In het vorige deel is de betekenis van het offerfeest behandeld. In dit deel een uitwijding op een minder positief gehoorde reactie op het offerfeest.
Waarom waarom?
Het offerfeest wordt helaas niet door iedereen goed begrepen of positief gewaardeerd. De volgende vraag wordt vaak gesteld door islam-critici: Is het verhaal van Abraham’s offer niet een recept voor religieus geweld? Een bekende Nederlander die deze vraag positief beantwoordt en verdedigt is Paul Cliteur.
In zijn boek ‘Moreel Esperanto’ legt hij het grote verschil tussen religieuze ethiek en autonome (filosofische) ethiek uit. Hij citeert de filosoof Louis Pojman die de goddelijke bevelstheorie van de moraal aan de hand van drie kenmerken definieert: (a) moraal vindt zijn oorsprong in God; (b) moreel goed betekent eenvoudigweg ‘gewild door God’ en moreel verkeerd betekent ‘tegen de wil van God’; (c) omdat moraal wezenlijk gebaseerd is op de goddelijke wil kan men geen van God onafhankelijke redenen aandragen waarom iets moreel geboden en verboden zou zijn.
Cliteur ziet in het theïsme van de abrahamitische godsdiensten in het verhaal van Abraham een klassieke uitwerking van de goddelijke bevelstheorie. Abraham wordt in het verhaal door God bevolen zijn zoon te offeren en Abraham is daartoe bereid, terwijl deze morele keuze in een autonome moraal moeilijk te rechtvaardigen zou zijn. De goddelijke bevelstheorie zou ook het fundamentele probleem van religieus geweld en terrorisme zijn omdat religieuze terroristen zich alleen op God beroepen in hun (im-)morele keuzes. Cliteur beargumenteert dat men in religieuze bronnen, heel wat uitingen van de goddelijke-bevelstheorie kan vinden waarin God bepaalt wat goed en kwaad is. Er lijkt sprake van goddelijke willekeur.
Respons
In feite speelt hier een oud filosofisch probleem dat in Plato’s dialoog de Euthypro wordt beschreven. Samengevat is de filosofische vraag: “is het Goede goed omdat God het wil, of wil God het Goede omdat het goed is?” In de dialoog antwoordt Socrates dat het ‘Goede’ goed is onafhankelijk van God en dus dat God ondergeschikt is aan het ‘Goede’. Cliteur betoogt dat Plato in deze dialoog heeft afgerekend met de goddelijke bevelstheorie. In ‘A Spectrum of World Views’ betoogt H.M. Vroom dat het wat ingewikkelder zit. Ten eerste is het ‘Goede’ een transcendente categorie: het ‘Goede’ is niet goed omdat God het wil, maar ook niet omdat een mens of de mensen het willen. Dus als je het goede als een categorie ziet die niets met God te maken heeft, is het nog steeds nodig te erkennen dat deze categorie bovenmenselijk is.
Ten tweede heeft het Goede betrekking op relaties. Het is betekenisloos om iets goed te vinden dat geen relatie heeft met iets anders. De mens noemt God goed omdat men goede ervaringen heeft met God. Men beoordeelt God dus naar zijn bevelen en volgt de bevelen niet blind op. Als men bevelen van God opvolgt, doet men dat op basis van goede ervaringen met God.
Ten derde lost Plato het probleem niet op. God kan per definitie niet ondergeschikt zijn aan een hogere macht of categorie als het ‘Goede’. God en het goede zijn op een bepaalde manier met elkaar verbonden maar het ‘Goede’ heeft alleen betekenis in relatie tot de wereld. In de Koran komt deze ambiguïteit in de relatie God en het Goede tot uiting in de volgende uitspraak:
“Jullie Heer heeft zichzelf barmhartigheid voorgeschreven” – (Koran 6:54)
Een andere tegenwerpingen op de problematisering van de religieuze moraal is dat veruit de meeste gelovigen -orthodox of liberaal- niet gewelddadig blijken te zijn. Blijkbaar lezen zij religieuze teksten niet altijd letterlijk en zien zij de religieuze moraal heel wat genuanceerder dan “God’s bevelen opvolgen”. Cliteur’s kritiek is afhankelijk van interpretatie en hij onderschat het interpretatief proces en de rol van de interpretator van religieuze teksten. Bij het verhaal van Abraham halen veel joden, christenen en moslims er over het algemeen nobele waarden als het vertrouwen in God en de toekomst, oprechtheid, goede intenties en gerechtigheid uit, in plaats van een goddelijke bevelstheorie. Hoewel gelovigen vaak wel zeggen dat ze God’s geboden en verboden volgen, worden bij het volgen van “God’s bevelen” vaak bewust of onbewust keuzes tussen interpretaties gemaakt door de gelovigen. De keuze voor een vreedzame of gewelddadige interpretatie is niet religieus maar heeft alles te maken met de context van de interpretator.
