Voorpagina Algemeen, Maatschappelijk

De Turk had het over de gürüne kömkömmers

“Ik niet weet”, zei Hassan tegen zijn Nederlandse buurman in 1970. Bij gebrek aan taalcursussen waren hordes gastarbeiders gedoemd autodidact te worden. Hierdoor ontstonden hilarische oneliners. De Turk, de umlaut goeroe had het over de gürüne kömkömmers. Abe de bakker werd voor het gemak abi genoemd. ‘Hippe’ aspecten aan de taal werden door de nieuwkomer niet toegevoegd. Enkel de functionaliteit telde. En die functionaliteit dat was het je verstaanbaar kunnen maken in de maatschappij.

Tegenwoordig beheersen steeds meer allochtone jongeren het ABN, maar er zijn ook nog jongeren die de taal onvoldoende beheersen. Prachtige meiden verslikken zich in beruchte woorden en wat banaal gevloek. Jongens hebben het echoën van woorden tot een kunst verheven. Met name het woordje ‘wat’ wordt wel eens herhaald.

Een oorzaak van al dit taalleed is wellicht de gebrekkigheid aan ABN in hun omgeving. Woorden die ontbreken in hun woordenschat worden opgevuld door verbasteringen van woorden afkomstig van de verschillende talen die de wijken kennen waar deze jongeren opgroeien. Jammer genoeg sluiten deze nieuwe woorden niet aan bij de taalstructuren van het ABN. Een deel van de allochtone jongeren vult zijn tekorten aan met hippe woorden. Het komt echter ook voor dat zinnen aangevuld worden met woorden uit de moedertaal. Jongeren spreken dan niet één taal, maar twee talen in één zin. Het Nurks is daar een voorbeeld van. Nederlandse zinnen worden kloppend gemaakt door woorden uit het Turks. Resultaat is dat je een Nederlands krijgt dat doorspekt is met Turkse woorden en uitdrukkingen. Dynamisch allemaal zou je kunnen zeggen. Echter de kracht van taal zou bruikbaar moeten zijn en dat is in dit geval alles behalve.

Tot slot is er het onvoldoende beheersen van de moedertaal bij de ouders. Dit aspect van het verhaal wordt onderschat en geniet weinig aandacht van politici en beleidsmakers. Wanneer ouders hun eigen moedertaal niet goed beheersen, leren ze hun kinderen gebrekkige taalprincipes aan. Deze leiden uiteindelijk tot het verkeerd aanleren van de Nederlandse taal. Al met al zou de overheid gericht beleid moeten voeren om de achterstand bij zowel autochtone jongeren als allochtone jongeren tegen te gaan. Immers beide groepen kampen met taalverloedering en taalachterstanden. Te veel jongeren zien hun kansen op een maatschappelijke carrière slinken. En taal speelt daar een grote rol in.

Stigmatiserende campagnes tegen alternatieve taaluitingen zijn daarom geen oplossing. Denken in mogelijkheden en kansen in plaats van ontmoedigingsmaatregelen die de belastingbetaler veel te veel geld kosten. Als de wil er is, is alles mogelijk.

Dit artikel verscheen eerder in As Siraata, een kwartaalblad van Stichting Al-Nisa

Foto: jon smith. via photopin cc