Voorpagina Algemeen

‘Is het voor allochtone jongeren verboden om in een rijke Haagse buurt te wandelen?’

Open brief van Wesley en Mohammed Anouar aan Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag

Beste meneer van Aartsen,

Wij nemen contact met u op, omdat wij allesbehalve te spreken zijn over het gedrag van een aantal van ‘uw’ agenten en de (criminele en racistische) behandeling jegens ons welke uit dat wangedrag voortvloeide. De politiedienaren in kwestie weigerden ook nog eens persoons- en contactgegevens af te staan, waardoor wij genoodzaakt zijn ons tot u te richten. Wij hopen dat Den Haag tenminste één redelijk persoon in dienst heeft, die onze klacht bevredigend kan behandelen.

De agenten op de foto zijn niet de agenten die in het artikel worden beschreven

Op 19 mei 2013 hadden wij het onschuldige voornemen een wandeling te maken. Dit doen we wel vaker, even de stad uit om toch enigszins van de natuur te kunnen genieten. Zo ook op deze bewuste zondag. Omdat één van ons al eerder in Escamp, nabij het Wateringse Veld, was geweest besloten we daar te gaan wandelen. Er scheen daar een prachtige dijk te zijn, gelegen achter een woonwijk, welke wellicht als mooie wandelroute zou kunnen fungeren. Zelf afkomstig uit Rotterdam zijn dit soort impulsieve ideeën aardig gewoon voor ons doen. Afijn, de ‘wandelroute’ bleek nogal kort te zijn en we besloten, via de woonwijk, terug te keren naar de auto om onze zoektocht naar ‘groen’ te vervolgen. Een mooi ‘stuk groen’ langs de snelweg ter hoogte van Rijswijk was nu de bestemming.

Onderweg naar de auto werden we tegemoet gereden door een motoragent en even later door twee van zijn collega’s in een busje die ons ook staande hielden. Het verhoor kon beginnen met als hamvraag wat we in Godsnaam in ‘fort Escamp’ aan het doen waren. We stonden de agenten netjes en uitvoerig te woord en deden ons uiterste best hen duidelijk te maken absoluut geen kwade bedoelingen te hebben. Al onze gegevens (met de nadruk op ‘al’) werden genoteerd en we werden uitvoerig nagetrokken. De agenten konden niets ‘verdachts’ vinden. Logisch, er was immers ‘slechts’ sprake van twee keurige jonge en avontuurlijk ingestelde heren die kwamen wandelen, niets meer en niets minder. Voor ons heel triviaal dus, voor de Haagse politie blijkbaar gelijk aan een poging tot moord.

Dat werd ons althans gauw duidelijk, want toen we dachten onze weg te kunnen vervolgen werden we letterlijk op de voet gevolgd door de motoragent. Het had veel weg van een slechte horrorfilm. Vooral toen diezelfde motoragent alle bewoners die hij tegenkwam begon aan te spreken. Hoogstwaarschijnlijk probeerde hij ons af te schilderen als zware criminelen, wat hem aardig lukte aangezien de passanten ons aankeken alsof we onze bivakmutsen al op hadden.

Agenten zijn er voor een veilig straatbeeld? Het leek er eerder op dat de politie ons angst probeerde in te boezemen. Toen wij meneer de motoragent hierop wilden aanspreken, reed hij abrupt weg, met sirenes en al! Uiterst merkwaardig, te meer omdat hij op dat moment nog in gesprek was met zo’n paranoïde buurtbewoonster! Mevrouw in kwestie wist ook niet zo goed was zij er van moest denken, maar wat ze blijkbaar wel zeker wist, was dat wij satans vertegenwoordigers op aarde in hoogst eigen persoon waren. Zo verraadde haar afkeurende blik ten minste. Als blikken konden doden, hadden wij dit niet meer na kunnen vertellen meneer van Aartsen.

Omdat we naast natuur ook erg gesteld zijn op goede architectuur, vonden we het wandelen door de dure wijk eigenlijk wel interessant. Maar al gauw leek het er op dat bij elke meter die wij liepen, er een extra agent bij kwam om ons quasi onopvallend gade te slaan. In totaal wisten wij naast de motoragent en de twee agenten in het busje nog twee agentes op fietsen te tellen en zelfs één agent in burger. Later vertelde een praatgrage agent ons echter stoer dat we door ‘’nog veel meer agenten’’ in de gaten werden gehouden.