Context van Ibrahiem’s offer
Als laatste punt iets meer over de context van het verhaal van het offer. Er wordt volgens mij onterecht een karikatuur gemaakt van het offer van Abraham. Het verhaal wordt uit zijn context gerukt om te kunnen interpreteren als recept voor religieus geweld, dat niet voor rede vatbaar is. De context is echter als volgt. Als men in de Koran de verhalen over Ibrahiem leest dan ontdekt men dat hij bij uitstek een profeet was die vragen durfde te stellen aan God en zijn twijfels durfde te uiten. (Q 2:260 en 6:75-79) Ook toen hij de opdracht kreeg om zijn zoon te offeren besprak hij dit met zijn zoon. Zijn zoon die ook profeet was, was oud genoeg om eigen keuzes te maken. Van dwang was geen sprake. (Q 37:102) Hij werd in tegenstelling tot het bijbelse verhaal op de hoogte gebracht, om zijn mening gevraagd en niet vastgebonden.
Ten tweede ontving Ibrahiem niet van de ene op de andere dag de opdracht om zijn zoon te offeren. Ibrahiem bouwt in de Koran eerst een vetrouwensrelatie met God op. Ibrahiem werd op verschillende momenten beproefd en steeds weer bleek zijn geloof dat hij van God openbaringen ontving, niet blind, maar gegrond. Na elke beproeving groeide zijn geloof. Allereerst betekent isma’iel letterlijk "God hoort" (isma’ = hoor in arabisch/hebreeuws, iel= El=God in het hebreeuws). Die naam vewijst naar het feit dat God Ibrahiem’s gebeden uiteindelijk toch had verhoord. Na een lange beproeving waarop zijn geduld op de proef werd gesteld en het leek alsof God geen gehoor zou geven, gaf deze uiteindelijk toch gehoor aan zijn kinderwens. Dat was miraculeus omdat hij op hoge leeftijd was en zijn vrouw onvruchtbaar was.
Vervolgens werd Ibrahiem door zijn volk beproefd toen ze hem tot de brandstapel veroordeelden omdat hij het polytheisme verwierp. Vervolgens kreeg Ibrahiem de opdracht om zijn tweede vrouw Hagar en zijn enige zoon Isma’iel in de woestijn zonder eten en drinken achter te laten. Deze beproeving doorstond hij en zijn vrouw en zoon brachten het er goed vanaf. Dit versterkte zijn geloof en vertrouwen in God.
De grootste beproeving was dat hij op hoge leeftijd opdracht kreeg om niet zijn eigen leven, maar van zijn enige zoon waar hij al die tijd voor gebeden had, te offeren. Deze opdracht was een ultieme beproeving, maar hij kreeg deze pas nadat zijn geloof sterk genoeg was, zijn liefde voor en vertrouwen in God meerdere malen beantwoord was en zijn geloof alles behalve blind was (in de zin van ‘op niets gebaseerd’). Er is een levensgroot verschil tussen blinde liefde en vertrouwen en gegronde liefde en vertrouwen, die op ervaringen is gestoeld.
Men moet nimmer vergeten dat het brengen van het offer een expressie en anticipatie is op het werkelijke offer dat gebracht moet worden: Het offeren van het eigen ego…
Deze wereld is als een boom en wij zijn het halfrijpe fruit. Onrijp fruit klampt zich vast aan de tak want, onrijp, is het nog niet klaar voor het paleis. Wanneer vruchten rijp, zoet en sappig worden, bijten zij op hun lippen en laten los. Wanneer de mond zoet is door geluk, verliest het koninkrijk van de wereld zijn aantrekkingskracht. Al te zeer gehecht zijn aan de wereld is een teken van onrijpheid. Zolang je een embryo bent, houd je je bezig met het drinken van bloed. (Rumi)
29 Reacties op "The Love Mountain 2/2"
"Liefde is de weg naar God. De hoogste vorm van liefde is overgave. Overgave betekent offers brengen. Het hoogste offer is zelfopoffering." Eid Mubarak, gezegend offerfeest! Een aantal dagen geleden stonden de bedevaartgangers daar, met hun hand
Great article . Will definitely apply it to my blog
Reactie op Kamal Essabane’s bespreking van het Abraham-verhaal in Moreel Esperanto
door Paul Cliteur
27 december 2009
Beste Kamal,
Graag wil ik even reageren op je overpeinzingen over het offer van Abraham/Ibrahim op de website “Wij blijven hier!”.
Vooropgesteld dit: je geeft een mooie en integere samenvatting van een deel van wat ik daarover geschreven heb in Moreel Esperanto en daarvoor alle lof.
Ik heb alleen een paar opmerkingen en deze wil ik graag aan je wil voorleggen in de hoop in een dialoog over dit onderwerp iets verder te komen.
Allereerst dit: je zegt dat ten aanzien van het offerfeest door “islam-critici” vaak de volgende vraag wordt gesteld: “Is het verhaal van Abraham’s offer niet een recept voor religieus geweld?” Omdat je daarna vooral ingaat op mijn bespreking van dat verhaal van Abraham/Ibrahim lijkt de suggestie te ontstaan dat ik een “islam-criticus” zou zijn.
Ik vind dat jammer, want dat ben ik niet. Ik ben niet speciaal een “islam-criticus”, zoals in feite al zou kunnen worden opgemaakt uit het feit dat het verhaal van Abraham zowel in het Oude Testament als in de Koran voorkomt. Je zou mij dus hoogstens als een “criticus van het monotheïsme” (Jodendom, Christendom en Islam) kunnen opvoeren. Maar ook dat zou ik toch onjuist en zelfs een beetje onprettig vinden. In de geopenbaarde geschriften van het monotheïsme zijn allerlei mooie verhalen te vinden en aansporingen tot moreel verheven acties.
Mijn standpunt is dit: ik heb bezwaar tegen één bepaalde lijn in het monotheïsme en die vind ik geïllustreerd in het verhaal van het offer van Abraham/Ibrahim. Mijn bezwaar is dat in dit verhaal een rechtvaardiging kan worden gevonden voor religieus geïnspireerd geweld. Daarover gaat eigenlijk onze discussie: kan men in het verhaal van Abraham/Ibrahim een grond vinden die religieus gemotiveerd geweld rechtvaardigt? Naar mijn idee moet die vraag met “ja” worden beantwoord.
Kan het verhaal van Abraham/Ibrahim ook niet-gewelddadig worden geïnterpreteerd (zoals jij in feite doet)? Vast wel!
Hoop ik ook dat velen het verhaal zullen interpreteren zoals jij dat doet? Nou en of!
Het probleem is alleen dat dit niet gebeurt door radicale gelovigen. Radicale gelovigen lezen in het verhaal een aansporing tot het blind volgen van de goddelijke wil.
Omdat ik meen dat het verhaal zo gelezen kan worden houd ik een pleidooi voor morele auto
…morele autonomie in het boek Moreel Esperanto. En in feite denk ik dat jij in jouw interpretatie van het verhaal van Abraham/Ibrahim al wordt geleid door morele overwegingen waardoor je het verhaal niet gewelddadig interpreteert, maar als de oproep tot het opofferen van het eigen ego (het einde van je bijdrage).
Nu nog een paar opmerkingen die ingaan op details van jouw bijdrage. Veel van wat je als “respons” geeft op mijn interpretatie van het verhaal van Abraham/Ibrahim kan ik moeilijk anders lezen dan als een bevestiging van het standpunt zoals ik dat ontwikkeld heb in Moreel Esperanto.
Onder jouw “respons” staan vier punten waarop ik graag nog even reageer.
(1) Het klopt dat ook ik het goede zie als iets dat “bovenmenselijk” is. Het probleem is alleen: als het “bovenmenselijk” is, wordt het nog niet “goddelijk”.
(2) Dat men god’s bevelen niet blind opvolgt is mooi. Ik kan dat alleen maar aanmoedigen. Ik zie daarin een impliciete erkenning van morele autonomie en een oriëntatie op Moreel Esperanto.
(3) Het derde punt: je citeert een mooie uitspraak dat God zichzelf barmhartigheid heeft voorgeschreven (Koran 6:54). Daarmee wordt alleen “barmhartigheid” volgens mij iets dat boven God komt te staan. Ik juich dat toe overigens, zoals je zult begrijpen.
