Voorpagina Ervaringen

Werkende armen

Toen ik op gegeven moment serieuze kafkaëske struggles kreeg op mijn ouwe werkplek, leek het me verstandig om te checken of ik een soort rechtsbijstandverzekering had. Op advies van een vriend van me ben ik toen maar lid geworden van een vakbond. Ondanks mijn periodieke flirt met de Internationale Socialisten vond ik vakbonden iets van het communistisch verleden. In deze tijden van doorgeschoten individualiteit was een vakbond toch achterhaald? Sinds ik lid ben zie ik er echter wel de voordelen van in. Cursussen, gratis rechtshulp – en in ieder geval het idee dat je er niet alleen voor staat.

Zo krijg ik ook regelmatig een soort tijdschrift in de bus van de vakbond, met interviews, oproepen, de laatste nieuwtjes over de cao-onderhandelingen, en nog meer van dattum. Laatst schrok ik me echter compleet de p*stp*kkepl**ris.

Een drietal mensen werd geïnterviewd, met behoorlijk superieure foto’s en al. Erg verschillende mensen: een oudere gast die een garage bewaakt, een nieuwkomer die schoonmaakt, een jong meisje dat bij de supermarkt werkt. Alle drie kregen ze standaardvragen over werk, cv, opleiding en ook over de hoogte van hun salaris.

Die laatste vraag lijken veel mensen vervelend te vinden. Ik heb nooit precies begrepen waarom. Schaamte, trots, privacy-overwegingen, bang om anderen de ogen uit te steken, of juist tekort te doen? Ik vind de hoogte van het salaris nooit zo erg belangrijk. Als je maar rondkomt en mocht je gigantisch veel verdienen: doe met de rest dan wat goeds. (Wat dat ‘goeds’ dan is moet je zelf uiteraard maar weten, alhoewel ‘naar de hoeren in Amsterdam’ er waarschijnlijk niet onder valt. Tenzij je een prostitué(e) wel betaald maar niet van zijn/haar diensten gebruik maakt. Toch?)

Deze foto’s hoorden echter bij een project van de vakcentrale FNV, een van de grotere vakbonden van Nederland. In dit project worden steeds drie mensen geïnterviewd met foto’s van een of andere topfotograaf. Uiteindelijk zal er dan een grote tentoonstelling van gemaakt worden. De crux is dat deze mensen niet meer dan 18.000 (bruto) per jaar mogen verdienen met minimaal 3 dagen werk per week. De gefotografeerden horen namelijk bij een groeiende groep mensen in Nederland die, in navolging van het Amerikaanse ‘working poor’ (lees bijvoorbeeld het boek Nickel and Dimed) de werkende armen worden genoemd. Dit zijn mensen die ondanks hun (meerdere) baantjes niet of nauwelijks rondkomen en het ene financiële gat met het andere dichten, of eindeloos rekeningen schuiven.

Nu ik zo die bovengrens van 18.000 zag staan, ging mij nog geen lichtje op, maar toen ik de interviews las zag ik dat al deze mensen meer verdienden dan ik. Goed voor hun natuurlijk, maar uh… ben ik nu een werkende arme? Ik heb eigenlijk ook nooit 18.000 per jaar verdiend, behalve dan een korte periode op mijn vorige werk – overigens vlak voor ik de gratis rechtshulp van de FNV leek nodig te hebben!

In deze tijd van economische wereldcrisis, lijkt het me wel gunstig om een bepaalde mate van perspectief te behouden: afgezien van de miljarden die daar worden rondgesmeten om onverantwoorde bankdirecteuren te redden, zijn er ook nog flink wat werkende mensen die duppies niet alleen omdraaien maar soms ook meerdere keren moeten uitgeven. Oh wacht, misschien horen deze twee zaken wel bij elkaar: weet iemand wat een subprime lening is of wat een minimumpercentage liquiditeit is?

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van