Voorpagina Algemeen, Maatschappelijk

Witte lange tenen bij het Zwarte Pieten ‘debat’

Sinterklaas is voor mij altijd een geweldig feest geweest. Een gezellige Nederlandse traditie. Vanuit mijn kinderoptiek was het niet meer dan een neutrale festiviteit. Immers, de Zwarte Pieten die bij het feest hoorden, riepen bij mij nimmer op tot verkeerde associaties. Integendeel, als kind legde ik positieve verbanden.

Foto: Paul

Sinterklaas was voor mij geen Turk, en Zwarte Piet was evenmin een knecht. Het waren vriendelijke en vrijgevige mensen. Als moslim kon ik me dagen van te voren verheugen wanneer een christelijke bisschop en zijn hippe donkergekleurde vrienden weer eens op school zouden komen.

Voor mij hoeft Zwarte Piet niet te verdwijnen, omdat ik niet geloof dat de gemiddelde Nederlander hem ziet als een negerslaaf. Desalniettemin kan ik mij goed verplaatsen in de mening van een donkergekleurde Nederlander. Het verhaal omtrent Zwarte Piet is ontstaan in een kolonialistisch en racistisch tijdperk, en is per slot van rekening controversieel te noemen.

De twist die – nu het Sinterklaasfeest weer nadert – is aangezwengeld, wordt jammer genoeg neergezet als een poging van ‘buitenstaanders’, die de Nederlandse cultuur willen ontwrichten. Het vijandbeeld wordt daarbij gulzig aangehaald. De discussie omtrent Zwarte Piet wordt daarbij op een allesbehalve beschaafde manier gevoerd.

In elk land worden tradities, hoe nauw ze ook aan het hart liggen, bediscussieerd en soms zelfs afgeschaft. Het Catalaanse parlement heeft het stierenvechten na lang wikken en wegen verboden. Nog recenter schafte het Turkse parlement ‘de eed ter ere van het zijn van een Turk’ af op basisscholen. Een traditie die terugging tot 1933. Dit ontlokte felle reacties uit bij de bevolking, en mensen spraken er schande van. Van het ‘Andimiz’, daar blijf je van af. Begrijpelijk: afstand nemen van een traditie, hoe omstreden deze ook is, blijft ontzettend moeilijk.

In Nederland lijkt zich hetzelfde scenario te voltrekken. Het parochialisme onder de bevolking – met al zijn gevoelsargumenten, dooddoeners en oneliners – lijkt zijn hoogtijdagen te vieren. Massaal en welhaast autistisch schiet men in de kramp. Quinsy Gario, voorvechter van het afschaffen van Zwarte Piet, heeft het ontzettend moeilijk als hij een vrij recent ingevoerde traditie aan de kaak stelt. Al die digitale helden van het vrije woord, maken zich nu vaak schuldig aan een ordinaire vorm van racisme. Enkel, omdat men de goed onderbouwde bezwaren van een kleine groep niet wil aanhoren.

Hoe fel men gekant kan zijn tegen het bespreken van een traditie, zo makkelijk en zonder protesten kan men in Nederland marginale groepen beperken in hun vrijheid. Kort geleden werden er namelijk wettelijke beperkingen gelegd op het ritueel slachten. Voorafgaand aan deze restricties werd daar ongegeneerd een beslissing genomen over de ruggen van twee groepen minderheden. Beperkt in mijn primaire behoefte (eten wat ik wil) heb ik nooit mogen deelnemen aan een eerlijke discussie.

Het verbod op de besnijdenis, dat er nu aan zit te komen, lijkt op eenzelfde manier gevoerd te worden. Zover ik me kan herinneren heeft geen burger, of liever gezegd ‘reaguurder’, zijn afschuw laten blijken. Geen autochtoon die toen het land uit werd gewenst, omdat hij/zij voor deze vrijheidsbeperkende voorstellen ten aanzien van de joodse en islamitische gemeenschap was.

Maar waag het eens om aan Zwarte Piet te komen – dan is het land te klein en word je niet serieus genomen. De hoon van provincialen – ridiculiserend en marginaliserend – is dan je deel. En daar is geen zinnig argument tegen opgewassen. Zelfcensuur lijkt derhalve op zijn plaats in een land waar er selectief omgegaan wordt met de vrijheid van meningsuiting. Selectieve verontwaardiging en het selectief toekennen van vrijheden gaan met elkaar samen. Of Zwarte Piet racistisch is of niet, is een discussie an sich.  Echter, de racistische reacties en de selectieve aard van deze discussie, is iets waar ik mij grote zorgen over maak.

Foto: paral_lax <°)>< via photopin cc