Voorpagina Geschiedenis, Islam, Recensies

Indonesië na Soeharto

"Indonesië lijkt op de Titanic. Het enige verschil is dat Indonesië blijft zinken zonder ten onder te gaan." (oudgouverneur van Nusa Tenggara Timur, Ben Mboi)

"Ik heb een kind van anderhalf en ik hoop dat hij in een beter Indonesië zal opgroeien, een democratischer land dat beter in staat is zijn bevolking te voeden, en dat er beschaafde normen op na houdt. Ik geloof dat dat in de komende twintig jaar kan worden bereikt." (mensenrechtenactivist Munir Said bin Thalib, in 2004 vergiftigd in het vliegtuig onderweg naar Nederland, waarschijnlijk door de Indonesische geheime dienst en het leger)

Tegen het einde van het boek Indonesië na Soeharto legt Henk Schulte Nordholt deze twee uitspraken aan ons voor en voegt er aan toe: "Persoonlijk herken ik veel in de eerste uitspraak, maar ben [ik] maar al te graag bereid de tweede te geloven." (blz 252) Het is een tweeslachtig gevoel waaraan je niet kunt ontsnappen tijdens het lezen van dit boek. 

Schulte Nordholt, zo laat als april 2008 nog in Indonesië geweest, schrijft een contemporaine geschiedenis van Indonesië vanaf de woeligste jaren na de onafhankelijkheid. Hij pakt een stukje van de wederopbouw van Soekarno mee (1945-1967), beschrijft de bizarre Godfatherachtige episode onder Soeharto (1965-1998) en de stormachtige ontwikkeling na ’98 waarin de processen van kartelvorming, corruptie, emancipatie, democratisering, islamisering, wederopbouw en de legerstaat om voorrang vechten.

Ik vond het boek bij de universiteit, waar ik soms nawerk en voor mijn lessen nog even ronddwaal in de kelders waar de boekhandel zich bevindt. Daar pik je dan een obscure verzameling Andalusisch-filosofische werken uit de middeleeuwen mee, of zie je die lelijke boeken van Hans J. of neus je gewoon even door de syllabi van totaal andere opleidingen. Een week of twee geleden viel mijn oog op het boek Indonesië na Soeharto. Ergens kwam de naam me bekend voor. Via de mail had ik een verwijzing naar een interview met de auteur gekregen op NMO Verkenningen. De omschrijving ervan prikkelde mijn interesse maar ik besloot het boek eerst maar eens te lezen. 

Het is een behoorlijke prestatie die Schulte Nordholt neerzet. Geschiedenisboeken hebben nooit tot mijn favorieten behoord, laat staan diegene die over de meest recente geschiedenis gaan (ja, hallo, ik kan kranten lezen hoor!). Maar op de een of andere manier heeft de schrijver hier op verschillende vlakken een goede balans gevonden. Allereerst lijkt hij een goede combinatie van bronnen te hebben gevonden, variërende van Indonesische auteurs tot internationale en Nederlandse studies, van volledige boeken tot recent verschenen artikelen. Daarnaast benut hij, waar mogelijk, statistieken die soms verhelderen en vaak verwonderen. Mijn favoriet is deze:

"Tussen 1999 en 2002 zijn er onder moslims in Indonesië enkele surveys gehouden waaruit bleek dat maar liefst 71 procent van hen voorstander was om de sharia van staatswege in te voeren. Deze uitkomst moet echter met een flinke korrel zout worden genomen, want in dezelfde periode stemde slechts 14 procent van het electoraat op politieke partijen die dit propageerden. Veel Indonesische moslims hebben een tamelijk vaag idee over wat de sharia behelst. Zij zien het als een conceptueel alternatief voor het corrupte rechtssysteem van het huidige Indonesië. Daarnaast staat de sharia ook symbool voor het verzet tegen kwalijke westers invloeden die in hun ogen de goede zeden ondermijnen." (blz 185)

Schulte Nordholt pendelt tussen hoop, geloof en vrees wat betreft de toekomst van Indonesië: enerzijds ziet hij de oude garde soms weer in het zadel klimmen (voormalige legerleiders, corrupte politici, preman-knokploegen), maar anderzijds ziet hij de constitutionele veranderingen die het electoraat de macht geven goed functioneren- aan de uitgang in ieder geval: sinds ’98 zijn 40% van de zittende politici naar huis gestuurd naar aanleiding van corruptie, zo vertelt hij in het interview.

Verder schrijft hij vooral sterk en genuanceerd over de islam in Indonesië. Hij neemt de voortschrijdende islamisering waar in het openbare leven (gebedsomroepen, kledingstijl, "I Love Islam"- bumperstickers, openbare islamitische happenings met spirituele liederen, tv-predikers). Echter, hij ziet hierin vooral de emancipatie van de 80% van de Indonesiërs die de islam belijden. Deze hadden tot vlak voor de val van Soeharto toch weinig kansen om hun moslimschap uit te dragen en ontbeerden ook politieke macht (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de christelijke minderheid). Pas later ging Soeharto in een soort van machiavelliaans machtspelletje de islamitische meerderheid ‘benutten’. Tegelijk erkent hij ook de opkomst van intolerantie ten opzichte van andere geloven (o.a. in de onderdrukking van de Ahmadiyyabeweging en m.b.t. de hindoemeerderheid op Bali.) Dit laatste ziet hij dan ook als een sterke test voor de democratie van Indonesië.

Hij neemt echter ook de weerstand waar tegen gewelddadig extremisme (na de aanslagen op Bali keerden de Indonesische moslims zich politiek hier massaal van af), de weerstand tegen de Arabisering van de Indonesische islam (vooral tegen het zere been van de Oost-Javaanse moslimmeerderheid). Ook beschrijft hij de opkomst van een grassrootsbeweging, begonnen op universiteiten die uitmondde in de partij PKS (Partij voor Rechtvaardigheid en Voorspoed). Deze partij neemt op sterke wijze deel aan het politiekdemocratische bestel zonder haar islamitische roots te verloochenen of zich over te geven aan corruptie. Het is tot op heden, insha’Allah, de enige partij die zich op enigerlei wijze nog niet heeft schuldig gemaakt aan corruptie, of er natuurlijk nog niet op is betrapt.

Hieraan staaft hij dan ook zijn bewering dat islam en democratie zeer zeker niet onverenigbaar zijn. Schulte Nordholt ziet in deze laatste ontwikkeling mogelijk een voorbeeldfunctie voor de islam wereldwijd. Of hij hierin gelijk heeft of gaat krijgen weet ik niet, Alllah swt weet dat het beste. Wat ik wel weet is dat dit een bijzonder vakkundige en leesbaar geschreven geschiedenis van modern Indonesië is.

(Voor mee info over Indonesië check hier.)

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van