruïne toen deze nostalgische versregels werden opgeschreven. maar voor Ibn ‘Arabi en zijn tijdgenoten waren de ruines van de paleisstad een blijvende herinnering aan wat ooit was en nooit meer zou wederkeren: De gouden eeuw van al-Andalus 912 – 1008 (300 – 399 hj.).
Aan die gouden eeuw kwam abrupt een einde toen de sterke man van al-Andalus, ‘Abd al-Malik ibn Abî ‘Amîr plotseling overleed in 1008/399 tijdens de voorbereidingen voor een veldtocht tegen het koninkrijk Castilië. De dood van de sterke man achter de troon van de Omayyaden dynastie (en daarmee de feitelijke machthebber) zorgde voor een machtsvacuüm.
Zijn opvolger en halfbroer ‘Abd al-Rahmân bijgenaamd Sanchuelo (kleinzoon van Sancho de tweede de Baskische koning van Pamplona) miste het politieke inzicht van zijn voorganger en nam geen genoegen meer met de machtspositie achter de troon en stelde de kinderloze Kalief daarom voor om hem per decreet tot zijn opvolger te benoemen, in plaats van één van de vele prinsen. Deze usurpatie van de macht schoot de Arabische aristocratie van Cordoba in het verkeerde keelgat, boven op de grieven die ze al koesterden tegen de politieke voorkeursbehandeling die de Slavische ambtenarij en de Berberhuurlingen van het leger kregen van ‘Abd al-Rahmân.
Tijdens zijn afwezigheid gedurende een veldtocht tegen het koninkrijk Leon werd er een coup tegen hem gepleegd in Cordoba. De Arabische aristocratie dwong de Kalief tot troonafstand en benoemde een andere prins tot Kalief. ‘Abd al-Rahmân maakte rechtsomkeert naar Cordoba maar werd onderweg door zijn leger in de steek gelaten en dichtbij Cordoba gevangen genomen en geëxecuteerd.
De nieuwe Kalief was een ware berberhater en hitste de bevolking van Cordoba op tegen de aanwezige Berbers in de stad en hun leiders. De Berbers die de ruggengraat van het leger vormden, schoten hun volksgenoten te hulp. Ze bestormden Medinat al-Zahra, plunderden het en maakten het met de grond gelijk, waarna ze Cordoba veroverden en daar een andere Omayyadenprins als Kalief op de troon plaatsten.
Al-Fitna al- Barbariyya (de Berberfurie) was uitgebroken en daarmee het beging va de burgeroorlog in 1010/400. Lang duurde de heerschappij van de door de Berbers benoemde Kalief echter niet want de Arabische aristocratie zette de tegenaanval in, heroverde de stad en joeg de door de Berbers op de troon geplaatste Kalief de stad uit. Wederom bestormden de Berbers de stad, namen haar in en installeerden weer hun favoriet op de troon. Deze was zijn beschermheren zeer erkentelijk en gaf ettelijke steden en streken weg als cadeau’s aan de stamhoofden van de verschillende Berbervolkeren. Zo kregen de Sanhaja Elvira (Granada), de Zanâta kregen Jaén en de Maghrawa (Ook een onderdeel van de stammenconfederatie van de Zanâta Berbers) kregen het zuidelijke deel van al-Andalus.
De burgeroorlog verzwakte de centrale regering en overal grepen lokale machthebbers en legercommandanten de macht en schaarden zich achter één van de vele troonpretendenten. Die streden om de Kaliefentroon als rechtvaardiging voor hun machtsgreep, maar lieten zich in realiteit verder niets gelegen aan welke Kalief dan ook die op dat moment op de troon zat in Cordoba. In feite waren ze de facto onafhankelijk geworden van de centrale macht, hoewel ze formeel nog altijd hun trouw betuigden aan de Omayyaden dynastie.
