Voorpagina Gastarbeiders, Maatschappelijk, Politiek

To Be or Not To Be

S.T. Qidi is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl

Onbekend met de essentie van het debat (wat momenteel te lande gevoerd wordt) en soms zelfs niet bereid hier kennis van te nemen, kijken moslims weg. Ondertussen gaat het debat over moslims anno 2009 over bestaansrecht van moslims: To Be or Not To Be.

In het huidige maatschappelijke debat heb je twee geluiden over moslims. Aan de ene kant heb je het extreemrechtse geluid dat moslims een groeiend groen gevaar vormen voor de Nederlandse samenleving. Door hun moslim zijn. Dat moslim zijn, zou namelijk waarden met zich meedragen die niet verenigbaar zijn met de waarden van de Nederlandse democratische rechtsstaat. De islam en allen die haar aanhangen vormen een gevaar: het eerste betoog.

Aan de andere kant heb je het geluid dat de bedreiging van de Nederlandse democratische rechtsstaat voortkomt uit een kleine groepje moslimradicalen terwijl de rest gewone nieuwe Nederlanders zijn, die goed geïntegreerd zijn. Onder integratie verstaat men dat de nieuweling zich aanpast, ook als dat verloochening van een stukje eigen identiteit inhoudt. Symptonen die wijzen op moslimradicalisme worden hierbij veelal gedragen door de handweigeraars of burqadraagsters: het tweede betoog.

Het ‘groene’ geluid

Dan is er nog een derde geluid, van de moslims zelfs, wat dof doorklinkt door de hoog opgetrokken muren van de eerste twee betogen. Het geluid wat zo nu en dan vervormd door de speakers van de media heen klinkt waardoor essentiele componenten verloren gaan: ruimte voor de religieuze identiteit, ook orthodoxie, die volwaardig burgerschap zal stimuleren en de gevaren voor religieuze radicalisering op termijn zal doen afnemen. Dit is het derde betoog.

Een betoog wat verwarring opwekt. Immers, brengt ruimte voor religie (en specifiek orthodoxie) niet een vergrote kans op radicalisering met zich mee? De a-religieuzen zitten meteen rechtop en staan klaar om een weerwoord te leveren tegen het derde betoog. De volgende dag staan de kranten vol van verontwaardigde reacties en suggestieve artikelen. Degenen waar het over gaat, de moslims, die kom je in die arena sporadisch tegen. Als er al iemand is die zijn nek uitsteekt, is de vergelijking met de roepende in de woestijn al gauw getrokken.
 
To be or not to be

Uit alle hoeken klinken geluiden die in de kern hetzelfde zeggen: moslims mogen er niet zijn. Daar waar het eerste betoog een groen gevaar van moslims schetst en de grenzen voor moslims wil sluiten (moslims mogen er niet zijn), zegt het tweede betoog dat we moslims niet moeten aanspreken op hun religieuze identiteit (m.a.w. de religieuze identiteit negeren) maar vooral moeten aanspreken als burgers van dit land die moeten integreren (moslims mogen er niet zijn). Want, beste mensen, als je niet bent, hoeft men ook geen rekening met je te houden. Als je religieuze identeit er niet toe doet, hoeft de overheid met dit component van wie jij bent en wat jou vormt geen rekening te houden bij het inrichten van de samenleving.
 
Onzichtbare werkelijkheid

En dan nu de wérkelijkheid. Voor 1 miljoen Nederlanders is de islam de leidraad voor het leven. Duizenden burgers, die tevens moslim zijn, bezoeken iedere vrijdagmiddag de moskee. Bij gebrek aan ruimte bidt men zelfs op de stoep. Duizenden moslima’s voeren een onzichtbare emancipatoire strijd op de arbeidsmarkt om met behoud van hun hoofdsluiers een bijdrage te leveren. Door te participeren met een baan. Duizenden werknemers trekken zich onder werktijd terug in berghokken om het gebed te verrichten. Duizenden moslimmoeders die, ondanks hun verslechterde conditie en gezondheid, thuis blijven en niet fitnessen omdat er gemengd gesport wordt. Duizenden jongetjes en meisjes verzinnen iedere week een smoesje om maar niet naakt onder de douche te hoeven na gym. Diezelfde jongetjes en meisjes volgen in hun vrije tijd,  opgepakt in kleine klaslokaaltjes achteraf in vervallen gebouwtjes, les in de islam in weekendschooltjes.

"Istayqidi ya ummatal islaam"

Wanneer stoppen wij met verstoppertje spelen? Wanneer komen wij uit de kast? Wanneer worden wij wakker om ons te beseffen dat dit ook ons Nederland is  en dat wij mogen eisen dat onze structuren niet langer behoren tot de ghetto? Dat wij de beste omstandigheden willen voor onze kinderen, zodat zij kunnen opgroeien tot volwaardige burgers van dit land. Burers, die trots zijn op hun Nederlandse identiteit en op hun islamitische identiteit en beseffen dat die twee identiteiten elkaar versterken. Wanneer gaan wij ons inspannen om ervoor te zorgen dat onze kinderen de worstelingen, die jij en ik meemaakten als kleine jongetjes en meisjes, niet hoeven te doorstaan? Als het niet extreemrechts is, zijn het de a-religieuzen wel die de toon van het debat, wat gaat over de toekomst van onze kinderen, bepalen. Wij zijn nergens te bekennen.
 
Worden we wakker of blijven we slapen?
 
S. T. Qidi, Amsterdam

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie