Voorpagina Algemeen, Politiek

‘Het succesverhaal van Erdogan stuit tegen het zere been van de Kemalisten’

Het waren de bewogen jaren 80. Rechts en links stonden lijnrecht tegenover elkaar. Broers werden vijanden. Families werden opgebroken door een strijd der ideologieën. De Koude Oorlog had ook zijn impact op de Turkse maatschappij. Tot dat de coupe ervoor zorgde dat er een eind kwam aan deze broederstrijd. Openlijk uitkomen voor je linkse of rechtse gedachtegoed was niet meer. Deed je dat wel dan stond je leven op het spel.

Vele linkse en rechtse idealisten werden in die tijd opgehangen. De status quo moest koste wat het kost hersteld worden. Binnen mijn familie bleef die verdeeldheid na de staatsgreep. Mijn neef en oom – beide links politiek geëngageerd – trokken uit voorzorg, bang om veroordeeld te worden in de jaren 80 naar Zwitserland. Ik moest niks hebben van hun dogma. Hun ellenlange heldenverhalen over Deniz Gezmis en Che Guevarra werden weggefilterd door mijn brein. Mijn ouders zagen de bekrompenheid in van de twee overtuigingen en lieten me opgroeien met de islam.

Op jonge leeftijd werd ik naar de moskee gestuurd om het geloof te leren kennen. In de zomervakanties was ik dagelijks in de moskee te vinden om de Koran te reciteren. Anders dan mijn vrienden die uitgingen en veel minder praktiserend waren. Ik zag er niet uit als een stereotype gelovige Turk. In Turkije spraken elitaire Kemalisten en zogenaamde linkse revolutionairen me aan, omdat ze dachten dat ik één van hen was. Niets was minder waar. Er ontstonden hevige discussies waarbij er uiteindelijk één of meerdere mensen tussenbeide moesten komen.

Ik verafschuwde de onderdrukkende heersende elite. Hun neerkijken op armen, minderheden en op de gelovige burger waren voor mij niet te herenigen met mijn normen en waarden. De zelfbenoemde seculieren zorgden ervoor dat een aantal van mijn nichtjes niet konden studeren aan de universiteit. Het woord seculier werd gemakshalve en onterecht door ze toegeëigend. Niemand van de meeste gelovige burgers schreeuwden immers om een theocratie.

Diezelfde Kemalisten zorgden ervoor dat het zuidoosten van Turkije achtergesteld raakte. Begin jaren 80 hadden ze in het lemen dorp van mijn ouders geen elektriciteit, geen sanitaire mogelijkheden en geen verharde wegen. Het was bar gesteld met alles en iedereen. Wat de graanschuur van Turkije had moeten worden werd een instabiele feodale regio waar niet naar omgekeken werd. Of dat al niet genoeg was voor de ‘progressieve moderne’ Kemalisten werd martelen van andersdenkenden een soort van hobby voor hen. De mensenrechten werden geenszins gerespecteerd. Alevieten, Koerden, Soennieten geen van hen mocht rekenen op sympathie van de militaire marionettenregering. Alles werd de kop ingedrukt.

Middels een rigide bureaucratie en een beperkte rechtsinspraak ontmoedigden ze de democratische wil van het volk. Economische recessies volgden elkaar vervolgens in rap tempo op. In 1994, 1998, 1999, 2000 en 2001 waren er crisissen. 5 in 7 jaar tijd. De hyperinflatie van 67% was niet te stuiten. De corruptie bereikte zijn hoogtepunt toen er tijdens een dodelijk ongeluk in Susurluk politici samen in een auto zaten met de grootste maffiabazen van Turkije. De schulden bij het IMF stapelden zich met de dag op. (schulden die sinds kort afbetaald zijn) Het GDP lag vergeleken met nu een 5 tal keer lager. Het protectionistische beleid zorgde ervoor dat het land in een diep dal terecht kwam. De enige vriend van een Turk is een Turk was de slogan. Echter had die Turk de buitenlander heel hard nodig. Volgens de Kemalist was het liberaliseren van de economie het verkopen van het land aan de vijand.