(4) Het vierde punt is erg belangrijk. Je schrijft dat veruit de meeste gelovigen, zowel orthodox als liberaal, niet gewelddadig blijken te zijn. Je brengt dat alsof het hier een punt zou betreffen waarmee ik het oneens zou moeten zijn. Of wat als een argument tegen mijn Moreel Esperanto of mijn kritiek op het Abraham/Ibrahim-verhaal kan worden ingebracht. Volgens mij is dat niet zo. Ik erken volmondig dat velen “interpretatief” een niet-gewelddadige kant uitgaan met het verhaal. Alleen .. enfin, ik herhaal wat ik hierboven zei: radicalen doen dat niet ”“ en ook met hun interpretaties hebben we te maken.
(5) Als vijfde punt voer ik dan op wat je schrijft over de “context van Ibrahim’s offer”. Je laat hier zien dat in de Koran ook allerlei andere verhalen worden verteld waarin Ibrahim veel meer ”“ als ik zo vrij mag zijn ”“ blijkt geeft van een autonome opstelling (“autonoom” in mijn betekenis: een moraal hanterend die niet op de goddelijke bevelstheorie is gebaseerd). Ik erken dat wederom volmondig. Het geldt trouwens ook voor de bijbel. Ook in de bijbel staan verhalen waarin Abraham zich kritisch opstelt tegenover onredelijke en onz
…Ook in de bijbel staan verhalen waarin Abraham zich kritisch opstelt tegenover onredelijke en onzedelijke goddelijke eisen. Maar dat is geen weerlegging van mijn kritiek op de bereidheid van Abraham/Ibrahim om het offer te brengen in het verhaal dat ter discussie staat.
Dit is ongetwijfeld maar een heel onvolkomen poging wat gedachten uit te wisselen over een moeilijk onderwerp. Dank voor je verstandige gedachten die ik nog verder op mij zal laten inwerken in de hoop met dit onderwerp verder te komen.
En de beste wensen voor het nieuwe jaar !
Sorry voor de lengte van deze reactie,
Met hartelijke groet van Paul Cliteur
“Abraham wordt in het verhaal door God bevolen zijn zoon te offeren en Abraham is daartoe bereid, terwijl deze morele keuze in een autonome moraal moeilijk te rechtvaardigen zou zijn”.
Ik begrijp dit eigenlijk niet als redenering maar heb het boek van Cliteur niet gelezen. Echter waarom zou deze morele keuze in een autonome moraal moeilijk te rechtvaardigen zijn? Vaders sturen dagelijks hun zonen naar een oorlog voor een hoger doel. Soms noemen ze dat ‘Gods wil’ soms is de drijfveer ‘rechtvaardigheid’, soms ‘vrijheid’. Ze zijn dan bereid hun kind te offeren voor dit hoger doel. In praktische zin hoeft dit verhaal wat mij betreft niet gekoppeld te zijn aan een Godsbesef. Maar … zegt Cliteur … een Goddelijke imperatief kan leiden tot religieus geïnspireerd geweld. Ja uiteraard. Maar je kan het Godsbesef van Abraham ook niet los zien van zijn inkeer en het sparen van zijn zoon.
Als je in de loop van een geweer kijkt is het wat mij betreft niet zo belangrijk hoe geweld geinspireerd wordt. Morele autonomie is een illusie.
Abraham had geen enkele andere reden om zijn zoon te offeren dan het verzoek van zijn god.
Waar zit hier de moraal? Ik zie alleen een religieuze reden.
Abraham kwam niet tot inkeer maar op het allerlaatste moment hield zijn god de arm met het mes tegen.
Abraham zou het gewoon nog een keer doen als zijn god het hem vroeg.
Oh, en voordat ik het vergeet. Stel dat Abraham zijn werk wel had afgemaakt (!) en voor een rechtbank had moeten verschijnen wegens moord op zijn zoon, en als reden voor de moord had aangevoerd dat god het hem gevraagd had. Wat zou dan het vonnis zijn geweest, schuldig of onschuldig?
Het vonnis zou ook kunnen zijn: opname in TBS-kliniek wegens waanideeën/waanvoorstellingen. Derhalve “gek” .
#6 Anton, ja dat is maar net hoe je zo’n verhaal leest. Het heeft mij altijd diep geraakt maar het gaat wat mij betreft om een man die hetgeen hem het meest dierbaar is bereid is te offeren voor het hoogste. Dat is wat mij betreft een concrete keuze die veel mensen moeten maken. Daartoe bereid zijn kan het enige juiste zijn. Maar het kan ook betekenen dat je alles kwijt raakt. In die zin gaat het wel degelijk over moraliteit en over de moeilijkste keuzen die mensen soms moeten maken in hun leven. Over overgave en opoffering.
een superstuk, ook de reacties van Paul Cliteur!
