In 2007 hoorde ik voor het eerst het woord ‘parallelle samenleving’ tijdens een debat bij het Goethe Institut, een wereldwijd actieve organisatie die de Duitse taal en cultuur promoot. Het debat ging eerst over ‘Turken’ en plotseling over de islam, maar dat is een patroon van integratiedebatten. Het Goethe Instituut deed ook aan ‘zelfsegregatie’ op basis van de definitie van de sprekers, maar dat besef was afwezig onder de aanwezigen. Vermoedelijk onderzoekt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Goethe Instituut niet op haar cocon- en capsulefunctie.
Woordenfabriek
Het neologisme ‘parallelgesellschaften’ (parallelle samenlevingen) is afkomstig uit het Duits en werd in 1996 voor het eerst gebruikt door Wilhelm Heitmeyer om de segregatie van Turkse migranten te beschrijven. Het woord heeft sterke connotaties met een andere Duitse metafoor: de ‘Staat-im-Staate’ (de staat in de staat), een verwijzing naar de gettovorming onder de joodse gemeenschap en een gangbare term tot het einde van het naziregime. De besmeurde politieke lading van het begrip Staat-im-Staate heeft geleid tot het neologisme van ‘parallelle samenleving’ om daarmee andere en nieuwe categorieën in de Duitse maatschappij te duiden. Het woord ging daarna op reis in Europa en bezocht ook Nederland.
Een parallelle samenleving zou naast de ‘normale’ samenleving bestaan en klaarblijkelijk is er geen contact tussen de twee ‘werelden’. Keklik Yücel, woordvoerder integratie van de PvdA, zegt dat bepaalde groepen mensen in de samenleving in een ‘parallelle samenleving’ leven. Mijn brein weigert mee te werken: hoe kan iemand zich zowel in de reguliere samenleving als ook in een parallelle samenleving bevinden, als die twee ‘werelden’ elkaar wederzijds uitsluiten?
Wanneer de term ‘parallelle samenleving’ wordt gebruikt, dan heeft dat betrekking op migranten(kinderen) en steeds vaker op de islam. Dat is ook de reden dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid specifiek mosliminternaten onderzoekt. Religieuze verschillen worden negatief gewaardeerd en Yücel heeft het herhaaldelijk over het seculiere karakter van Nederland, waarbij ze voor het gemak ook de witte ‘Bible Belt’ uit haar verbeelding verdrijft.
In een interview zegt hoogleraar Rinus Penninx dat het domineesmilieu in Zwolle en het kunstenaarsmilieu in Amsterdam ook ‘parallelle gemeenschappen’ vormen. Die groepen hebben eveneens weinig met elkaar gemeenschappelijk. Maurice Crul spreekt in zijn oratie over witte Nederlandse jongeren in grootstedelijke gebieden die minder vaak een etnisch gemengde vriendengroep hebben in tegenstelling tot jongeren van etnische minderheden. Met andere woorden, witte Nederlanders zitten het vaakst opgesloten in de ‘eigen’ groep. Toch zijn het migranten die vanuit een veronderstelde culturele incompatibiliteit te maken zouden hebben met een ‘gebrekkige integratie’ en vormen van waargenomen zelfafzondering. Waarom mag de etnische minderheid zich niet afzonderen als de meerderheid dat wel mag? Wat ligt ten grondslag aan de eenzijdige problematisering van zelfsegregatie?
Cultuurfundamentalisme
De veronderstelling van ‘culturele incompatibiliteit’ neigt naar een quasi-biologisch en fundamentalistisch perspectief op cultuur en religie. ‘Gemeenschappen’ zouden cultuur en religie bezitten, het zou ‘er al zijn’. Er is weinig sprake van deze veronderstelde stabiliteit onder etnische en religieuze ‘gemeenschappen’, net zomin er vooraf bestaande culturele verschillen tussen groepen mensen bestaan. Die verschillen moeten elke keer weer in het leven worden geroepen. Begrippen als ‘gemeenschappen’ en een ‘gedeelde cultuur’ hebben voortdurend onderhoud nodig.
Een recent voorbeeld van een dergelijk onderhoud werd aangewakkerd door de Gezi Park-protesten in Turkije tegen het beleid van premier Erdoğan. De zorgen over een verbeeld thuisland hebben onder de Turkse diaspora dagenlange protesten gemobiliseerd. Ook in Nederland. Sommige Turkse-Nederlanders typeren zichzelf als kosmopoliet en formuleerden hun activisme als een universeel protest tegen de schending van mensenrechten. Relevant voor mijn argument is dat deze communicatieve handelingen een etnische ‘groep’ hebben ingebeeld door transnationale banden te bestendigen. De tijdelijke mobilisering van Turkse sentimenten, gevoelens en loyaliteiten werd echter op geen enkel moment in de Nederlandse media en politiek ter discussie gesteld. Het bewijst dat begrippen als afzondering, meervoudige loyaliteiten en transnationalisme normatief zijn: bepaalde vormen van ‘etnische’ afzondering zijn acceptabel, andere niet. Zijn de onderscheidingen gebaseerd op moderne, verlichte en seculiere waarden, dan zijn ze (tijdelijk) toegestaan. Concreter: zolang de witte meerderheid instemt met het onderscheid, dan mogen migranten zich tijdelijk en duurzaam afzonderen. En de ‘etnische’ afzondering van de witte meerderheid? Sja.
Stuiptrekkingen van de samenleving
De voorgaande kritiek is onvoldoende. Er is geen homogene en volledig geïntegreerde samenleving, net zomin er een stabiele ‘parallelle samenleving’ is te ontdekken. De wereldwijde dominantie van de neoliberale markteconomie, de toegenomen globalisering en de wijdverspreide digitalisering hebben de natiestaat als een bindmiddel voor de diverse ‘groepen’ in de samenleving op losse schroeven gezet. Er zijn hoogstens netwerken van mensen die zich tijdelijk aanspannen en weer ontspannen. Iemand met een iPhone en een internetverbinding is digitaal en sociaal vernetwerkt. De ‘oude’ samenleving – begrepen als een volledig geïntegreerd geheel met face-to-face contacten, groepen en gemeenschappen – verliest in toenemende mate zijn plausibiliteit.
De oplossing voor dit euvel wordt gevonden in de verbeelding van een parallelle samenleving: door een virtuele wereld in de ‘reguliere’ samenleving op te trekken, hoeven we ons niet meer de vraag te stellen of het laatste überhaupt plausibel is. Socioloog Willem Schinkel beschouwt dit als het in quarantaine parkeren van migranten, die zich daardoor in een maatschappelijk limbo en hellevuur bevinden, zodat de samenleving zichzelf kan observeren en zijn sterfelijkheid afwendt. De samenleving parasiteert als een vampier op migranten – in dit geval op de functionele fictie van de parallelle samenleving – om daarmee zichzelf in leven te houden. Oftewel, de samenleving is auto-vampiristisch en pleegt auto-mutilatie door het bloed uit zijn eigen arm te zuigen, denkend dat het niet zijn eigen arm is, vanwege de zelfobservatie van een vreemde parallelle samenleving.
De functie van het woord is eveneens een vorm van zelfzuivering: het maatschappelijk uitschot wordt in de parallelle samenleving gedumpt en afgesloten van de moreel verlichte en moderne samenleving. Zodoende vrijwaart de samenleving zich van ‘problemen’, omdat die enkel vindbaar zouden zijn in de virtuele parallelle werelden waar migrantenpopulaties zich concentreren. Als er problemen zijn binnen ‘gemeenschappen’, zoals patriarchale man-vrouwverhoudingen, dan is dat het probleem van de samenleving in zijn geheel. Wat de politiek zou moeten tonen is engagement en nabijheid, in plaats van zelf bij te dragen aan uitsluiting en afzondering.
Neo-nationalistische politieke portiers van Nederland
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, incluis enkele politici, hebben het woord parallelle samenlevingen kritiekloos geïncorporeerd in het politieke domein, waarmee ze het begrip legitimiteit verschaffen. Hierdoor werpt de politiek zich wederom op als grensbewaker van een specifieke culturele verbeelding van de samenleving. Hoogst noodzakelijk is een politieke visie op Het Echte Kwaad in de samenleving: de reeds aanwezige sociaaleconomische segregatie in het onderwijs, huisvesting, de vrijetijdsbesteding van mensen en op de arbeidsmarkt.
De notie van parallelle samenlevingen roept in het leven wat het eigenlijk wil bestrijden. Het woord produceert onderscheidingen en reproduceert beelden van outsiders, vreemdelingen en buitenstaanders die er niet bij zouden horen. Daardoor existeert de samenleving, maar er moet iemand sneuvelen aan het symbolische geweld: de culturele en religieuze ‘ander’ wordt zowel in- als uitgesloten. Emotioneel gezien leidt deze paradox tot onophoudelijke pendule-bewegingen tussen ‘erbij horen’ en ‘er niet bij horen’. Soms kunnen gevoelens van ‘erbij horen’ en ‘er niet bij horen’ zich gelijktijdig voordoen. In mijn proefschrift ‘Buiten veiliger dan binnen’, over de in- en uitsluiting van politieagenten uit etnische minderheidsgroepen, beschrijf ik dat proces uitvoerig. De uitsluiting van etnische en religieuze minderheden is absoluut niet absoluut, maar manifesteert bij uitstek het glibberige, vage en ambivalente karakter van in- en uitsluiting.
Broodnodig zijn nieuwe dromen over Nederland waarin pluriformiteit en meervoudigheid weer een plek krijgen. Broodnodig is een perspectief waarin de politiek sociale verschijnselen benadert vanuit engagement en begrip. Broodnodig is het afstoffen van het begrip tolerantie, een noodzakelijke burgerschapscompetentie in een veranderende en diverse samenleving.
Sinan Çankaya is cultureel antropoloog en doet onderzoek naar in- en uitsluiting, multiculturalisme en de politieorganisatie. Volg hem op twitter: @S1nanCankaya.
Dit artikel verscheen eerder op Zaman Vandaag
8 Reacties op "O ‘parallelle samenleving’, waar ben je?"
” Wat ligt ten grondslag aan de eenzijdige problematisering van zelfsegregatie?”
Beste sinan. Als cultureel antropoloog zou je toch echt moeten weten dat onevenwichtige machtsrelaties hieraan ten grondslag liggen. Zelfsegregatie is problematisch voor etnische minderheden omdat (wat antropologen weten) men vaak leunt op zijn of haar netwerk om bepaalde doelen te behalen. Door de sociaal economosche achterstand van etnische minderheden, hebben ‘allochtonen’ meer belang bij interactie en contact met de zogenoemde samenleving omdat dit hun kansen vergroot op een uitgebreider en informeel netwerk. Iets wat wat niet problematisch is bij de zelfsegregratie van ‘autochtone’ greepen.
Ter aanvulling wil il vermelden dat ik je schrijfwijze zeker verfrissend vind voor WBV. Echter doorbreek je inhoudelijk geen patronen en blijf je altijd een beetje hangen is het wij/zij debat. Deze discours is heel populair in de sociaal wetenschappelijke wereld en begint (gelukkig) ook in populaire media gestalte te krijgen. Wat mij persoonlijk echter stoort is dat WBH bij uitstek het medium is dat het wij/zij denken bevestigt en in stand houdt. Het enige verschil is dat er een verschuiving is in ideeen en ideologien maar de stereottperende kaders blijven hetzelfde door de eenzijdige, pro-islamitische, anti-westerse berichtgeving. Ook de naam ‘wij’ blijven hier, zegt genog denk ik? Jammer omdat een dergelijk medium in combinatie met het genuanceerde antropologisch denken juist veel potentie heeft om etnische en religieuze kaders te doorbreken ipv hen te bevestigen.
Juist door het schrijven over het discours zorgt hij ervoor dat de ‘ander’ een spiegel wordt voorgehouden, dit kan er toe leiden dat men ipv leidzaam als boksbal te fungeren voor de dominante blanke cultuur, tegengewicht gaat bieden. Dit kan op de lange termijn leiden tot een meer evenwichtige samenleving, respect dwing je af.
Wat mij verder aan je reactie stoort is dat je deze uit tegen de verkeerde groep en op het verkeerde medium, jouw kritiek zou op zijn plaats zijn op volkskrant.nl of telegraaf.nl. Het is de dominante blanke cultuur die de polarisatie aanzwengelt en niet andersom. Ik zou zeggen, steek je hand in eigen boezem, beste Sara.
De auteur maakt er een alles-of-niets verhaal van, om daarna te zeggen: zie je wel, er is helemaal geen probleem.
Van hetzelfde laken een pak. Nederland schittert helemaal niet op de Olympische Winterspelen in Sochi want niet eens zijn alle medailles gewonnen, of deze: er is helemaal geen discriminatie in Nederland want er zijn ook moslims die niet gediscrimineerd worden.
Er zijn toch wel elementen van een paralelle samenleving te vinden. Schotel op de flat, tegen de kinderen praten in de eigen taal, kritiek van niet-moslims altijd negeren, kinderen naar een islamitische school, kinderen krijgen te horen dat Nederland verdorven is, meisjes moeten de hoofddoek op-of anders volgt fysiek/verbaal geweld, begraven worden en vakanties bij sterke voorkeur in eigen land, moslima’s mogen niet met autochtonen trouwen (de blanke dominante cultuur staat andersom dit wel toe) en de tribale reflexen om bij een conflict tussen een moslim en een niet-moslim sowieso de kant van de moslim te kiezen. Daarnaast in de moskee preken beluisteren die waarschuwen tegen vriendschap met ongelovigen (de blanke dominante cultuur staat andersom dit wel toe) .
Als er polarisatie is ligt dit voor eengroot deel aan de moslims zelf. Wat ook niet helpt zijn de tasjesrovers, aanranders, uitkeringstrekkers en boefjes (ik weet het: niet alle moslims doen dit, en er zijn ook vervelende autochtonen). Het isolement is grotendeels zelfgekozen. Een niqab omdoen betekent ook: ik sluit ongelovigen uit!
@Johnny,
Johnny boy niet over een ander onderwerp beginnen als je nog niet klaar bent met het vorige:
http://wijblijvenhier.nl/22036/aardig-staaltje-journalistieke-veroordeling-volkskrant-richting-ibn-ghaldoun-leerlingen/#comment-125619
Dus Johnny boy dit is wat je gaat doen:
1) Punt voor punt argumentatief en feitelijk weerleggen.
of
2) Hier publiekelijk erkennen dat je dat niet kunt een je excuses aanbieden.
Zoals beloofd onder elk topic en elke reactie Johnny boy!
O‘parallelle samenleving’, waar ben je? vraagt Sinan Çankayaich zich af.
Trias Politica:
De Nederlandse samenleving dreigt een parallelle samenleving te worden.
Neem de aanstaande Gemeenteraadsverkiezingen. Enkele feiten: posters en pamfletten in het Turks of andere buitenlandse talen; tonnen subsidie om de allochtone stem te mobiliseren; allochtonen worden aangemoedigd om een voorkeursstem uit te brengen op hun landgenoten zodat die hoger-op-de-lijst-staande autochtonen kunnen verdringen. Je vraagt je af waar we hier in dit land eigenlijk mee bezig zijn. En, misschien belangrijker nog, waarom vrijwel elke politieke partij -behalve die vermaledijde PVV natuurlijk- dit een normale gang van zaken schijnt te vinden.
Maar hoe ‘normaal’ is dit eigenlijk? Want laten we wel wezen, is het niet merkwaardig dat mensen met ook een andere nationaliteit dan de Nederlandse, ongeacht of ze de Nederlandse taal machtig zijn, hun stem kunnen uitbrengen en zelf ook daadwerkelijk gekozen kunnen worden? Een Pool die ingeschreven staat in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente kan gewoon in die gemeenteraad worden gekozen, ook al spreekt hij geen woord Nederlands. Hoe bizar is dat? Iemand met ook de Turkse nationaliteit als toekomstige minister-president? Het zou zomaar kunnen. Is dit land van iedereen? Het lijkt er verdacht veel op.
