Voorpagina Ervaringen

Kletsmajoor

‘Mama, later wil ik een fantasieboek worden, want dan kan ik heel veel kletsen.’ Zou hij bedoelen, dat hij politicus wilt worden? Aangezien politici heel veel fantasie hebben en zeer veel kletsen, is dat het enige ‘beroep’ waarop ik uitkom. Maar ja, mijn fantasie reikt dan ook niet veel verder dan mijn ogen kunnen zien. Hoe het ook zij, hij kletst me de oren van het hoofd, maar van een vreemde heeft hij het niet. De Adamsappel valt niet ver van de pratende moederboom. Als zevenjarig kind (ja, ook ik ben jong geweest) kon ik er ook wat van. Ik heb mijn ouders tot waanzin gedreven wanneer ik hen weer interrumpeerde als zij in gesprek waren. Gelukkig hadden mijn ouders geen losse handen anders waren die handen regelmatig op mijn kletsmond gekletst.

En nu heb ik zelf zo’n kletsmajoor.

Zouden de verwensingen van mijn moeder -waarvan de ergste en uiteraard de beste was: ‘Ik hoop, dat je een kind krijgt dat op jou lijkt dan zul je beseffen wat ik heb moeten doorstaan met jou’- dan toch zijn uitgekomen? Ik heb een kletskop in huis die nog lang niet over datum is. Een niet eetbaar zoet koekje van eigen deeg, dat desalniettemin soms om op te (vr)eten is. De ingrediënten? Een beetje van papa Husayn, een beetje van mama Ikram, liefde, geduld en nog wat andere geheime toevoegingen.

‘Mama, hoeveel verdient een fantasieboek?’ Tja, moet dat nou? Wat een moeilijke vragen allemaal. Maar als mooie en slimme mama weet ik natuurlijk overal wel een antwoord op te geven. ‘Wat denk jij, schatje?’ ‘Ik denk dat een dik fantasieboek veel geld verdient en een dun fantasieboek weinig geld verdient.’ En zo heb ik mijzelf weten te redden van het vragenvuur.

De euforie van de slag die ik heb gewonnen, is van korte duur, want de schutter (belichaamd door mijn bloedeigen zoon) opent wederom het vuur. ‘Mama, zullen we weer verder kletsen?’ Nee zeggen, kan -als ik alle nanny’s van tv moet geloven- een afwijzing en dus ook een traumatische ervaring teweegbrengen. Ja zeggen, betekent toestemming geven om mij af te schieten. De keuze is snel gemaakt. Tegen beter weten in zeg ik dat het tijd is om te slapen. Hij is stil en heroverweegt zijn strategie.  Ik doe mijn kogelvrije vest van kennis uit. En dan komt het schot..

‘Mama, ik hou van jou. Ik ben jouw mannetje en jij bent mijn vrouwtje. Daarom noem ik jou soms Ikram.’ Het schot raakt mij diep en nestelt zich naast alle andere liefdeskogels in de artilleriekamer van mijn hart.  Deze nieuwe strategie heeft gezorgd voor de absolute overwinning van de dag. Maar wie is eigenlijk de winnaar? Hij, omdat hij door zijn onverbloemde uitspraak weer wat tijd, knuffels en kusjes heeft gescoord? Of ik, omdat deze kletskop van de beste ingrediënten is en ik iedere dag weer van hem mag snoepen? De winnaars zijn wij beiden. De euforie is groots.

Elke dag kletst hij onvermoeid mij de oren van de kop, maar zijn liefde is mierzoet en heeft mij nog lang niet verzadigd. Ik ben de trotse mama van het slimste en mooiste kind van de wereld, want vanzelfsprekend is hij en niet Sjoerd, Ali, Ankie, Giovanni of Mirjam de lekkerste kletskop.

De kletskous die ik zelf heb gebreid, is dik 1 meter 28, houdt mij lekker warm en is van het merk Adam.

Vrouwtje Ikram