@8 Als je pleit voor ontoerekeningsvatbaar geef je aan dat Abraham oprecht geloofde in wat hij deed. Daarmee zeg je dat hij onschuldig was. Dat stel je ook in je commentaar, je geeft hem geen straf maar een behandeling.
@Simon, dat is een beetje buiten de context, Abraham wist wat hij deed en hij wist ook dat het doden van zijn zoon een slechte daad was, wat Cliteur autonome moraliteit noemt: ik heb geen god nodig om te weten dat een mens doden nooit te rechtvaardigen is.
Nog iets scherper stellen, ik laat geen ander mens opdraaien voor de consekwenties van mijn daden.
Het probleem is dat er ook nu nog mensen zijn die iets dergelijks doen in opdracht van hun god en hun daad daarmee rechtvaardigen.
De Nigeriaan was en is er van overtuigd dat hij zijn opdracht kreeg van zijn god
hij deed zijn daad is Volledige godsvertrouwen.
#12 Iedere godsdienst heeft dit probleem.
Wijzen naar een ander is errug goedkoop.
Sommige streng christelijke groepen in Nederland laten hun kinderen niet inenten tegen ziektes als polio, in opdracht van hun god, met alle risico`s vandien.
#11 … slechte daad ? als het (Gods wil is en) een hoger doel dient niet. Je leest die verhalen veel te letterlijk naar mijn mening. Als een Nederlandse vader afscheid neemt van zijn zoon die naar Afghanistan gaat dan is de situatie vergelijkbaar. Het verhaal gaat over de bereidheid het hoogste offer te brengen.
Hi, Amazing! Not clear for me, how offen you updating your http://www.wijblijvenhier.nl.
[url=http://www.japellow.com/]Ilias[/url]
Je hebt een punt, echter een christen voelt zich de laatste zeg maar 50 jaar niet geroepen on zich tussen medegelovigen of duivelse ongelovigen op te blazen.
Tenminste niet om geloofs overtuiging
Verder gaat je voorbeeld echt totaal mank
Hoop dat Kamal Essabane wat meer inzicht heeft gekregen.
@Vele
hoeveel mensen ken je, die geen overtuiging hebben?
Iedere overtuiging is een vorm van geloof.
18
Als je het zelf gelooft zal het wel waar zijn
Maar voor mij klinklare onzin
Je hebt een stel extremisten die een aantal aanslagen plegen. Om deze mensen te begrijpen kijk je in een boek vindt het verhaal van het offerfeest en hebt de oplossing gevonden. Het is dit verhaal dat een gelovige extremist tot zulke daden bereid is. Hij gelooft dat befehl ist befehl vooral als het van God zelf komt.
Dat 99,99% van de gelovigen dit niet zo interpreteert maakt niet uit, want je hebt mensen die het zo wel interpreteren.
De vraag is waarom interpreteert men het zo? Wat is er anders? Daar zou een antwoord op moeten wordn gegeven en niet blijven hangen in een theoretische discussie die noch begin noch eind kent.
Paul Cliteur geeft een respectvolle en interessante aanzet voor een diepere discussie over dit onderwerp. Dank daarvoor.
Ik ben het met Paul Cliteur eens dat in het verhaal van Abraham een rechtvaardiging gevonden kan worden voor religieus geïnspireerd geweld. De grote vraag is echter wat dit betekent? Betekent het dat religieuze teksten per definitie multi-interpretabel zijn? Ik denk van wel. Of betekent het dat de betekenis van religieuze teksten niet voor ieder mens kenbaar zouden zijn? In het laatste geval ga je uit van een hogere waarheid/betekenis die aan iedere tekst ten grondslag zou liggen, maar niet voor iedereen toegankelijk is. Het moeilijke is nu juist dat het zo- mens- eigen is, om de juiste vertaling van een tekst te denken te begrijpen en dat het transcendente ‘goede’ niet toetsbaar is met enkel wetenschappelijke of ‘bovenmenselijke’ criteria. Ik denk daarom dat het niet-weten, de belangrijkste voorwaarde is als acceptatie, om dichterbij het ‘goede’ te komen. Parallel aan het bijbel verhaal zie ik namelijk ook de mogelijkheid van atheïstisch geïnspireerd geweld. De mens is gedoemd om met onzekerheden te leven…
Met vriendelijke groet,
Piet
Piet,
Paul Cliteut zal vast een groot denker zijn maar hij stelt:
Het probleem is alleen dat dit niet gebeurt door radicale gelovigen. Radicale gelovigen lezen in het verhaal een aansporing tot het blind volgen van de goddelijke wil.