Hoe dan ook, de agenten die wij zagen en herkenden waren al ‘aanwezig’ genoeg, aangezien zij ons allen op de voet volgden, ondertussen druk met elkaar overleggend. Eén van de agentes zou ons later nog toebijten dat we ons vast wel ‘’speciaal gevoeld zouden hebben’’, wat zonder meer waar was. Alleen dan wel ‘speciaal’ zoals een opgejaagde topcrimineel zich verdomme zou voelen! Terwijl onze enige ‘misdaad’ dus was dat we het in onze hoofden hadden gehaald om als allochtone jongeren uit een Rotterdamse achterstandswijk een rijke Haagse buurt uit te kiezen als wandelgebied.

Na een ‘schijnbeweging’ (we trapten even een balletje met wat buurtkinderen zodat één van de agenten ‘onopgemerkt’ wat dichterbij kon komen) spraken wij een (die) agente aan. De agente in kwestie had daar duidelijk niet op gerekend. Stotterend en met een hoofd als een tomaat probeerde zij aanvankelijk te ontkennen dat we door haast het gehele politiekorps gevolgd werden, maar verraadde zij zichzelf toch al gauw door haar collega’s door middel van haar portofoon te laten weten ‘in gesprek met ons te zijn’. De andere ‘fietsagente’ dacht schijnbaar dat dit codetaal was en kwam als een bezetene aanfietsen om te kunnen constateren dat we echt niets kwaads in de zin hadden. Een slecht geweten is een slechte raadgever.

De toestand van het geweten van de agenten werd ons al gauw duidelijk toen mevrouw in alle eerlijkheid vertelde getraind te zijn in het herkennen van ‘figuren zoals ons’. We liepen raar, we kwamen ‘helemaal’ uit Rotterdam en hadden daar niets te zoeken, volgens mevrouw. En er waren nou eenmaal wat inbraken gepleegd in de wijk door ‘figuren zoals ons’. Onze conclusie: als de gepikeerde verzekeringsmaatschappijen en rijke bewoners uw politiepersoneel daadwerkelijk met zo veel werk (lees: etnische preventie) opzadelen, is het misschien makkelijker om van Escamp een fort te maken door er muren omheen te bouwen!

Na het gesprek met de agentes (wat net zo goed een gesprek met een muur zou kunnen zijn) besloten we maar te vertrekken om de kinderachtige politiemacht hun zin te geven. Homo’s en joden die wijken worden uit gepest halen steevast het nieuws, zou dat ook gelden voor weggepeste allochtonen, zelfs als de politie in deze als grootste pestkop zou kunnen worden geïdentificeerd?

Nog geen 500 meter verder werden we door de agenten in het busje ook nog aan de kant gezet voor een uitgebreide controle van de auto. De agenten gingen nog grondiger te werk dan Spaanse douanemedewerkers. Het duurde dan ook even. Genoeg tijd dus om er nog een agent in burger bij te halen, die de twee ‘criminelen’ die de wijk in hun ban hielden ook wel even persoonlijk wilde ontmoeten. Wat ons betreft het gevolg van verkwisting van belastinggeld aan onkundig politiewerk.

Als wij het goed begrijpen meneer van Aartsen, geldt er voor ons dus een verbod op het betreden van bepaalde gebieden in Nederland? Een verbod waar wij niets van afwisten, maar wat dus een logisch gevolg is van onze etnische identiteit?

Graag krijgen wij om te beginnen antwoorden op al onze vragen. Met uw politiepersoneel viel namelijk niet te praten. Zij wisten alleen te vertellen dat vanwege de inbraken in de wijk zij het recht hadden ‘’iedereen die buiten de norm (hun norm dus) viel’’ (letterlijk gezegd door mevrouw de ‘fietsagente’) als een crimineel te behandelen.

Mocht u nog meer informatie nodig hebben om ons te woord te kunnen staan, willen wij u vriendelijk verwijzen naar de vooralsnog anonieme politieagenten, die desbetreffende avond zo veel over ons wilden weten, dat met die informatie een dossier kan worden ‘aangelegd’ zo dik als de Gutenbergbijbel.

Met toch nog vriendelijke groet,

Wesley en Mohammed Anouar

Foto: nico1959 via photopin cc

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie