Voorpagina Media

Geweld is voor mietjes

Nondeju! Daar kregen we weer een bak cijfers over ons heen gestort. Twee instanties wiens naam ik al meteen vergeten ben,* kwamen met wat gegoochel als een slechte aflevering van Numbers. De kranten namen het over, redelijk kritiekloos, of behoorlijk kritiekrijk, of juist vanuit een positieve blik danwel vanuit een negatief standpunt. Waar het over ging? In de briljante zin van het Parool op hun voorpagina ging het over "homoseksueel geweld." Voordat jullie je een soort van visuele voorstelling proberen te maken van dit nieuwe soort geweld… in het vervolgartikel op pagina drie bleek het (uiteraard) te gaan om geweld tégen homoseksuelen.

Wat is dat trouwens aan het woord geweld dat het semantisch de meest belabberde kwalificaties meekrijgt: denk bijvoorbeeld aan ‘zinloos’ geweld. Hoeveel zin is er in geweld te vinden?

De cijfers aangaande geweld tegen homoseksuelen schijnen politiek prioriteit te hebben, vooral hier in Mokum – zelfbenoemd Gay Capital of the World (dwz Noord-Holland). Dat wil zeggen dat politie en justitie er extra aandacht aan behoren te geven met het voorkomen ervan (door extra te patrouilleren op Gay Grondgebied) of extra behulpzaam hoort te zijn met opname van aangiftes (is het overigens nog niet). Een van de onderzoekers werd in de ironie van het lot zelf slachtoffer van anti-homo geweld door neppe Ajaxsupporters en werd vervolgens gevraagd de volgende dag op een ander bureau aangifte te doen. En bedankt voor uw hulp. Ook wil dat zeggen dat op het procesverbaal moet worden geregistreerd óf het antihomogeweld betreft (eigenlijk of het überhaupt discriminatoir geweld betreft trouwens). Justitie schijnt voor discriminatoir geweld extra hoge straffen te eisen.

Een van de onderzoeken was gericht op aangiftes. Hieruit ‘bleek’ dat van de 1500 aangiftes van discriminatoir geweld er 150 tegen homo’s waren. Er was weinig over die overige 90 % bekend. Het zou interessant zijn om te weten of dit bijvoorbeeld was tegen vrouwen, of mensen met een andere huidskleur dan roze, of tegen Joodsche Nederlanders, Moslimsiaanse Nederlanders, Hare Majesteit, Hare Krishna etc etc. Echter, dit zijn er volgens sommige commentatoren weer niet zoveel omdat sommige politiebureau’s nog niet of nauwelijks begonnen waren met de registratie van antihomogeweld, maar ook omdat vele homoseksuele medemenschen zich niet comfortabel voelde om hun seksuateit kenbaar te maken op het bureau. Logisch: al die bromsnorren en -snorrinnen zijn ondanks het bestaan van de werkgroep Roze in het Blauw, nog niet erg gayfriendly (of sowieso nietblankeman-friendly).

Dit hield dan weer verband met een ander deel van het onderzoek, waar vooral naar de motivatie van daders werd gekeken. Ook hier werd weer flink gegoocheld met cijfers. De nieuwe Uri Geller zou er dol van worden. Blijkbaar is 86 % van de daders van autochtone danwel onbekende afkomst. Autochtoon betekent niet zoveel meer dezer dagen, maar laten we het erop houden dat dit betekent dat de daders een roze huidskleur hadden en een Nederlands paspoort (blank dekt de lading toch niet helemaal, oder?). Dit zou betekenen dat minimaal 14% van de allochtooniaanse variant is. Oonduidelijk is of dit de oude allochtooniaanse definitie hanteert, dwz iedereen die donkerder is dan geel nr 4 in de kleurplaat van Ravensteijn, of de nieuwerwetse allochtooniaanse definitie die ook bv Poolseen Amerikaanse buuutenlanders dekt, maar waar de andersgekleurde medemens onder de definitie ‘nietwesterse’ allochtoon valt – lees waarschijnlijk: Marokkaanse en Antilliaanse nederlanders van de mannelijke variant.)

In het tweede onderzoek zouden deze cijfers nauwkeuriger zijn. Hierin zou naar voren komen dat in Amsterdam zo’n 36 % van het antihomogeweld door Marokkaanse Nederlanders gepleegd zou worden. 64 % dus niet, maar door wie dan wel kwam ik niet achter. Wel interessant was dat die 36% meteen werd gevolgd door de combinatie "terwijl ze maar 16 % van de bevolking uitmaken (van Amsterdam)." Wat wel fijn was aan dit tweede onderzoek, was dat er een voorzichtige conclusie over dadermotieven getrokken kon worden: het geweld ligt blijkbaar niet aan religie of cultuur van herkomst, maar vooral in straatcultuur en angst voor seksuele aantrekkingskracht (‘… als ie maar van me afblijft!’). Overigens staan geen van de grote religies op zijn zachtst gezegd positief tegenover homoseksuelen, dus me dunkt dat qua attitude het lastig blijft. Voor een orthodoxgelovige betekent het dus vooral zelfbeheersing betrachten en je fatsoenlijk gedragen naar je medemens, zowel wanneer je zelf homoseksuele gevoelens hebt als wanneer je die in een ander ziet/herkent/ervaart/tegen het lijf loopt.

Dat religie er los van zou staan vind ik als teruggekeerde moslim natuurlijk prettig om te horen. Ik zou het erg onplezierig (en moreel verwerpelijk) vinden om geweld te moeten plegen tegen homo’s alleen maar omdat ik moslim ben, of omdat de culturen van herkomst van veel van mijn vrienden en vriendinnen dit zouden dicteren. Ik ben weliswaar wel een beetje van de straat, maar ik wil homo’s echt niet slaan, schoppen, bespugen of uitschelden. Soms voel ik zelfs een sterke verwantschap met homoseksuelen: wij maken als minderheden allen gebruik van dezelfde grondrechten – in mijn geval biedt het me ruimte om als moslim te leven, in iemand anders geval als homoseksueel. Beperking van de één, leidt onherroepelijk tot beperking van de ander. Geweld tegen de één, leidt onherroepelijk tot geweld tegen de ander. En, geweld, nu ja, ik wil niet discrimineren, maar uh… geweld is voor mietjes!

(*Effe gecheckt. Het blijkt om rapporten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Gemeente Amsterdam te gaan. Damned, zo moeilijk was dat toch ook weer niet?)

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van