Wat betekent blind volgen? Strikt genomen is het Abraham verhaal een eenmalige gebeurtenis opgedragen aan de profeet Abraham. In die zin kan niemand dit voorbeeld volgen. God zal niemand meer opdragen om zijn eigen zoon te offeren.
Ik heb verder nooit gehoord van gelovigen die hun geweld legitimeren door een beroep te doen op het offerverhaal. Hoe dit dan tot geweld kan oproepen is mij een raadsel?
Je kan zeggen God vraagt van de gelovige om dat te doen wat hij vraagt.
Ja in sommige gevallen is geweld gerechtvaardigt. Is dit blind opvolgen?
Geweld gebruiken heeft zo zijn voorwaarden binnen de islam.
Is dit geweld per definitie niet goed?
God zegt zelf in de koran dat je soms tot geweld moet overgaan ook al staat het je tegen. Bijvoorbeeld in het geval je je van je land verdreven wordt.
Ik kan daar niks onredelijks aan vinden en ben het er 100% mee eens.
Beste heer Cliteur,
Excuses voor mijn late reactie. Ik was op vakantie.
Allereerst vind ik het een grote eer om een reactie van u te ontvangen op mijn stuk. Het zijn goede punten waarop ik zal reageren.
Wat betreft uw eerste punt begrijp ik dat u het onprettig vind om als “islamcriticus” of”monotheismecriticus” gezien te worden. Echter, indien u meer specifiek als “monotheistische moraalcriticus” gezien wilt worden omdat monotheistische religies ook zoveel moois zouden hebben ontstaat er denk ik een probleem.
Ik vraag me dan namelijk af of dit argument niet geldt voor mensen die zichzelf wel expliciet islamcriticus noemen. Die zien meestal ook wel in dat de meeste moslims (of monotheisten) redelijke vredelievende mensen zijn en dat er in de heilige boeken ook veel moois te vinden is.
Ten tweede, door de monotheistische religies qua moraal eruit te pikken is het me niet duidelijk of u wilt zeggen dat de polytheistische of non-theistische religies qua moraal minder problematisch zijn of dat u deze niet hebt bestudeerd.
Het lijkt me sterk dat u niet op de hoogte bent van religieuze moraalstructuren bij deze religies en bijv. de mensenoffers bij polytheistische volkeren en boedhistische monniken die offensief geweld religieus legitimeerden en toejuichden in bijvoorbeeld Sri Lanka en Japan?
U zei:
“Radicale gelovigen lezen in het verhaal een aansporing tot het blind volgen van de goddelijke wil.”
Commentaar:
Het is volgens mij niet te ontkennen dat dat religies bindende functies hebben en diepe emoties bij mensen kunnen losmaken. Ook valt niet te ontkennen dat religieuze boeken op meerdere manieren geintrepreteerd kunnen worden.
Dat brengt het gevaar van misbruik met zich mee. Maar dat geldt ook voor seculiere ideologieen zoals socialisme, humanisme en liberalisme die hun radicale en gewelddadige varianten kennen.
Religieus-geweld is een veelkoppig monster dat volgens verschillende autoriteiten meer seculiere dan religieuze oorzaken heeft.
Jessica Stern (Terror in the name of God, 2003) geeft 5 factoren die ervoor kunnen zorgen dat een religieuze groep gewelddadig wordt:
1. vernedering 2. vervreemding 3. demografie 4. geschiedenis 5. territorium.
Ik ben het met u eens dat de factor religie niet helemaal weggecijferd kan worden in religieus geweld. De taak van de religieuze mens is om zich van de interpretaties van extremisten te distantiëren en ook theologen hebben daarin een bela
Vervolg: De taak van de religieuze mens is om zich van de interpretaties van extremisten te distantiëren en ook theologen hebben daarin een belangrijke taak, om de interpretaties van extremisten onderuit te halen en zo
te voorkomen dat een hele religie gekaapt wordt door extremisten.
(1) Het klopt dat ook ik het goede zie als iets dat “bovenmenselijk” is. Het probleem is alleen: als het “bovenmenselijk” is, wordt het nog niet “goddelijk”.
