Voorpagina Politiek

Turkije en het EU-lidmaatschap

Afgelopen vrijdag was het precies 50 jaar geleden dat Turkije het lidmaatschap aanvroeg voor de voorloper van de EU. In talloze verhitte debatten en felle opiniestukken sindsdien, slaan voor en tegenstanders van een Turkse toetreding tot de EU elkaar met vaak non-argumenten om de oren om hun gelijk aan te tonen. Wie echter de kwestie van een mogelijke Turkse toetreding tot de EU nuchter bekijkt kan niet anders concluderen dan dat men blijkbaar liever veel kabaal maakt over een mogelijk toekomstig non-probleem, dan inhoudelijk te praten over de werkelijke problemen die op Europees niveau spelen, laat staan dat men met nieuwe visies komt voor de toekomst van de EU. Het blijft bij het, in diverse gradaties, naar de mond praten van EU-scepticisme onder een deel van het electoraat en een povere verdediging daartegen van de Eurofielen.

Over een mogelijke toetreding van Turkije tot de EU in de toekomst, daar valt pas rond 2025 iets zinnigs over zeggen. Tegen die tijd kan men daadwerkelijk een oordeel vellen of Turkije aan alle criteria voldoet die verreist zijn om het lidmaatschap van de EU te verwerven. Nu al scepsis hebben over of Turkije ooit zal voldoen aan de toelatingscriteria is ver vooruitlopen op een proces dat pas begonnen is, tenzij men al van mening is dat het land nooit en te nimmer lid mag worden.
Het zijn trouwens niet de minsten die dat vinden: onder de tegenstanders van een Turkse lidmaatschap bevinden zich niet alleen een geblondeerd Kamerlid uit Limburg, maar ook de Franse president en de Duitse bondskanselier. Die mening wordt trouwens ook gedeeld door een meerderheid van het electoraat in de EU. Gezien de hele of halve afkeer voor het lidmaatschap van Turkije bij een groot deel van de politici en de meerderheid van het electoraat, lijkt het niet meer dan democratisch om over te gaan tot het stopzetten van de onderhandelingen met Turkije en een herziening van het besluit om Turkije de status van kandidaat-lid toe te kennen, in plaats van de kool en de geit proberen te sparen door deels mee te gaan met de anti-Turkse houding van het electoraat en ondertussen halfslachtig door te onderhandelen met Turkije.

Voor Turkije zelf is het EU-lidmaatschap van immens belang, niet alleen economisch, maar ook ideologisch/psychologisch gezien de geschiedenis van het land. Turkije streeft er dan al 50 jaar naar om toe te treden, hoewel er ook in Turkije een groeiende groepen Eurosceptici zich beginnen te roeren is nog steeds een overweldigende meerderheid van de bevolking voor toetreding van Turkije tot de EU.
Het land heeft de afgelopen jaren op allerlei fronten spectaculaire hervormingen doorgevoerd, maar het is er nog bij lange na niet. De problemen rondom Cyprus, de Koerdische kwestie, de nog niet naar behoren werkende rechtstaat, de invloed van het leger, het lagere welvaartspeil en alle anderen kwesties die sceptici naar voren brengen als onoverkomelijk obstakels voor een mogelijk lidmaatschap van Turkije vragen om oplossingen. Voor oplossingen zijn politieke visie, moed om heikele kwesties bij de wortel aan te pakken en doorzettingsvermogen nodig om gedurende die jarenlange hervormingen de vaart er in te houden om daadwerkelijk in 2025 klaar te zijn voor het lidmaatschap van de EU.

In Ankara lijkt men echter na de eerste spectaculaire hervormingen een pauze ingelast te hebben. Een tijdelijke pauze om de nodige politieke kracht te vinden om binnen korte tijd aan een tweede ronde van spectaculaire hervormingen te beginnen? Of vindt men het zo voorlopig wel genoeg in Ankara? In het laatste geval kan men niet anders concluderen dan dat men in Ankara blijkbaar geen haast heeft om lid te worden van de EU. Een vreemde houding op het eerste gezicht van een land dat al een halve eeuw lid wil worden! De hervormingen die nodig zijn om te voldoen aan de criteria voor het EU lidmaatschap brengen echter met zich mee dat het land politiek geheel op de schop moet. Veel machtstructuren en ideologische denkbeelden die sinds de stichting van de republiek in 1923 als onaantastbaar gelden zullen door de hervormingen verdwijnen of geherdefinieerd dienen te worden. Iets dat op veel weerstand stuit in Turkije bij zowel een deel van de elites als de bevolking.