We zouden ons af kunnen vragen of dit alles wel zo verstandig is. We zouden ons af kunnen vragen of het misschien niet verstandiger zou zijn om het reciprociteitsbeginsel van toepassing te verklaren. Dat is eigenlijk een soort variant van de in dit land alom gerespecteerde ‘gulden regel’: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet. Immers, zouden wij mogen stemmen, laat staan ons verkiesbaar stellen in landen als bijvoorbeeld Turkije of Marokko? Zouden er daar pamfletten en folders in het Nederlands worden opgesteld om ons wegwijs te maken kunnen in het woud van regels van het sociale verzekeringsstelsel daar? Zouden wij daar kerken mogen bouwen en het christelijk geloof openlijk mogen belijden, tot op de televisie aan toe? Waarom doen we dat hier wel, terwijl we weten dat dit andersom niet zou worden getolereerd? Sterker, waarom subsidiëren we dit zelfs? Zouden we ons niet eens af kunnen vragen hoe logisch het is om grote groepen mensen van een geheel andere cultuur als de Westerse hier binnen te halen, die nauwelijks een woord Nederlands spreken en -mede daardoor- grote moeite hebben om te integreren in onze samenleving? Is dat wel zo verstandig?
Laten we eens stilstaan bij enkele overwegingen. Bijvoorbeeld deze: wat zou de allochtone gemeenschap in ons land (westers en niet-westers) zelf kunnen doen om de verstoorde verhoudingen te verbeteren? Of vindt zij dat het wel goed gaat zo? Heeft die gemeenschap zelf ook geen baat bij een goede verstandhouding en een volledige integratie in dit land? Zou het misschien in hun hoofd kunnen opkomen, dat daarmee hun kansen op werk sterk zouden toenemen? Waarom zeggen zij niet een keer tegen bepaalde delen van hun achterban: genoeg is genoeg? Waarom zeggen zij niet een keer: we gaan er alles aan doen om goed te integreren in ons gastland teneinde goed samen te kunnen leven?
Wie kijkt naar ‘Opsporing Verzocht’ ziet vrijwel uitsluitend ‘lichtgetinte’ medelanders of Oostblokkers. Die vaak met grof geweld onschuldige en kwetsbare slachtoffers uitkiezen: oude vrouwtjes, bejaarde echtparen, alleenstaande voorbijgangers. En het lijkt wel of we dit allemaal normaal zijn gaan vinden. En het gaat niet alleen om fysiek geweld, maar ook om verbaal geweld. Neem die Marokkaanse vrouw van die Rotterdamse wijnbar. Die krijgt van haar illustere landgenoten hier allerlei doodsverwensingen naar haar hoofd geslingerd. En waarom? Omdat ze een wijnbar opent. Hoeveel gekker moet het worden? Of neem dat geneuzel over Zwarte Piet. Het jaar is nog niet koud begonnen of het is alweer bal. Is dat niet, om het op zijn Hollands te zeggen, volkomen van de pot gerukt? Wie verzint zoiets?
We dreigen af te stevenen op een parallelle samenleving. Een volledig gesegregeerde maatschappij, waar verschillende bevolkingsgroepen volledig langs elkaar heen leven. Dat komt ervan als je decennialang het credo huldigt van ‘integratie met behoud van cultuur’. Welke integratie? Welke cultuur? Verkiezingspamfletten in het Turks, gemeentelijke folders in het Marokkaans, gespecialiseerde uitzenbureau’s voor Polen en andere Oostblokkers. Onze chauffeurs worden weggeconcureerd door Polen en Bulgaren, eergisteravond nog uitgebreid op het acht uur journaal. En onze regering schijnt dat allemaal best te vinden en doet niets. Waarom, zo vraag ik haar? Waarom vindt u dat allemaal best? Waarom doet u niets? Omdat het niet mag van Brussel? Omdat ‘arbeidsmobiliteit’ een Brussels stokpaardje is?
