Voorpagina Ervaringen, Grappig

Stop de verspreiding van nepplanten

Er moet toch een soort herkenningssysteem uitgevonden worden. Ik heb zoveel neefjes en nichtjes dat ik serieus overweeg om tijdens familiebijeenkomsten naamplaatjes uit te delen. Misschien ga ik nog iets verder en begin ik met lezingen over anticonceptiemiddelen. Want als al mijn neven, nichten, ooms en tantes zo doorgaan bereiken we die moslimmeerderheid niet in 2050, maar in 2032. Dat is al over 23 jaar.

Enfin, afgelopen week was ik een weekendje bij mijn ouders. Visualiseer mij met een kwijlend neefje in de armen. Hij is heel leuk, schattig, ondeugend, grappig, vrolijk en buitengewoon intelligent (dachten ze vroeger trouwens ook van mij). Hij is meestal wel relaxed en dat weet hij dondersgoed. Alleen is hij de laatste tijd een beetje hyper, begint van alles te ontdekken en dat is soms lichtelijk… ja hoe zeg je dat: irritant? Ach, het is een kind (altijd blijven relativeren), zeven maanden oud én gelukkig, maar gelukkig niet van mij. 

Goed, ik kreeg hem dus stil. Ik dacht tenminste dat het door mij kwam. Hij was wel stil, maar keek tegelijkertijd naar de hoek van de huiskamer. Een hoek waar naast een nepplant én een hele grote mug niets anders te zien was. Blijkbaar was hij gefascineerd geraakt door die grote mug. Dus wat deed ik? Ik sloeg die mug dood, maar dat mocht niet baten; hij staarde ondanks de geslaagde aanslag nog steeds naar die hoek. 

Plan-B. Ik loop richting die mysterieuze hoek en het kind begint spontaan te schreeuwen. Huh. Is het kind bang voor die nepplant? Weet ik het zeker? Ja, ik weet het zeker. Heb hem nog drie keer onderworpen aan het monster. Daarna besefte ik weer dat we hier te maken hebben met kwaadaardige objecten die niet thuis horen in een beschaafde huiskamer. Ik ben er zelf altijd openlijk tégen geweest; heb me altijd gedistantieerd van mogelijke associaties. Ik ben absoluut – en laat hier geen misverstand over bestaan – tegen die lelijke sinaasappelboom-nepplanten; tegen die felgele citroen-dingen én al helemaal tegen die onmogelijke paarse planten die ook nog eens gecombineerd worden met nog meer lelijke traditionele spullen. Dus mocht je ooit bij me thuis komen. Ik was het niet. Vergeef het me.

Ik snap niet waarom ze gemaakt worden, snap niet waarom ze gekocht worden. Stel je voor dat je op een mooie zomerse ochtend naar beneden loopt – om ‘iemand’ van ontbijt te voorzien, koffie te zetten, krantje van de deurmat te rapen – en opeens tegen zo’n plant aan moet kijken. Ik neem het mijn ouders echt niet kwalijk; ze hebben ooit in lemen huizen gewoond. Maar als een kind van zeven maanden schrikt van een stukje interieur? Dan moet je toch echt wel conclusies trekken en tot actie overgaan. Ze zijn vooralsnog niet overtuigd. Ik gooi er in het vervolg dan maar gewoon een jasje overheen. 

Abdelkarim. Voormalig hoofdredacteur van Wijblijvenhier.nl. Documentairemaker. Is geboren in de Zeeuwse contreien en wist al op vroege leeftijd dat het boerenleven niet voor hem was weggelegd. Hij besloot om zijn hooivork aan de wilgen te hangen, de koeien vaarwel te zeggen en zijn geluk te beproeven in Rotterdam. Hij studeerde Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam, was als journalist werkzaam bij de VARA, columnist voor KRO Hemelbestormers en Joop.nl, praat graag tegen vreemden, schaamt zich slechts voor zijn tenen en hoopt dat zijn levensmotto ooit de geschiedenisboeken ingaat: "Als je een geit een jurk cadeau geeft, weet je nooit wat er gebeurt"

Lees andere stukken van Abdelkarim