Voorpagina Algemeen

Om vrij en slim te zijn hoef je je islamitische achtergrond niet vaarwel te zeggen

Mano Bouzamour, een jonge schrijver van Marokkaanse afkomst kan zijn ouderlijk huis niet meer in, want zijn ouders hebben de sloten vervangen. Dit vertelde hij vrijdag openlijk bij Pauw en Witteman. En hij wordt bedreigd; allemaal nare tweets van mede-Marokkanen. En dat terwijl hij ‘alleen maar een grappig boek’ wilde schrijven.

Vervolgens las hij een fragment voor uit zijn boek met de volgende strekking: ‘Ik lag met mijn hoofd tussen de benen van het ene meisje, terwijl ik het andere meisje vingerde en ik bedacht me: “Ha, dit is precies de houding van moslims als zij bidden.”’ Zelfs de vrije en normaal multiculti-kritische Jeroen Pauw luisterde vol verbazing.

Iemand bedreigen is natuurlijk nooit oké. Ik distantieer me daar ook volledig van, moge dat duidelijk zijn. Maar als je een boek schrijft met zulke passages ben je of heel naïef of je doet alsof, als je verbaasd bent dat je vervolgens kritiek krijgt vanuit de moslimgemeenschap. Het gebed is een heilige handeling en om dat nou te gaan noemen in combinatie met een trio? Maar uiteindelijk kan mij dat helemaal niks schelen. Mano moet schrijven wat hij wil. Ik weet door dat fragment dat het niet mijn soort literatuur is, maar misschien wel dat van een ander.

Waar ik me zo verschrikkelijk aan stoorde waren drie andere punten. Ten eerste omdat ik door een autochtoon op tv nog nooit zoveel vooroordelen over Marokkanen en Turken achter elkaar heb gehoord dan vrijdag door Mano en Özcan Akyol, een Turkse schrijver die uitgenodigd was om vanuit zijn eigen ervaring het verhaal van Mano te versterken. ‘Ze’ zijn analfabeet, ‘ze’ kijken alleen maar naar schoteltv, ‘ze zoeken elkaar altijd op en treden nooit buiten hun gemeenschap’ en ze zijn dom’ (Mano: ‘bedreigingen als oppassen met 1 “P” en dat soort geintjes’). Het waren Pauw en Witteman, die bepaalde punten een beetje moesten nuanceren. Jeroen: ‘In Nederland was er in de jaren ’60 ook ophef over boeken met seks van bijvoorbeeld Jan Cremer’ en ‘ach segregeren, dat doen Nederlanders in Canada toch ook?’

Tot slot hetgeen waar ik me zo aan stoorde dat ik deze blog wilde schrijven. Afgelopen week had ik een tentamen over het gedachtegoed van de Amerikaanse islamwetenschapper Talal Asad. Hij stelt dat aan het Europese denken over de islam een aantal machtclaims ten grondslag liggen. Één daarvan is dat religie, en islam in het bijzonder, geassocieerd wordt met geweld. Zelfs als er geen sprake is van direct geweld vormen moslims volgens het Europese denken een bedreiging voor de verworven liberale normen en waarden hier. Secularisatie zou hier de oplossing voor bieden. De hoofdclaim is het idee van de progressieve Westerling ten opzichte van de onderontwikkelde Oosterling. Dat is wat je vrijdag perfect terugzag bij Pauw en Witteman.

Alleen zij, die zich los hebben gerukt van de islamitische traditie vormen een uitzondering op dit indirecte geweld. Zij die dat niet hebben gedaan, zijn de losers van de Nederlandse samenleving. Dat zijn de jongeren die dreigtweets schrijven, de mensen die niet tegen seks kunnen, de onderontwikkelde jongeren, die niet weten dat je oppassen met twee P’s schrijft, de onderontwikkelde ouders van de twee, die niet voor zichzelf kunnen denken, maar zich laten leiden door wat de gemeenschap hen influistert (ook een machtclaim, namelijk dat religieuze mensen vast zitten in een systeem van sociale dominantie in tegenstelling tot seculiere mensen die vrij kunnen denken en handelen) en bovendien ook nog eens de taal niet spreken.

Mano en Özcan werden gepresenteerd als voorbeelden van hoe het ook kan. Zij durven vrij te denken, zij worden bedreigd in plaats van te dreigen en ze zijn progressief: ze durven bijvoorbeeld openlijk over seks te spreken en te klagen over de moskeeschool. Ik geloof echter niet dat je je hoeft af te zetten tegen je religie en cultuur om toch progressief, vrij en vredelievend te zijn. En nee, ik ken geen schrijvers die dat bevestigen. Wel veel mensen in mijn omgeving.

Ik heb een vriendin met een hoofddoek, die tegen de wil van haar ouders en de gemeenschap, naar het buitenland vertrok om te studeren. Ik heb een vriendin, die ondanks de druk van de gemeenschap die vond dat het een ‘allochtone’ moslim moest zijn, toch trouwde met een Nederlandse moslim. Ik ken een diepreligieuze jongen, die in het bezit is van drie diploma’s op universitair niveau. Deze mensen zitten duidelijk niet vast in een systeem van sociale dominantie, maken dankbaar gebruik van liberale normen en waarden en zijn zeker niet onderontwikkeld.

En ja, ze zijn moslim.

Sheily Belhaj verhuisde op haar 18e naar haar favoriete stad Utrecht, maar komt waarschijnlijk nooit meer van haar Haarlemse R af. Ze studeerde journalistiek én Arabische Taal en Cultuur en volgt nu een master Islam aan de Universiteit Utrecht. Ze is kritisch, serieus, heel erg onhandig en stiekem ook wel een betweter. Sheily is verder een typisch product van de multiculturele samenleving. Van haar Tunesische vader en Nederlandse moeder kreeg ze het beste van twee culturen mee. In de praktijk betekende dit dat ze op zondagochtend in een balletpakje Kinderen voor Kinderenliedjes aan het zingen was, om daarna met een hoofddoekje naar de moskeeschool te gaan. Omdat de Westerse en Islamitische culturen bij haar thuis zo vanzelfsprekend door elkaar heen liepen, gelooft ze dat dit in de rest van Nederland ook kan.

Lees andere stukken van Sheily