Voorpagina Ervaringen

Nog Niet

Nog niet. Dat dacht ik tenminste toen ik vanmiddag het ziekenhuis uit liep. Tien dagen geleden werd een van mijn meissies opgenomen in het ziekenhuis. Ze was op vrijdagavond om 18.00 gestopt met ademen en had meteen daarop een epileptische aanval gekregen. Moeder belde meteen het ziekenhuis. Rond 22.00 kreeg ze nog een ademstilstand en nog een epileptische aanval. Blauwe lippen, geen reactie meer op geluid of aanraking. Het leek voorbij.

Vanmiddag bleek dat ze nog even doorgaat. Hoe kon dit zo lopen, zo’n schijnbaar onverwoestbaar meiske?

Ze was 3 jaar toen ze bij mij op de groep kwam. Eigenlijk klikte het meteen. Haar ouders zijn lieve mensen die behoorlijk wat afgereisd hebben en uiteindelijk hier terecht kwamen omdat vaders werkgever hem hierheen stuurde. Ze had blond lang haar, in een strakke vlecht, en zat enigszins verkrampt in haar buggy. Af en toe reageerde ze op de stem van haar moeder of op die van vader, door een vriendelijk grommend glimlachje ten gehore te brengen waarbij ze haar hoofd zacht maar dwingend opzij trok.

Het hoofd van ons dagcentrum was onder de indruk van de motorische beperking en haar hoorbaar moeizame ademhaling. Mijn collega schrok zich het leplazarus omdat ze haar deed denken aan een vroegere cliënt, die op haar 6de was overleden.

Ik keek haar aan (ze keek langs me), dropte wat oldskool anglicismes en wachtte. Geen respons. Ik probeerde het nog een keer, maar dit keer met een oude Robbie Burnsballade: ‘Charlie is ma darlin ma darlin ma darlin/ Charlie is ma darlin, the young chevalier‘. Geen respons. Of wacht, toch wel. Daar kwam, met vertraging, een van de mooiste volle glimlachen die ik in lange tijd gezien had.

Vanaf dat moment was het feest op de groep. Natuurlijk, het was geen makkie. Ze had weinig lichaamsbesef, was verwend met 1-op-1 aandacht en liet af en toe de peuterpubertranen biggelen. Soms als we haar favoriete muziek opzetten begon ze met haar voeten te trappelen. Ping! Een lichtje ging bij ons branden: als ze dit van zichzelf ging beseffen kon ze misschien wel zelfstandig schommelen, of zichzelf voortbewegen in een lage stoel of loopwagen.

Na een jaar lief en leed te hebben gedeeld, verhuisde ik naar de tienergroep. Mijn minimensjes en ik moesten helaas uit elkaar. Gelukkig was ’t meissie in goede handen bij haar nieuwe begeleider. Ze leerde inderdaad zichzelf voortbewegen met haar trappelbenen. Ook kon ze bewust geluid maken, zodat we af en toe een potje konden kletsen als we elkaar zagen voor het naar huis gaan. Assalaamoe ‘aleikoem ya habibti, how YOU doin’? liet ik mijn muslimized Joey/Friends-typetje door de gang schallen. Ik kreeg er een prachtig gezellig grommetje voor terug.

Af en toe schrok ik op van het nieuws dat ze weer eens was opgenomen in het ziekenhuis na een ademstilstand. Tot vier keer toe. Telkens weer kwam ze terug na een paar dagen aan het zuurstof, zakkie zout erbij. Schijnbaar onverwoestbaar.

Tot vorige week. Ik hoorde dat ze weer aan de beademing lag en maakte me op om na werk naar het ziekenhuis te gaan. Ik liep de IC binnen en zag haar liggen: vocht zorgde ervoor dat gezicht, armen, handen, benen en voeten flink waren opgezwollen. Het tape van de intubatiekit had rode vlekken en schrammen op haar gezicht achtergelaten. Haar ogen waren gesloten. Dit keer leek het aan. Ze was al vijf dagen in een diepe slaap, zoniet coma. Ouders en artsen vreesden het ergste. De imam was al langs geweest om de laatste zaken te bespreken.

Ik schrok, maar vond ook berusting. Het was een vreemd gevoel: tot nu toe was ze elke keer weer bijgekomen,  en nog sterker geworden ook. Mijn gevoel zei dat het wel snor zat. Mijn verstand zei echter dat het klaar was. Ik schaamde me hiervoor, voelde me ook schuldig. Ik bedacht dat haar leven zo maar afgelopen zou kunnen zijn, maar dat het dan ook echt af was. Ze had meer meegemaakt dan menig volwassene.

Bizar. In gebeden kwam ze terug: Ya Allah schenk haar kracht, schenk haar ouders kracht, sabr en laat ons op U vertrouwen. Als er nog goeds voor haar in dit leven schuilt, laat haar leven; als er enkel lijden voor haar is, neem haar op in het Paradijs. Waar kwamen deze gedachten nu weer vandaan?

Ze werd zaterdag wakker en hoestte haar beademingsbuis uit haar keel, maar kon nog niet zelf ademen. Vandaag zijn de zwellingen weg, is haar huid weer kalm en de buis door de artsen verwijderd. Ze ademt zelfstandig. Ze hoest en proest, maar maakt nog geen contact met ons. Haar leven was nog niet af. Nog niet. We hebben nog wat lachjes, grommetjes en trappelzakacties tegoed, Godzijdank.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van