Pas na Özal, de eerste president van Koerdische komaf leek er verandering te komen in het economische beleid. Hij introduceerde politieke en economische hervormingen. Een aantal sectoren werden geprivatiseerd en middels het GAP project werd er geld gestoken in het zuidoosten van Turkije. Na het overlijden van Özal volgden wellicht de meest rampzalige jaren ooit voor Turkije. In 2001 met de komst van Erdogan kwam daar verandering in. De straatvechter uit Kasimpasa Istanbul. De charismatische retoricus, ooit vastgezeten om een gedicht dat hij had voorgelezen, won overweldigend de verkiezingen in 2002. Een nieuw tijdperk trad in. Een tijdperk waarin er tot aan nu enkel economische voorspoed zou komen.

Het economische succesverhaal van Erdogan is ondertussen bij eenieder bekend. Turkije is de powerbroker van de regio geworden. Turkije maakt zijn eigen helikopters, vliegtuigen en is sinds kort begonnen met het bouwen van zijn eigen vliegdekschip. Rechten van Koerden zijn welhaast gelijkgetrokken. Koerden kunnen weer in het Koerdisch zingen. Koerdisch werd een keuzevak in het onderwijs en de Koerdische entiteit werd in het parlement openlijk erkend. De bloedbaden aangericht op alevieten werden voor het eerst toegegeven door de Turkse regering. Kerken werden hersteld in hun oude hoedanigheid.

Assyriërs trokken weer terug naar hun provincie Mardin. De werkloosheid is nog steeds met zo’n 10,5% hoog, maar een stuk lager dan in de tijd van de Kemalisten. Het gat van de trade deficit werd een stuk kleiner. Het mortgage-syteem op de huizenmarkt werd geïntroduceerd. Sloppenwijken werden gesloopt en de burger kreeg in plaats daar van weer bewoonbare huizen. De leerplicht werd uitgebreid van acht jaar onderwijs naar twaalf jaar. Schoolboeken werden gratis. Alle provincies in Turkije kregen hun eigen universiteit. Bovendien werd er in 2003 samen met Unicef de campagne ‘Kom op meiden, naar school!’ (Haydi kızlar okula!) gestart. Maar bovenal zorgde hij voor gratis zorg, een klein pensioen voor ouderen en een verbetering van de infrastructuur van Turkije.

Zijn succesverhaal stuitte tegen het zere been van de Kemalisten. Hun populistische leuzen dat Turkije een seculier land is en dat zal blijven werd door het steeds hoger opgeleide Turkse volk niet meer aangenomen. De huidige regering heeft in die 11 jaar tijd niet één keer de intentie gehad om een theocratie te installeren. Daar in falend wilden de Kemalisten middels een false flag missie, Ergenekon, het gezag ondermijnen van de regering. Plan was om een aantal aanslagen te plegen in Turkije om zo chaos en onrust te creëren en daarbij de schuld in de schoenen te schuiven bij de heersers van het land.

Geheime diensten hadden op tijd door dat er aanslagen beraamd werden op burgerdoeleinden. Geluidsopnames, schriftelijke correspondenties en gevonden explosieven waren bewijzen waar men niet om heen kon. Vanuit Europa klonken de alsmaar zelfde verwijten dat er meer dan 100 journalisten vastzaten in de Turkse cellen. Niet wetende dat die journalisten verdacht waren op het beramen van aanslagen. Geen van hen zit vast op hun schrijven en eenieder van hen krijgt een eerlijk proces. Zoals het een rechtsstaat betaamt.

Voorts is er de omgang met de Koerdische kwestie. De regering strijdt sinds begin jaren 80 tegen een leninistisch-marxistische terreurbeweging. En het was niet alleen de Turkse regering die dat deed. Het was tevens de Koerdische Hezbollah die vocht tegen de leninisten van de PKK. Het verschil tussen beide bewegingen was dat de Hezbollah van Turkije een islamistische staat wilde maken en de PKK uit was op opdeling, met als doel een communistische Koerdische heilstaat. Dat de PKK geen vertegenwoordigers waren van de Koerden werd maar alleszins duidelijk toen de AKP de politieke arena betrad. Vele gelovige Koerden stemden op de AKP. Immers dat was de partij die de islamitische principe nastreefde en geen onderscheid maakte tussen entiteiten.

