Voorpagina Ingezonden, Politiek

Westerse praatjes: democratie is weer dood

Dit stuk is ingezonden door Mohammed Jabri

Iraniërs hebben ons niet nodig om hen te onderwijzen wat zaken zoals vrijheid en een representatieve regering echt inhouden. De strijd om dit besef zijn zij namelijk al heel lang geleden aangegaan. Degenen die er werkelijk les in nodig hebben, zijn wij, Westerlingen. Het was vanachter de burelen in Washington, waar de coup in Iran (Operation Ajax) in 1953 werd bedacht en welke ervoor zorgde dat de democratisch gekozen regering omver werd geworpen ten faveure van de daarna aan de macht geholpen sjah. Het was Washington dat achter de val van de toenmalige premier Mohammed Mossadegh zat.

Mossadegh (1882-1967) was een man die oprecht hield van zijn land, net zoveel als dat hij hield van recht en democratie. Hij werd na zijn val onder permanent huisarrest geplaatst door de VS. Na zijn val werd de volledige macht aan het corrupte regime van sjah Mohammed Reza Pavlavi (1919-1980) gegeven. Dit regime werd bekend dankzij haar geheime politie en primitieve clerus die als pissenbedden onder alle denkbare vochtige stenen in het land vandaan kwamen kruipen om hun zelfbenoemde geboorterecht te claimen. Iran had een democratie, totdat de Westerse wereld deze om zeep hielp.

Het fundamentele probleem in het Midden-Oosten is niet een structureel corrupte Islam. Het echte probleem aldaar is een zeer corrupte en giftige neoconservatieve afsplitsing van het Christendom. Deze christelijke neocons hebben niet vrijheid en democratie en verlichting gebracht aan het moslimvolk, zoals gepretendeerd. Integendeel. De ijzeren vuist van het Amerikaanse militarisme is gebruikt om de Westerse oliebelangen veilig te stellen in Irak, bezetting van Afghanistan te realiseren teneinde controle op de regio te consolideren en er vooral voor te zorgen dat alle regimes vooral geen politieke invloed verliezen. De steun gaat uit naar een Israëlische regering die niets dan oorlogsmisdaden begaat tegen zowel Libanon als Gaza en welke dagelijks Palestijns grond steelt, onder het toeziend oog van de machteloos reagerende wereld. Er is een netwerk van militaire bases gerealiseerd, van Marokko tot aan Tadjikistan. En niemand die er ook maar in gelooft dat er intenties zijn om daar weg te gaan. Behalve naïeve Westerlingen zelf.

Het Westen is het grootste probleem in het Midden-Oosten. Door al het veroorzaakte geweld heeft het Westen zelf het bestaansrecht van de Ahmadinejads en de Bin Ladens gerechtvaardigd. Hoe langer Westerse entiteiten in het Midden-Oosten rondspoken, hier en daar een bommetje laten vallen en claimen de dienst uit te mogen maken in de moslimwereld, des te meer deze monsters (in feite reflecties van het eigen gecorrumpeerd image) hun spinnen garen. De theoloog Reinhold Niebuhr schreef eens: ‘de meest significante morele karakteristiek van een natie is de hoeveelheid hypocrisie’. Maar de Westerse hypocrisie neemt niet langer iemand in de maling, behalve Westerlingen zelf. Het is de verzekering van een imperialistische en economische ondergang.

De echte geschiedenis van Iran is de geschiedenis van een volk dat vecht tegen tirannie. Deze tirannen werden bijna altijd in het zadel geholpen door ‘vreemde mogendheden’. De ontstane onderdrukking en verstoring van pogingen van democratische vernieuwingen en hervormingen in de afgelopen decennia resulteerde in de revolutie van 1979, welke de Iraanse clerus aan de macht hielp en het land in een nieuwe tragische cyclus van Iraans verzet bracht. Als Iraniër zou je ondertussen bijna geen greintje motivatie meer overhouden en als zoogdier door het leven willen gaan. Water drinken, zuurstof inademen en geen besef van het eigen bestaan hebben, wachtend op je dood.

Het verhaal van Iran over de afgelopen 200 jaar is dat van nationale declassificatie aan de hand van buitenlandse machten die het land hebben beroofd van de nationale rijkdommen. Voor lange tijd waren dit de Britten en de Russen. Sinds 1953 hebben de VS deze rol overgenomen. In dat jaar gooiden de Amerikanen, met hulp van de Britten, de toenmalige regering overboord. Hiermee werd de Iraanse democratie vervangen voor een dictatuur.

Daarna, in de jaren ’80, kozen de VS de kant van Saddam Hussein in de Iran-Irak oorlog, door hem te steunen met militair materiaal en informatie waarmee hij uiteindelijk honderdduizenden Iraniër moeiteloos kon uitroeien. Gezien deze geschiedenis, is de kritiek van de VS op Iran, ls zou Iran niet voldoende democratisch zijn, verre van geloofwaardig.