Commentaar:
Mee eens. Ik weet dat verschillende mensen verschillende perspectieven/definities hebben van het transcendente zaken.
(2) Dat men god’s bevelen niet blind opvolgt is mooi. Ik kan dat alleen maar aanmoedigen. Ik zie daarin een impliciete erkenning van morele autonomie en een oriëntatie op Moreel Esperanto.
Commentaar:
Ik zou eerder concluderen dan de goddelijke bevelstheorie klaarblijkelijk slechts een interpretatie is die door een minderheid gelovigen aangehangen, wordt en kan niet gezien worden als essentie van monotheistische religies zoals algemeen begrepen door de volgelingen.
Nu zou u tegen kunnen werpen dat een minderheidsintepretatie ook serieus genomen moet worden, maar dan is mijn weerwoord dat religieus geweld niet uit te bannen is door de religieuze moraal op de schop te doen, omdat de extremisten zich buiten de mainstream van de religies bevinden zal dit ze niet raken. Ze geloven immers toch al dat de m
Vervolg: Ze geloven immers toch al dat de meeste gelovigen dwalenden zijn. Slimmer zou zijn als men wat aan de context deed waarbinnen religieus extremisme en geweld groeit en gedijd. Zie boven de 5 punten van Jessica Stern.
(3) Het derde punt: je citeert een mooie uitspraak dat God zichzelf barmhartigheid heeft voorgeschreven (Koran 6:54). Daarmee wordt alleen “barmhartigheid” volgens mij iets dat boven God komt te staan. Ik juich dat toe overigens, zoals je zult begrijpen.
Commentaar:
Dan moet u het punt laten varen dat de islam een godelijke bevelstheorie uitdraagt want u bent het er kennelijk mee eens dat 6:54 dit onderuit haalt.
U zult echter meteen begrijpen dat in het islamitische concept van God, God per definitie niet ondergeschikt kan zijn aan een hogere macht als het Goede.
Barhmartigheid is niet slechts een catagorie van God’s bevelen aan de mensheid want mensen kunnen barmhartigheid herkennen en barmhartigheid heeft alleen betekenis in een relatie.
Maar het is ook niet een categorie los van of boven God. Dit vers geeft de ambigue/mysterieuze relatie tussen God en het Goede (barmhartigheid) weer. Ik hoef u hoop ik niet uit te leggen dat het Goddelijke voor de mens meer mysteries kent.
(4) (…) Alleen .. enfin, ik herhaal wat ik hierboven zei: radicalen doen dat niet ”“ en ook met hun interpretaties hebben we te maken.
Commentaar:
Zie boven: de verschillende factoren voor religieus geweld.
(5) (…) …Ook in de bijbel staan verhalen waarin Abraham zich kritisch opstelt tegenover onredelijke en onzedelijke goddelijke eisen. Maar dat is geen weerlegging van mijn kritiek op de bereidheid van Abraham/Ibrahim om het offer te brengen in het verhaal dat ter discussie staat.
Commentaar:
Wat ik wilde laten zien is dat het verhaal in de context gelezen heel anders geinterpreteerd moet worden. Een a-contextuele lezing leidt tot de conclusie dat zijn geloof in God blind en ongegrond was. Een contextuele lezing laat zien dat zijn geloof gegrond was.
Het verhaal gaat niet over een man die van de ene op de andere dag een stemmetje in zijn hoofd hoorde dat hij zijn zoon moest ombrengen en daar gehoor aan wilde geven.
Zoals ik zei bouwde ibrahim een vertrouwensrelatie op met God, hij was een profeet die regelmatig openbaringen ontving en hij ontving de openbaring over grote het offer pas nadat zijn geloof en vertrouwen in God meerdere malen beproefd, bevestigd en gegroeid waren
Dat was mijn bescheiden respons.
Met vriendelijke groet
Reactie op Kamal Essabane 2
Beste Kamal, Dank voor je commentaar en met veel van je zegt ben ik het van harte eens. Mag ik nog een paar opmerkingen maken? Ik probeer het kort te doen en daarna laat ik de website weer aan de anderen, want ik wil ook niet teveel aandacht claimen. Ik dank je nogmaals voor de belangstelling die je hebt getoond voor mijn boek Moreel Esperanto en de opmerkingen die je hebt gemaakt die ik zeker in mijn volgende boek ga verwerken (titel: “Het monotheïstisch dilemma”).
