Voorpagina Cultuur, Ervaringen

Papa, de doedelzak en de Schotse bloem

Zo maar een kwartiertje over terwijl mijn mail zich uitkristalliseert en ik klungel wat achter de computer. Ik besluit mijn vaders naam te googlen. Wonder boven wonder kom ik op een doppelgänger die een website beheerd over de Isle of Islay in Schotland. Her en der wat foto’s van het ruwe Schotse eiland, een hussie doedelzakspelers die door het dorp heen lopen en opeens krijg ik een beetje kippenvel.

Eigenlijk vind ik een doedelzak een ontzettend lelijk geluid voortbrengen. Toen ik in Schotland woonde was het echt de Schotse variant van het Amsterdamse orgel: het ziet er leuk uit, af en toe herken je een liedje, maar er komt een bak herrie uit en nadat ze 10 minuten voor je winkel hebben geparkeerd, kun je ze wel wurgen met hun eigen draaidinges.

In Glasgow, mijn thuis weg van thuis, waren niet zoveel doedelzakken te vinden in het straatbeeld. Dat paste meer bij Edinburgh en haar ’tartanization’ -het vercommercialiseerde stereotype beeld van de Schot met zijn of haar ruitje.

Slechts één keer maakte de bagpipes echt indruk op me. Dat was toen we met een groepje vrienden met de auto naar de Isle of Skye gingen. Onderweg door de Glens en Bens (valleien en bergen) stopten we bij een parkeerplaats en keken we uit op een onwerkelijk uitzicht van glooiende dalen en verre bergpieken. Het leek gewoon gefotoshopt, zo echt was het. En verhip, er was geen mens verder te bekennen, behalve een gast in traditionele kleding die ‘Flower of Scotland’ speelde. Dat was echt te stoer voor woorden.

Anyhoe, waar was ik? Oh ja, doedelzakken.

Dus, wat schetst mijn verbazing als ik afgelopen week mijn kicksen aantrek en het Amsterdamse bos instorm voor een flinke dosis tackle… Mijn bloed begint kleine beetjes te koken van vrolijke volkswoede. Ik voel me alsof ik tussen op Parkhead sta, gaelic liedjes te zingen die ik niet begrijp, Henrik Larsson aanmoedigend in groen en wit. Jawel: terwijl ik mijn kicksen strakstrek, en er een barbecuewalm over ons 7-7 partijtje trekt, hoor ik een veldje verderop twee gasten op de doedelzak doedelen. Raaarhhgggh -"they may tak oor lives, but they’ll ne’er tak oor freedom! AAAAaaargh!"

Terug naar vanavond en ik google mijn vaders naam en opeens blijkt zijn doppelgänger een Schottofiel te zijn met een vette website over een Schots eiland. Makkelijke melancholie vaart over me. Het is tijd om weer eens terug te gaan.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van