Nog belachelijker is de clerus in Washington, welke om interventie roept in de hoog opgelopen spanningen in Iran rondom de verkiezingen, in het belang van democratie. Diezelfde clerus riep nog geen jaar geleden dat er bommen op Iran moesten vallen omdat Iran ogenschijnlijk lastig deed bij het vrijgeven van informatie over de inspanningen om kernenergie op te wekken. Stel je nu voor, dat zij vorig jaar hun zin zouden hebben gehad en er daadwerkelijk bombardementen zouden zijn uitgevoerd op Iran. Dan zouden de Iraanse demonstranten die nu door de Amerikanen geprezen worden voor hun verzet tijdens de laatste verkiezingen, dood zijn. De gemiddelde Amerikaan zal het waarschijnlijk aan zijn achterwerk roesten of een Iraniër krijgt waar deze recht op heeft. Als de olie maar blijft vloeien, om die 8-cilinder rijdende te houden.

Washington is namelijk nooit over het verlies van Iran heen gekomen, iets wat de Amerikaanse inlichtingendiensten nooit hebben zien aankomen. Het afzetten van de sjah, het belachelijk maken van de gijzelaars in de ambassade en het aan elkaar plakken van verscheurde geheime documenten, die de Amerikaanse inspanningen om de binnenlandse politiek te verstoren bewezen hebben de wereld destijds een kijkje laten nemen in het werkelijk zwarte hart van het Amerikaans imperium. Washington heeft sindsdien Iran altijd gedemoniseerd en afgeschilderd als een irrationeel en barbaars land waar een primitieve, onderontwikkelde extreem religieuze clerus de dienst uitmaakt. Maar Iraniërs, zoals de huidige demonstranten op straat die nu dagelijks op de televisie te zien zijn, hebben bewezen vele malen heldhaftiger te zijn als het aankomt op het verdedigen van het hele concept democratie.

Waar waren die Amerikanen, toen in 2000 Republikeinen de verkiezingen hebben gestolen en George W. Bush aan de macht kwam? Ik heb toen meer mensen in hun achtertuin achter de barbeque gezien dan demonstranten die de straat opgingen om hun stemrecht te verdedigen. Niks geen tienduizenden die de pleinen vulden om te laten merken dat ze de fraude niet pikken. Niks geen inspanningen om grote groepen mensen te mobiliseren, om transparantie te eisen in het hele verkiezingsproces. Niks geen strijd met dezelfde heldhaftigheid zoals de Iraniërs nu op dit moment laten zien. Bush’s concurrent, Al Gore, deed geen moeite Bush uit te dagen, zoals de Iraanse oppositie bij monde van Mir Hossein Mousavi heeft gedaan. Gore tekende een contract in Hollywood en vloog vervolgens in zijn kerosine slurpende jet de wereld rond om de geschiedenis in te gaan als een milieuactivist, om ons te waarschuwen vooral minder kerosine te gebruiken omdat de gevolgen daarvan niet meer te overzien zijn.

Ikzelf ben geen fan van het Iraanse regime, of zelfs het Iraanse volk. Er bestaan tussen mijzelf en de gemiddelde Iraniër teveel religieuze verschillen, om per definitie het eens te zijn met een Iraniër. Wat ik wel onderschrijf is dat ook een soennitische moslim zoals ikzelf, in ieder geval wel een sji’itische Iraniër als een islamitische broeder beschouw, ondanks die verschillen in geloofsinterpretatie. Net zoals ieder ander die de getuigenis van ‘Geen god dan God’ aflegt. De rest is bikkelij tussen mensen, en verre van absolute waarheid. Je moet je afvragen: wat zouden wij doen als de rollen waren omgedraaid? Wat als Iran in het verleden Duitsland had aangezet een invasie in ons land te plegen en de Duitsers had betaald om iedere Nederlander uit te moorden? Zouden wij ons dan nog genoodzaakt voelen met een lief oog naar de Iraniërs te kijken? De grap is dat we dat nu ook al niet doen. We kijken nu naar de Iraniërs alsof zij ons iets hebben aangedaan, terwijl het Westen juist Iran heeft onderdrukt en verkracht. Zie het als die verkrachter, die een vrouw heeft aangerand en haar vervolgens beschouwt als iemand die haar verkrachter iets is verschuldigd. Alsof de verkrachting een pleziertje was voor die vrouw. Ze moet dus maar niet zo zeuren.