Om een einde aan de chaos te maken, greep een invloedrijke patriciër uit Cordoba in. Hij stelde zijn stadsgenoten voor om alle leden van de koninklijke familie de stad uit te jagen en een raad van ouderen (senaat) te benoemen die de regeringstaken op zich zou nemen. Zo kwam er officieel een einde aan de illustere Omayyaden dynastie in 1031/422 die meer dan 250 jaar over al-Andalus had geregeerd.
Cordoba werd een republiek onder leiding van de raad en de rest van al-Andalus viel uiteen in een tiental onafhankelijke staten, sommige niet groter dan een stadstaat. De tijd van de Mulûk al-Tawâ’if (De partij koningen) was aangebroken.
Wordt vervolgd..
8 Reacties op "Een pogrom in al-Andalus deel 2: De Fitna"
Wauw…!
Haha. Interessant stukje geschiedenis. Ik moet lachen omdat onze voorouders in de Rif ook nooit een centralistisch bestuur konden erkennen. Het was altijd een stammenfederatie geweest, waarin verschillende fracties het regelmatig met elkaar aan de stok kregen. Het is een beetje deel van de geschiedenis van de Berbers, die zich nooit konden verzoenen met een wereldlijke macht macht boven zich. Precies hetzelfde geval met één van de sultans uit de 19e eeuw van Marokko, die belastingen trachtte te innen bij de Berberstammen in de Atlas: hij en zijn leger moesten het bekopen met de dood. Als je de lange geschiedenis van de Berbers erop naslaat, dan zul je altijd zien dat ze zich krijgshaftig verzet hebben tegen koloniale of andere occuperende machten. Van de Kabylen-berbers tot aan de Imachaqen (Touareg).
Waar gáát dit over? Leg het eens uit aan de hand van een lantarenpaal … ?
Jan
Hoi Ismael,
Interessant!
Doet me denken aan de excursies van de Russen in Tsjetsjenië in de 18e en 19e eeuw. Autonome bergvolkeren zijn echt de ergste nachtmerrie voor bezettende machten :-)
@Edwin
Ja Edwin. Volkeren die zich al eeuwenlang hebben gehandhaafd in de ontoegankelijkheid van de woeste bergen, die onderwerp je niet zomaar. Tot op de dag van vandaag is de tragiek van het Tsjetjeens verzet aan de gang. God weet wat er zich afspeelt. De Russen hebben het al jaren van de wereld afgesloten.
Hoi Ismael
Een kennis van mij heeft een Tsjetsjeens gezin geholpen met het aanvragen van een verblijfsvergunning. Ze hadden alle trauma’s beleefd; verkracht, kind uit de buik laten schoppen, gedwongen mee-‘vechten’ met milities, enz. enz.
Vragen ze een verblijfsvergunning aan in Nederland, blijkt dat hun toegewezen advocaat al anderhalf jaar wist dat hun aanvraag was afgewezen. Hij had gewoon geen zin om het ze te vertellen. De hoogzwangere vrouw zat met 40 graden in het kantoor van die advocaat, en ze mocht geeneens een glaasje water drinken omdat ze misschien zou morsen.
Uiteindelijk mochten ze wel blijven. Maar de zwaar getraumatiseerde man is niet met heldere zaakjes bezig. Erg jammer.
Onrecht waar mijn tenen van krommen.
mooi stuk mohammed.
Interessante geschiedenis.
@ Edwin
ja, IND en veel aanverwante (in dit geval) parasieten zijn idd niet fris bezig. Maar ik moet uit privé ervaring zeggen dat de advocatuur toch vaak (niet altijd) eerst en laatst geinteresseerd is in geld verdienen. Ik moest voor een advocaat een officiele brief hebben over het zicht in mijn linkeroog – heeft die ballerina-tr*t van een advocate (ex-Minerva lid) haar dispuutsgenootje ingeschakeld, die heeft na x weken 5 regels neergepend zonder mij ooit te zien en heeft voor haar plagiaat 250 euro gevraagd – terwijl er afgesproken was dat er geen bijkomende kosten zouden zijn; maar ja, klaag maar eens een advocaat aan – dat kan je duur komen te staan :-(
excuses Mohammed voor het off-topic :-)