Voorpagina Islam, Spiritualiteit

6 blinden + 1 olifant = ?

Elk van de wereldreligies is in meer of mindere mate exclusivistisch. Elk van de wereldreligies sluit de ander uit of zegt een betere voorstelling van de waarheid te hebben. Zelfs religies die andere religies insluiten, bevestigen vaak de eigen superioriteit en leren dat de religie van de ander beperkend is in geldigheid, in authenticiteit of in principe.

Welkom in de multi-religieuze wereld! Zoveel geuren, zoveel kleuren..Maar wie heeft er eigenlijk gelijk?

God en de verschillende religies

In het Christendom gelooft men in de Heilige Drie-eenheid. Eén God die uit drie personen bestaat, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, waarvan er één Goddelijke persoon in de geschiedenis eenmalig in een menselijk lichaam incarneerde. Dat gebeurde zo’n 2000 jaar geleden in Palestina om daar voor de zonden van alle mensen te sterven.

In het Hinduisme geloven ze net als Christenen eveneens in een Goddelijke Drie-eenheid, maar er bestaan daarnaast nog vele andere goden. Ook deze goden konden in de wereld incarneren en deel uitmaken van de menselijke geschiedenis.

In het Jodendom gelooft men in één enkelvoudige God. Echter, deze God incarneert niet en is transcendent en ondeelbaar, maar heeft tegelijkertijd een speciale persoonlijke band (verbond) met het volk Israël.

De Islam deelt het laatste Godsbeeld in grote lijnen maar zegt dat deze ondeelbare God niet alleen profeten en openbaringen stuurt naar het volk van Israël, maar naar de gehele mensheid.

In het Boedhisme gelooft men vaak wel in goden maar is het niet noodzakelijk deze te aanbidden. Deze non-theistische religie stippelt een pad uit dat naar verlichting (‘boeddha natuur’) en nirvana leidt, die tegelijkertijd immanent en transcendent zijn.

Vier mogelijkheden

Dat religies elkaar uitsluiten is op zich geen reden om te geloven dat ze het allemaal wel mis moeten hebben. Er zijn namelijk vier mogelijkheden:

  1. Ze hebben allemaal ongelijk.
  2. Slechts één heeft gelijk.
  3. Een aantal heeft gelijk.
  4. Ze hebben allemaal gelijk.

Is dat niet gek? Vooral mogelijkheden 3 en 4 lijken onmogelijk als de beschrijvingen van het transcendente elkaar duidelijk uitsluiten. In het klassieke verhaal van de olifant en 6 blinden kan men echter een verklaring voor mogelijkheden 3 en 4 vinden.

Olifantverhaal

Het verhaal is in vele verschillende versies overgeleverd en er bestaan verschillende varianten van het verhaal. Over de oorsprong van het verhaal zijn de meningen verdeeld. Kandidaten voor de originele versie zijn Hindu, Boedhistische en Islamitische (Soefi) bronnen.

Eén versie van het verhaal luidt als volgt: 6 blinden krijgen elk een unieke ervaring met een olifant en beschrijven de ervaringen na afloop aan de andere blinden. De eerste zegt: "een olifant is als een slang". De tweede zegt: "een olifant is als een boomstam". De derde zegt: "een olifant is als een waaier". De vierde zegt: "een olifant is als een stevige muur". De vijfde zegt: "een olifant is als een speer". De zesde zegt: "een olifant is als een touw". Wie heeft er nu gelijk?

Elk van hen beweerde de waarheid in pacht te hebben. Een buitenstaander, die nooit een ervaring had met een olifant, concludeerde dat ze allemaal ongelijk moesten hebben. De tegenstrijdige verhalen bewezen dat er helemaal geen olifant kan bestaat. Het moest een verzinsel zijn! Dat ze allemaal gelijk hadden leek geen optie te zijn. De beschrijvingen van de ervaringen spreken elkaar tegen. Wat heeft een muur gemeen met een touw of boomstam?

De blinden begonnen na het delen van deze ervaringen ruzie met elkaar te maken. De waarheid is echter dat alle 6 blinden gelijk hebben. De eerste had alleen een ervaring met de slurf, de tweede alleen met een poot, de derde alleen met een oor, de vierde alleen met de buik, de vijfde alleen met een slagtand, de zesde alleen met de staart. Doordat ze elk een unieke ervaring hadden met één aspect van de olifant lopen hun beschrijvingen uiteen en lijken elkaar uit te sluiten.

Men kan zich ook voorstellen dat twee blinden een ervaring met hetzelfde aspect zouden hebben, maar het totaal verschillend zouden interpreteren en beschrijven. Bijvoorbeeld een ervaring met een olifantenoor wordt door de ene blinde beschreven als een waaier en door de ander als een stuk leer.

Wijze lessen

Dit verhaal leert ons veel wijze lessen. Het verklaart hoe verschillende religies, die exclusivistisch van aard zijn, uitingen van hetzelfde kunnen zijn. De Realiteit is immers groter dan de menselijke ervaringen. Ervaringen van de mens zijn weer groter dan de beschrijvingen. Het verhaal moedigt ons aan de eigen (ervaring met de) waarheid en het transcendente te relativeren (zonder deze weg te verklaren) en meer respect te hebben voor de religie en spirituele ervaring van de ander.

99 Eigenschappen van Allah

Dan nu naar het verhaal van verschillende Godsbeelden binnen de Islam. In de Islam heeft God 99 Schone Eigenschappen die in de wereld weerspiegeld/gemanifesteerd worden. Elke mens heeft een bepaalde reflectie van God’s eigenschappen in hem/haar. De verschillen tussen mensen in al hun eigenschappen zijn ontologisch en door God zo bedoeld en moeten als een verrijking worden gezien. Door cultivatie van de gemanifesteerde schone eigenschap(pen) kan de mens dichter bij God komen en het stadium van zelfrealisatie bereiken.

In de Islam wordt er benadrukt dat men een correct concept van God moet hebben. Er wordt een ruw kader gegeven dat zuiver monotheisme scheidt van afgoderij. In Surat al-ikhlas (Hoofdstuk 112 uit de Koran) wordt gezegd dat "niets met Hem vergelijkbaar is" en de Koran zegt ook dat "God de grootste is" (allahu- akbar) ook groter dan onze voorstellingen: "het oog bereikt hem niet, maar Hij bereikt het oog wel".

Tegelijkerijd zegt onderstaande hadith (die niet te letterlijk moet worden genomen!) dat er ook binnen de Islam (binnen bepaalde kaders) ruimte is voor een persoonlijk Godsbeeld. De mens is immers beperkt in zijn inzichten en ervaringen en bereikt God nimmer puur op basis van eigen inspanningen. Daarentegen beloont God de inspanningen van de mens die God zoekt, door Zelf dichter bij de mens te komen:

Allah de Almachtige zegt:

Ik ben zoals Mijn dienaar denkt dat Ik ben, Ik ben bij hem als hij Mij noemt. Als hij Mij in zichzelf noemt, dan noem Ik hem in Mijzelf, Als hij Mij in een gemeenschap noemt, noem ik hem in een gemeenschap die beter is. En als hij zich een handbreedte naar Mij toe wendt, dan wend Ik Mij een armlengte naar hem toe, en als hij zich een armlengte naar Mij toe wendt, dan wend Ik Mij met de lengte van uitgespreide armen naar hem toe, en als hij naar Mij toe komt lopen dan kom Ik naar hem toe rennen.

(Sahih Bukhar #6970, Sahih Muslim #2675)

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel