Oud-imam Abdullah Haselhoef zat vijf maanden in voorarrest op beschuldiging van fraude. De rechtbank Den Haag beoordeelde die aanklacht vorige maand als ongegrond en verklaarde het OM niet-ontvankelijk. Wat is er gebeurd met de man die na de aanslagen van 11 september 2001 werd gezien als de officieuze woordvoerder van de moslims in Nederland?
Door: Theo van de Kerkhof
Even was hij de knuffel-imam van de media. Na de aanslagen van 11 september 2001 had Nederland behoefte aan een moslim die er allochtoon uitzag, maar niettemin netjes en accentloos Nederlands sprak en een geruststellende, gematigde toon aansloeg. Abdullah Haselhoef (Paramaribo, 1968) voldeed aan die eisen. Tot hij plotseling ‘gekke dingen’ ging zeggen. Over homo’s die de doodstraf verdienen. Haselhoef: “Feitelijk heb ik dat nooit gezegd. Ik probeerde alleen uit te leggen hoe sommige moslimtheologen hierover dachten. ‘Maar wat vind je nu zelf?’, bleef Jan Mulder maar vragen tijdens een uitzending van Barend en Van Dorp. Ik wilde daar niet op antwoorden. Ik voelde me een vertegenwoordiger van een groep en wilde bruggen slaan. Ik had het idee dat mijn persoonlijke mening er niet toe deed. Dat was mijn fout, ik had meer bij mijn eigen gevoel moeten blijven. Zo ontstond het beeld dat ik tegen homo’s ben en ze dood wil hebben.”
En dat is niet zo?
“Kijk, ikzelf houd van vrouwen. Ik kan me niets voorstellen bij mannen die van mannen houden. Maar daar ga ik niet over. Ik heb homoseksuele vrienden. Ik respecteer hen zoals ze zijn. Een mens valt trouwens niet samen met zijn seksuele voorkeur. Ik bemoei me niet met wat een ander tussen de lakens uitvoert. Ik ben tegen geweld en de doodstraf. Ik wil sowieso niemand doden, om welke reden dan ook. Maar als je mij vraagt wat de Koran leert over homoseksualiteit, dan lijkt me dat duidelijk. Die keurt dat af.”
Nep-imam
Maar het kwaad was geschied en een volgend incident diende zich aan. Haselhoef zou zich valselijk uitgegeven hebben voor imam. Ineens stond hij te boek als de nep-imam. “Dat beeld is mij jaren nagedragen en nu nog steeds. Media zijn lui en blijven maar oude berichten overschrijven. Ik heb inderdaad geen volledige theologiestudie doorlopen. Maar het woord imam wil zeggen dat je voorgaat in gebed. En dat deed ik. Daarnaast was ik zeven jaar geestelijk verzorger geweest in psychiatrische en gewone ziekenhuizen. Niet ikzelf, maar het Moslim Informatie Centrum verklaarde mij, op basis van lessen die ik vanaf mijn veertiende bij hen volgde, voldoende gekwalificeerd als imam. Op grond daarvan kreeg ik de aanstelling als geestelijk verzorger. In die verklaring staat het zwart op wit: ‘Gelet op de inhoud van zijn studie in de islam en de ervaring hierin, voldoet hij aan de voorwaarde als voorganger in de functie van een imam op te treden.’”
Waarom bleef dat beeld van nep-imam zo hangen?
“Ik heb als moslim van hindoestaanse afkomst geen grote achterban, zoals Turken en Marokkanen. Voor moslimhaters onder de Nederlanders was ik te aimabel, voor orthodoxe moslims te vrijzinnig en voor vrijzinnigen weer te orthodox. Ik viel overal buiten. Dat is mijn kracht en mijn zwakte. Ik kan boven de partijen staan, maar word ook makkelijk weer afgeserveerd. Ik kwam tussen hamer en aambeeld. Ook het Moslim Informatie Centrum trok zijn handen van mij af. Niet vanwege de imamverklaring, maar omdat ze het niet eens waren met mijn mediaoptreden en standpunten.”
Haselhoef verdween uit het nieuws. Stopte met zijn werk als imam en werd ondernemer. Maar van lieverlee werd hij toch weer actief in verschillende moslimorganisaties. Hij was voorzitter van de Nederlandse Moslimraad, bemoeide zich met moslimomroepen en zat als voorzitter van de Contactgroep Islam met de minister van integratie Rita Verdonk aan tafel. “Ik had in die jaren het gevoel dat ik langzaamaan gerehabiliteerd was.” Maar dan ontbrandt er een nieuwe affaire. Als eigenaar van het gastouderbureau ‘Family House’ zou hij op grote schaal hebben gefraudeerd en voor 2,4 miljoen aan subsidies hebben opgestreken voor werk dat feitelijk niet zou zijn uitgevoerd.
Wat was er gebeurd?
“Ik had inmiddels verschillende bedrijven: een groothandel in vlees, wat schoonmaak werkzaamheden, vastgoed, en ik zag mogelijkheden in de kinderopvang. De overheid stimuleerde moeders om buitenshuis te gaan werken of zich te scholen. Maar veel allochtone moeders doen dat niet, die brengen hun kinderen niet naar een crèche of een Nederlandse gastouder. Ik zag dat de regelgeving zo was dat ook ouders die op elkaars kinderen gaan passen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Zo schiep ik mogelijkheden voor moeders om cursussen te volgen, te werken en hun zorg voor kinderen betaald te krijgen. Ik gaf de vaders werk in mijn bedrijven en hielp de moeders voor het eerst van hun leven aan een baan, terwijl de loonkosten zichzelf betaalden. Op een gegeven moment had ik in die kinderopvang zeventig mensen in dienst.
Maar in 2009 werden de regels aangescherpt en ik zag mij genoodzaakt een aantal ouders te ontslaan en WW voor hen aan te vragen. En zo ontstond de kwestie: hadden die ouders nu wel of niet echt gewerkt. Volgens de definitie van de uitkeringsinstantie UWV niet. Ouders werden onder druk gezet en gingen mee met die definitie. Ook ontstond er discussie over het aantal gedeclareerde uren. Ik kon dat allemaal wel uitleggen. En de rechter heeft dat ook geaccepteerd. Maar ondertussen heeft de zaak twee jaar gesleept en heb ik vanaf februari tot juli 2011 vijf maanden in voorarrest gezeten.”
Bent u niet wat al te vrij met de subsidieregels omgesprongen?
“De rechter heeft in zijn vonnis het OM op alle punten in het ongelijk gesteld. Het werk van de gastouders was wel degelijk werk. De rechtbank heeft gezegd dat er geen misbruik is gemaakt van regels, hoogstens was er sprake van oneigenlijke toepassing van regelgeving om mensen van mijn doelgroep aan werk te helpen. Die laatste toevoeging is wel belangrijk: ik ben niet uit geweest op eigen gewin. De indianenverhalen dat ik er 1,3 miljoen aan zou hebben overgehouden zijn nonsens. Ik had een normaal directeurssalaris van zo’n 4000 euro per maand en verder was het verzamelinkomen, wegens verliezen in mijn andere bedrijven, over de jaren 2007 tot en met 2009 negatief. Ondertussen heb ik wel 70 vrouwen en mannen aan werk geholpen die eerst geen zelfstandig salaris hadden, niet buiten de deur kwamen; 22 van die moeders hebben in die tijd hun mbo2-certificaat gehaald. Ik ben misschien creatief met regels omgegaan; denk als ondernemer out of the box. Maar de belastingbetaler is daar niet slechter van geworden. Ik heb ongeveer tien gezinnen voor meerdere jaren uit de sociale dienst gehaald en bijgedragen aan de integratie en emancipatie van vrouwen.”
Onterecht vervolgd
Op 18 januari van dit jaar deed de rechtbank Den Haag uitspraak en oordeelde dat er onvoldoende grond voor concrete verdenking was geweest. Volgens de rechter had er dan ook geen vervolging mogen plaatsvinden. De verdenking was gebaseerd op een onjuiste interpretatie van de regelgeving. De aanhouding en voorlopige hechtenis waren onterecht en Haselhoef is ten onrechte publiekelijk gestigmatiseerd als fraudeur, zo oordeelde de rechtbank. De officier van justitie kreeg een gevoelige tik op de vingers. Hij werd niet-ontvankelijk verklaard. Feitelijk is de rechtbank dus niet toegekomen aan een beoordeling van het ten last gelegde. Maar in een zogenaamde ‘overweging ten overvloede’ oordeelt de rechtbank dat een bewezenverklaring niet in de rede had gelegen. De officier van justitie heeft inmiddels hoger beroep aangetekend.
Hoe kijkt u nu terug op deze episode?
“Voor mijn vrouw en kinderen was het natuurlijk vreselijk. Maar voor mijzelf noem ik het een ‘verrijkende ervaring’. Nee, dat bedoel ik niet cynisch. Ik kon vrij snel na mijn arrestatie lachen om de situatie. Het was alsof God mij een levensles wilde leren. Er is een Turks spreekwoord dat zegt dat je maar één meloen tegelijk in je hand kunt houden. Maar ik probeerde te jongleren met wel vier of vijf meloenen. We zijn een paar jaar geleden als gezin naar Duitsland verhuisd. Maar mijn zaken had ik in Nederland. Ik werkte 80 uur per week en moest iedere keer 300 km rijden; ik was voorzitter van de Nederlandse moslimraad en probeerde ook nog actief vader te zijn. Nu had ik plotseling tijd om rustig te slapen in plaats van snel een uiltje knappen langs de snelweg; tijd om te lezen. Ik weet dat ik niks misdaan heb. Leven is een perceptie. Achter elke gesloten deur opent zich weer een andere deur. Je moet de dingen niet te zwaar maken.”