Het zwart wit denken van westerse journalisten inzake deze kwestie getuigt van een gemakzucht en nalatigheid om de kwestie beter te willen begrijpen. Het is nooit een kwestie tussen Koerden en Turken geweest. Het is een kwestie tussen de overheid en een leninistische terreurbeweging geweest. Erdogan heeft anders dan bijvoorbeeld de Spaanse regering die de Batasuna verbood, een partij die openlijk terreur verheerlijkt geaccepteerd in het Turkse parlement. Daarnaast is hij met de leninistische terroristen vredesonderhandelingen aangegaan. Een actie waar ik persoonlijk mijn vraagtekens bij zet.

Veel van deze positieve ontwikkelingen lijken de demonstranten ontgaan te zijn. Zij blijven zich obsessief vastklampen aan romantische linkse en kemalistische idealen die niet gesteund worden door de meerderheid van de bevolking. Één van de triggers van hun idealen was de maatregel van de regering om de verkoop van alcohol te beperken. Hierbij mag er tussen 22:00-06:00 geen alcohol meer verkocht worden in winkels en restaurants in de buurt van scholen en moskeeën. Een maatregel ontstaan vanuit de vele verkeersongevallen in Turkije. In 54% van de gevallen zit daar namelijk alcohol in het spel. Een restrictie met een goed doel en die niets te maken had met een zogenaamde islamitische wetgeving. In vele andere niet islamitische landen gelden immers allang restricties inzake alcohol.

Een tweede trigger was het plan om een winkelcentrum  te bouwen in het Gezi-park op Taksim. Dit bracht een terechte bezorgdheid mee bij het volk. Bij de rechtsgang zou de bevolking en belanghebbenden te weinig betrokken zijn geweest. Te rigoureus besloot men om de bouwplannen door te willen drukken. Dat de huidige Turkse regering vervolgens weggezet werd als tegenstanders van groen en natuur was niet te onderbouwen. Nog nooit zijn er zoveel bomen geplant in Turkije als onder de huidige regering. Rentmeesterschap werd door deze regering onmiskenbaar gewaarborgd.

De rellen hebben ons laten inzien dat de politie meer dan repressief gedrag heeft vertoond. Er was ten tijde van de demonstraties sprake van censuur in de Turkse media. Echter was het gedrag van de relschoppers disproportioneel. Molotovcocktails, anti-islam retoriek, geweld en slogans waarbij er werd geschreeuwd om het aftreden van een democratisch gekozen premier waren hier een aantal voorbeelden van. Hoe we het wenden of keren. Turkije zal met al zijn minderheden en groeperingen een land van verscheiden meningen blijven.

Het is aan Erdogan de taak om premier te zijn van alle burgers van het land. Vrijheid van demonstreren en vrijheid van meningsuiting dienen door hem beschermd en gerespecteerd te worden. Het is de taak van beide partijen om de toenadering te zoeken. Immers zelfkritiek en bereidheid tot consensus is vereist voor een duurzame oplossing.

Foto: Michael Fleshman via photopin cc

Haci Tekinerdogan is dertig jaar geleden geboren in het pittoreske Achterhoek, in de gemeente Oude-IJsselstreek. Geïntrigeerd en soms ontdaan door de wereldpolitiek en de maatschappij rondde hij zijn lerarenopleiding maatschappijleer af in Tilburg. Als jongste telg van het gezin heeft hij als geen ander geleerd op te komen voor zijn rechten. Vakantiedagen, daar heeft Haci als docent genoeg van. En ervan genieten doet hij als geen ander. Elk mens bevat volgens hem de menselijke waardigheid die door God is gegeven en vanuit dat perspectief is ieder mens gelijkwaardig. Voor de komende jaren heeft hij als doel wederom kwalitatief goed onderwijs te leveren en een master internationale betrekkingen in historisch perspectief te behalen. Komt het licht der wijsheid uit het oosten ofwel ‘ex oriente lux’. Haci maakt in ieder geval van de Achterhoek een opvallend en toonaangevend lichtbaken.

Lees andere stukken van