Ironisch gezien zijn het de op het Westen gerichte machtselites, de zelfbenoemde erfgenamen en hoeders van Atatürks ideologie die het meest te verliezen hebben bij de hervormingen. Het lidmaatschap van de EU zou in feite de voltooiing van Atatürks droom zijn van Turkije als modern westers land dat op gelijke voet staat met andere Europese landen en een van hen is geworden. De voltooiing van die droom betekent echter tegelijkertijd het einde van Atatürks ideologie. De moderniseringshervormingen die Atatürk in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw doorvoerde waren modern in die jaren maar zijn in de eenentwintigste eeuw voor een groot deel achterhaald en vormen in Turkije al jaren het grootste obstakel in het omvormen van Turkije van een semidemocratie naar een echte democratie.

De regerende AK-partij en haar achterban, voor een deel religieusconservatief en weinig ophebbend met veel westerse normen en waarden, heeft daarentegen heel wat te winnen bij de hervormingen die nodig zijn om te voldoen aan de criteria voor het EU lidmaatschap. Het is niet voor niets dat onder deze partij zoveel hervormingen zijn doorgevoerd sinds de partij aan de macht is. Dat die hervormingen niet zonder risico zijn bleek uit een poging tot een juridische coup in 2008 tegen de partij. Die couppoging mislukte slechts doordat het Turkse Constitutionele Hof niet tot een verbod van de partij kwam. Nog meer hervormingen doorvoeren zal de AK-partij op ramkoers brengen met de oude machtselites en de al gepolariseerde binnenlandse politiek nog meer polariseren met de kans dat de er weer een poging wordt gedaan voor een verhulde couppoging. Dus maakt de AK-partij pas op de plaats met de hervormingen.

De hervormingen zullen echter op een gegeven moment weer op gang moeten komen wil Turkije ooit voldoen aan de criteria om het EU-lidmaatschap te verwerven. Onder de AK-partij, of na een machtswisseling een andere partij, of een coalitie van partijen, zullen de hervormingen binnen niet al te lange tijd weer hervat worden. De tegenkrachten kunnen de hervormingen traineren en tijdelijk stopzetten maar niet ongedaan maken laat staan voor lange tijd tegenhouden. Indien die hervorming voldoen aan de Kopenhagen criteria dan zal het resultaat zijn de ontmanteling van de oude machtsstructuren en een einde aan Atatürks ideologie als de staatsideologie van Turkije.

Turkije is bezig zich te transformeren tot een democratische welvarende land en een economische en regionale grootmacht. De Turkse softpower (economie en diplomatie) laat zich steeds sterker gelden in de omringende landen. Het land heeft de laatste jaren de economische en diplomatieke betrekkingen sterk verbeterd met de omringende landen en het land wint aan aanzien onder zowel de leiders van die landen als de bevolkingen. Velen van hen zien Turkije als het grote voorbeeld om zich te moderniseren zonder daardoor totaal te hoeven verwesteren. Zelfs met Armenië en de Irakese Koerden heeft politieke onmin plaatsgemaakt voor pragmatische toenadering.
Vooralsnog heeft Turkije meer belang bij het EU-lidmaatschap dan andersom maar gezien de veranderende mondiale politieke en economische machtsverhoudingen zal het vroeg of laat de EU zijn die meer baat zal hebben bij een Turks lidmaatschap dan Turkije zelf. De vraag rijst of Turkije wanneer het voldoet aan alle toelatingscriteria nog wel zin heeft in een EU-lidmaatschap? Zij die fel gekant zijn tegen een mogelijke toetreding van Turkije zouden wel eens hun gelijk kunnen krijgen niet door een EU afwijzing maar door dat Turkije op een gegeven moment zelf voor de eer bedankt om lid te mogen worden van de EU.

Mohammed is: Een Man (althans als men dat woord slechts als geslacht opvat), een Moslim (in hart en nieren totaal, echter in daad maar mondjes maat), een Maliki (maar tot zijn schande moet hij bekennen al-Muwatta nog nooit gelezen te hebben), een Afrikaan, een Noord-Afrikaan, een Maghrebijn, een Berber/Amazigh, een Riffijn, een Ayzenay, een Aqarou3, een Arabier (in culturele zin), een Westerling, een Europeaan, een Nederlander, een Hollander, een Zuid-Hollander, een Leidenaar, een Voorschotenaar, een Vlietwijker.

Lees andere stukken van