Het EU-beleid kan zich beter richten op het verbeteren van de situatie in de thuismarkten in plaats van grootscheepse volksverhuizingen binnen de Unie te promoten. Er zijn niet alleen grote economische verschillen tussen lidstaten, maar ook taalverschillen, cultuurverschillen en historische verschillen. Betekende de Europese gedachte ook niet ‘eenheid in verscheidenheid’? Er is nu eenmaal geen Europees volk. Europa bestaat uit een lappendeken aan verschillende landen, talen, culturen en historie. Vanwaar toch dat rigide vasthouden aan die gedwongen Europese arbeidsmobiliteit? Omdat het goedkoper is voor het internationale bedrijfsleven? Dat is korte baan schaatsen.
Wordt het niet eens tijd dat ook ‘zij in Brussel’ hun gezonde verstand gaan gebruiken? Wordt het niet eens tijd dat ook ‘zij’ gaan nadenken hoe we die dreigende segregatie kunnen tegengaan? Wordt het niet eens tijd dat ook ‘zij’ gaan nadenken hoe we wèl op een succesvolle manier mensen ‘van buiten’ in onze samenleving kunnen integreren in plaats van dictaten op te leggen? En wordt het niet eens tijd dat ook nieuwkomers hier gaan nadenken hoe zij een zinvolle bijdrage aan deze samenleving kunnen bieden? Uit verschillende onderzoeken is gebleken, dat elke samenleving, die er niet in slaagt om ‘minderheden’ goed te integreren op termijn zelf desintegreert. De Amerikaans-Filipijns-Chinese professor Amy Chua schreef, dat in vrijwel alle gevallen multiculturele tolerantie leidt tot instabiliteit, sociale ontwrichting en uiteindelijk verval van de landen die dat toelaten. Multiculturen in één land leiden tot conflicten, haat en geweld schreef ze. En zij kan het weten. Maar men hoeft toch ook geen raketgeleerde te zijn om dat te begrijpen? Je zou toch zeggen dat iedereen met een beetje gezond verstand dit begrijpt? Nee dus. Hoe komt dat? Waardoor zijn we met z’n allen zó verblind geraakt, dat we denken dat buitensporige tolerantie goed is voor onze samenleving?
Is dat de erfenis van het cultureel-marxisme? Daar lijkt het verdacht veel op. De geest van ’68. De hippietijd van flower power. Maar dat werkt natuurlijk niet en daar komen we nu, ruim veertig jaar na dato, ook achter. Mooie idealen, maar het werkt niet. Er is een periode geweest, op gang gebracht door Frits Bolkestein en later Pim Fortuyn, dat het leek alsof er iets van bezinning neerdaalde in dit land, maar de laatste tijd lijkt het weer de andere kant op te gaan. Dat wil zeggen, de verkeerde kant. En is dat wel in het belang van onze samenleving als geheel? Is dat wel in het belang van het allochtone smaldeel van onze bevolking? Of is het misschien alleen maar goed voor dat andere smaldeel, dat profiteert van door belastinggeld betaalde baantjes? Wordt het niet eens tijd, dat iedereen gaat nadenken hoe we met elkaar een leefbare samenleving kunnen hebben in plaats van een volledig gesegregeerde? Wordt dat niet de hoogste tijd?
Goede tekst.
@Johnny,
Voor de 111 ste keer hier is ie weer:
http://wijblijvenhier.nl/22036/aardig-staaltje-journalistieke-veroordeling-volkskrant-richting-ibn-ghaldoun-leerlingen/#comment-125619
Dus Johnny boy dit is wat je gaat doen:
1) Punt voor punt argumentatief en feitelijk weerleggen.
of
2) Hier publiekelijk erkennen dat je dat niet kunt een je excuses aanbieden.
Zoals beloofd onder elk topic en elke reactie.