Nog een klein punt over dat “islamcriticus” of “monotheismecriticus”: ik heb altijd een hekel aan die kwalificatie (die volgens mij ook niemand voor zichzelf zal opeisen; althans ik zou iedereen sterk ontraden dat te doen) is dat het al bij voorbaat diskwalificerend werkt: “Oh, jij bent een islamcriticus ..” Dan behoeft eigenlijk verder niet meer naar iemand te worden geluisterd. Elk commentaar wordt dan al bij voorbaat als “negatief”, “bevooroordeeld” etc. geduid en kan terzijde worden geschoven. Bovendien probeer ik zelf altijd zo open mogelijk een discussie in te gaan. Ik ben niet a priori een “islamcriticus” of “monotheismecriticus” of “religiecriticus” en de ander is niet a priori een “islamapologeet”, “monotheismeverdediger” of “religiofiel”. Nou ja, misschien is het niet belangrijk, maar dit toch ter toelichting.
Zie ik de polytheïstische godsdiensten als grofweg meer tolerant dan de monotheïstische? Ik ben geneigd te denken dat een voordeel van de polytheïstische godsdiensten is dat hier de goden elkaar een beetje in evenwicht houden. Omdat verschillende goden zich met verschillende religieuze geboden tot de mensen richten moeten die mensen meer gaan nadenken over de morele waarde van die geboden. Dat beschouw ik als “winst”. Er is ”“ denk ik, zeg ik in alle bescheidenheid ”“ minder kans op religieus geweld bij de polytheïstische godsdiensten dan bij de monotheïstische (hoewel de voorbeelden die je geeft over de mensenoffers en de boeddhistische monniken overeind staan).
En dan de vraag van de “seculiere ideologieën”. Geven die niet evenzeer aanleiding tot geweld? Zeker. En vóór 1989 zouden we dat ook zeker uitvoerig hebben besproken, maar de maatschappelijke werkelijkheid is dat we nu meer met religieus gemotiveerd geweld te maken hebben. Ik heb mijn twijfels over de vraag of Jessica Stern dat wel scherp voor ogen heeft.
Wat daar aan te doen? Kan “interpr
Wat daar aan te doen? Kan “interpretatie” ons altijd redden? Of moeten we het eerder zoeken in het ter discussie stellen van de “goddelijke bevelstheorie” van de moraal? Dat die goddelijke bevelstheorie de “essentie” zou zijn van het monotheïsme zou ik niet willen beweren. Ik zal ook nooit beweren dat of de Islam of het Christendom of Jodendom een “goddelijke bevelstheorie uitdraagt” in de zin dat dat het enige is wat zij doen (en voorzover ik die indruk heb gewekt zal ik die stelling ook snel laten varen, zoals je terecht aanraadt). Maar wel wil ik verdedigen dat in de monotheïstische traditie aanknopingspunten te vinden zijn voor een dergelijke theorie en dat zelfs als maar een kleine hoeveelheid gelovigen zich hierdoor laat inspireren een aanzienlijk maatschappelijk probleem ontstaat. Dat sluit overigens niet uit dat we ook ”“ in navolging van wat je over Stern opmerkt ”“ iets aan de “context” moeten doen waarin religieus geweld kan gedijen.
Die context kan zijn dat we een mooie dialoog voeren (zoals wij nu doen). Proberen ons tot het uiterste in te spannen elkaar te begrijpen. Wat wij nu aan het doen zijn. Maar ik geloof ook dat het nodig is dat we proberen om de radicalen in hun radicaliteit te begrijpen en te analyseren hoe hun theologie ook aanknopingspunten heeft in de religieuze tradities en verhalen uit die tradities. Als we dat begrijpen dan kunnen we er iets aan doen.
Wij lezen het verhaal over het offer van Abraham verschillend. Ik denk dat ik het juist erg in de context lees en dan heb ik daartegen een moreel bezwaar. Dat bezwaar heb ik nog sterker tegen het Christendom. Een groot voordeel van de Islam boven het Christendom is dat het offer van Abraham in de Koran maar één verhaal is terwijl dat in het Christendom tot het centrale leerstuk is gemaakt, namelijk dat God bereid was tot het offeren van zijn eigen zoon. Ook met dat leerstuk zit ik aardig in mijn maag. Maar goed, dat hoeft ons hier niet bezig te houden.
Het ga je goed, nogmaals dank voor je zeer verstandige opmerkingen. Jullie blijven hier, ik ook, en we gaan er een heel mooi 2010 van maken,
Met hartelijke groet van Paul Cliteur