Dat klinkt wel heel relativerend. Vond u het ook niet bedreigend en vernederend?
“Ze hebben me een paar dagen onterecht in een isoleercel gestopt. Ik ben daarom drie dagen in hongerstaking geweest. Omdat er zoveel drugs omgaat in de gevangenissen, moet je je na ieder bezoek uitkleden en word je gecontroleerd. Dat is inderdaad vernederend. Je identiteit wordt ook aangetast. In de recente berichtgeving werd ik steeds weer neergezet als nep-imam en fraudeur. Jij bent de eerste journalist die vraagt naar mijn kant van het verhaal. Kranten als hetAD en De Telegraaf brachten de aanklachten groot op de voorpagina. Nu het vonnis er eenmaal is geven ze niet thuis. In een klein kolommetje op pagina drie wordt gemeld dat het OM niet ontvankelijk is verklaard. Maar geen van deze grote kranten heeft contact met mij gezocht. Ja, daar heb ik wel moeite mee.
Mijn geloof is door al die gebeurtenissen niet aangetast. Terwijl daar misschien wel reden toe was. In 2004 is ook nog mijn enige zoon overleden aan een ernstige ziekte. We kwamen financieel aan de grond te zitten en mensen waarvan je dacht dat je iets voor ze betekende, lieten me vallen. Dat alles in 10 jaar tijd. Maar je ontwikkelt je aan de onplezierige dingen. Door hem te slijpen gaat de diamant glanzen. Ik denk wel eens: God heeft een bijzonder soort humor. Niet wrang of sadistisch, maar hij leert je om jezelf niet te ernstig te nemen. Juist in de diepe put-ervaringen heb ik gemerkt dat mijn geloof meer is dan een verstandelijke overtuiging. Je kunt bedenken dat alles een diepere betekenis heeft. Maar in die moeilijke periode heb ik vanuit mijn hart ervaren dat alles goed komt.”
Spiritueel tegen het leven aankijken, is dat wellicht een bijdrage die de islam aan de Nederlandse samenleving kan leveren?
“Er is wel behoefte aan God. Depressie is een grote volksziekte omdat mensen geen verklaringsmodel meer voor het leven hebben en het steeds als leger en leger ervaren. Of de islam kan inspireren? Van echte integratie is nog te weinig sprake. Van beide kanten.
De Nederlandse moslims zijn als gemeenschap erg gericht op materiële zaken, zoals het verkrijgen van een moskeeruimte. Moslims blijven nog te veel in hun eigen kring hangen. Maar je kunt ook zeggen dat ze tegen een glazen plafond aanlopen. Moslims die wel goed meedoen zijn eerder geassimileerd dan geïntegreerd.”
Het lijkt erop dat het islamdebat de laatste tijd minder gepolariseerd is, minder heftig . Biedt dat kansen voor een meer inhoudelijke dialoog?
“Het debat is minder heftig omdat we nu de Grieken en de EU hebben. De PVV heeft haar actiepunt verlegd. Mensen zijn ook islam-moe. Of dat kansen biedt voor een meer inhoudelijk debat? Van twee kanten is de behoefte aan karikaturen groot. Ik heb zelf geprobeerd serieus het gesprek aan te gaan, maar werd vermorzeld. De autochtone Nederlander krijgt angst aangepraat voor het grote islamgevaar. Een aimabele moslim past niet in dat beeld. En anderzijds wordt de moslimbevolking gegijzeld door salafistische stromingen. Die hebben er belang bij om de Nederlandse samenleving zo verdorven mogelijk af te schilderen, als louter bestaande uit ongelovigen die erop uit zijn de islam te vernietigen. Of dat een grote stroming in Nederland is? Voor de meerderheid van de moslims geldt hetzelfde als voor de niet-moslimse Nederlanders: een behoorlijke mate van desinteresse. Wat dat betreft zijn mensen overal hetzelfde. Ik denk wel dat een groot deel van de moslims moeite heeft om zich verbonden te voelen met Nederland omdat ze voortdurend op hun achtergrond worden aangesproken. Neem iemand als PvdA-Kamerlid Khadija Arib. Toch het hoogste wat je in Nederland aan integratie kunt bereiken. Maar ze wordt nog steeds uitgekafferd als Marokkaanse.
Ik verwacht meer van integratie via de niet-religieuze kanten van het samenleven: buurtwerk, economische bedrijvigheid, armoedebestrijding, milieu. Op al die terreinen heeft de islam zeker wel een zinvolle eigen kijk. Er moet eerst samen wat gedaan worden in plaats van gepraat. Dat gesprek over geloof komt er dan vanzelf achteraan.”
Theo van kerkhof is theoloog en journalist, www.theovandekerkhof.nl. Eerder verschenen op W!J.
Eén reactie op "De imam die vijf maanden onterecht in voorarrest zat"
Prachtig stuk, ondanks de beproevingen houdt hij het hoofd cool!
Hij is een voorbeeld voor geestelijke verzorgers!