Voorpagina Maatschappelijk, Media, Politiek

The (American) presidential dream

Het kan helaas niet eens aan je onopmerkzaamheid ontsnappen. De verkiezingscampagne in de VS is (wéér) in volle gang en dit jaar is het meer dan ooit een moddergooi festijn. De media storten zich obsessief en mateloos op de strijd om de meest tenenkrommende nieuwtjes over het inhoudsloze verloop van de onzinnigste presidentiele verkiezingen ooit gehouden. Desondanks beloven beide presidentskandidaten het gedesillusioneerde Amerikaanse volk vol overtuigingskracht vooruitgang en ingrijpende veranderingen.

Tot dusver zijn ze voor velen bijzonder spannend en onderhoudend (met bijzondere dank aan Tina Fey’s hilariteiten). Anderen, waaronder ik, kunnen dit politieke popsterspektakel amper verdragen; Al weet Fey zelfs mij aan het lachen te krijgen.

Laten we eerlijk zijn. De Amerikaanse verkiezingen zijn gewoonweg belangrijk. Ondanks hun afnemende speling op internationaal vlak, blijven de VS een onmiskenbare wereldwijde macht behouden. Anno 2008, met 9/11, de invasie in Irak achter de rug maar springlevend in het achterhoofd en een alomtegenwoordige crisis der crises, vraagt men om een sterke, gedisciplineerde, vastberaden en daadkrachtige leider en lucky us! Wij (de Amerikanen welteverstaan) mogen kiezen uit alles behalve!

Naar mijn mening levert het verkiesbare stel niets meer en niets minder op dan alle hoopvolle kandidaten bij elkaar die de afgelopen jaren de soms lachwekkend en soms pijnlijk om te zien talentenjachtrevue passeerden. Zowel McCain als Obama begeven zich op een misselijkmakende achtbaan van ordinaire en smerige campagnestrategieën en hoopgevende en verlossende retoriek. Komt dat zien, komt dat zien! Het circus genaamd ‘The (American) presidential dream’.

Enerzijds hebben we te maken met een quasi gereïncarneerde John F. Kennedy met een nostalgisch vleugje M.L. King en goede portie black is beautiful allure. Anderzijds met een voormalige gevechtspiloot die de ware patriottische belichaming is van veel afgeleefde en overleden leiders uit de 20ste eeuw tijden. Deze kenmerken wekken de suggestie dat de Democraat en Republikein enorm uiteenlopen in visies en beleid. Wie verder kijkt, gaat voorbij aan de schijnbare uitersten en ziet een hoop zorgwekkende overeenkomsten.

Het links/rechts spectrum in het Amerikaanse politieke stelsel is even breed en verspreid zoals wij dat hier in Nederland kennen maar wel afgebakend in twee duidelijke democratische en republikeinse kaders. Zo is Obama’s standpunt eerder rechts in kwesties waar McCain een linkse houding neigt en vice versa. Ze zijn veelbesproken en dissenter binnen hun partij, overdreven idealistisch en krijgen beiden met enige regelmaat een koekje van elkaars deeg. Zij spelen het spel en ze spelen het vies.

De publieke opinie is het ermee eens dat Bush’ droevig nalatenschap onder vredegezinde handen moet worden genomen. De Democratische presidentsnominatie was immers niet voor niets zo polemiek. Het ging toen tenslotte, al blijk nu van niet, om de toekomstige leider van het toen nog machtige Amerika. Wie had het toen over die oppositionele Republikeinen? En wie scoort nu het best op de peilingen? Obama? Toch McCain? Of…Obama bij nader inzien? Let op: Peiling is misleiding!

De Republikeinen lijken het momenteel zwaarder te krijgen maar met shooting star Palin onder een arm en een hoop fraudelente machtspelletjes onder de andere, zullen de Repubs de geschiedenis zich nog één keer laten herhalen. Bad business? Well, just worse. Obama is favoriet maar staat onterecht garant voor een secuur en bloedloos beleid. Zijn politieke voertuig wordt immers, ondanks zijn sympathieke en diplomatieke figuur achter het stuur, eveneens geleid door een complex routeplannend systeem bestaande uit rechtsgezinde lobbyisten, belangengroepen en multinationals. Niet bepaald onbelangrijk; Want zo geldt in de politiek: ‘It’s better to know the persoon who drafts the letter than the one who sings it.’

Deze Amerikaanse poppenkast heeft veel weg van talentenjachtprogramma’s als Idols of ‘The X factor’, waar de beste zangers (lees: Hillary) in een vroeg stadium het podium moeten verlaten en voorgoed in de vergetelheid raken waarna de twee overblijvende showstelers alles uit hun artistieke kast moeten halen om de meeste stemmen te krijgen. Inmiddels omarmen we kennelijk iedere vorm van verkiezingen die deze amuserende trekken vertoont. Het betrokken politiek-intellectueel milieu heeft hiermee een beschamend dieptepunt bereikt…of moet dat nog blijken?