De Westerse wereld is al heel lang de primaire motor voor het radicalisme in het Midden-Oosten. Het grootste plezier dat het Westen de rest van de wereld kan doen is terugtrekking van al het militair vertoon in landen van Marokko tot aan Vietnam en van Turkije tot aan Zuid-Afrika, en dat militair vertoon inruilen voor de taal van de diplomatie, respect en belangen gebaseerd op wederzijdse interesses, en vooral (VOORAL!) berusten in de historische rol die het Westen heeft ingenomen. Hoe langer die verdomde doctrine van een permanente oorlogsstaat wordt gevoerd, des te meer de rechtvaardiging van de failliete clerus zoals in Iran, om hun politieke tegenstanders uit te moorden. Hoe harder Israël en haar idiote bondgenoten in Washington schreeuwen om het bombarderen van Iran, des te blijer is die clerus. We doen lacherig om die Iraanse demonstranten, die Ahmadinejad-stemmers, die leuzen roepen zoals ‘Dood aan de grote Satan’. Maar die leus is een optelsom die verre van wiskundige redeneringen staat en een realiteit behelst waarin het Westen zelf verantwoordelijk is voor de onderliggende haat.

Onze vergiftiging, de arrogantie voortkomend uit het bezit van zoveel militaire en economische macht, verblindt alle hoop op samenwerking. Mohammed Khatami, ex-president van Iran (1997-2005), is een iemand die stond en nog steeds staat voor een sociale samenleving die erop gericht is vredig samen te werken met andere landen. Wat deed het Westen? Het voorzag Khatami met een retoriek alsof de man een barbaar zou zijn, niet van deze wereld, een vijand van de westerse democratie. Die democratie, die ondanks de eigen naïeve houding van westerlingen, eigenlijk allang dood is en alleen nog maar bestaat op papier en als jasje.

De westerse wereld is een gevangene van de eigen demonen, gecreëerd door het eigen doen en laten. Doof voor de inbreng van anderen omdat het Westen zichzelf zo graag hoort praten. Het is tijd om deze demonen uit te bannen. Het is tijd, niet om onze steun uit te spreken voor onze volksvertegenwoordigers die hun diplomatieke betrekkingen niet benutten, niet om te gaan staan achter degenen die demonstranten neerslaan, niet om steun te geven aan de oorlogsbeleidsmakers in het Pentagon, maar steun te geven aan al die Iraanse demonstranten die je op tv ziet en met je bordje prak op je bank zit uit te lachen, omdat het zo clowneske, zo onontwikkeld, zo Neanderthaler oogt. De echte ontwikkelden zijn niet de hoeren van deze decadente samenleving, die zuigend aan de borst van ons financieel systeem het maar best vinden zolang die hatelijke hypotheek van je betonnen blokhut en de huur van je campingplaats maar betaald wordt. De echte ontwikkelden tonen ballen en springen op de bres voor hun rechten, in plaats van maar over de grond te rollen en voor dood te blijven liggen, opdat die vieze, oude mannen met zoveel politieke macht over je heen gaan en je helemaal beurs verkrachten totdat er geen greintje verzet meer in je ziel zit. De echte ontwikkelden doen iets aan de langzame dood die democratie aan het sterven is.

De strijd die de Iraniërs nu leveren, is een strijd van ons allen. En heel, heel misschien, kunnen we nu voor eens en altijd onze praktijk laten matchen met onze uitgesproken idealen voor wat betreft democratie. We hebben nu eenmaal, op grond van de post-Neurenberg wetgeving, geen recht om Irak en Afghanistan bezet te houden. Volgens de statuten die daarin staan, zijn deze bezettingen nu eenmaal oorlogsmisdaden. We hebben geen recht om staatsgesponsorde terrorisme, zoals tegen Iran, in stand te houden, om het Midden-Oosten om te toveren tot het tankstation van de Westerse wereld, ten koste van de lokale bevolking en slechts ten faveure van de grote oliemaatschappijen. Als je zegt een liberale democraat te zijn, dan sta je hier niet achter. Als je zegt een religieuze democraat te zijn, dan sta je hier niet achter.

Wat je je dan wel dient af te vragen: in hoeverre heb je er nou eigenlijk direct belang bij door te helpen het in stand te houden? Het resultaat: je wordt gehaat. We hebben geen recht Israel te blijven steunen in de onderdrukking van de Palestijnen. Door er niets tegen te doen, steun je het indirect. Door er niets tegen te doen, steun je de overtreders van democratisch geformuleerde wetgeving. En ben je dus simpelweg geen democraat, ook al zeg je dat wel te zijn. Als je een echte democraat bent, dan kies je de kant van degene die dat ook daadwerkelijk is, ongeacht of dit op religieuze of niet-religieuze gronden is. En op dit moment strijdt de Westerse wereld tegen de democratie en slechts puur voor het kapitalisme. Ga zelf maar eens na, in hoeverre die twee nou eigenlijk vijanden zijn van elkaar. Wie deze twee zaken op gelijke voet plaatst, is gewoonweg dom.


Mohammed Redouan Jabri is een schrijver en heeft naast het publiceren van meerdere boeken ook talloze artikelen geschreven voor verscheidene Nederlandse en Amerikaanse dag- en weekbladen.

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van Wij Blijven Hier!