Voorpagina Algemeen, Maatschappelijk, Politiek

Wilders’ Islam-afkeer is een bolwerk van racisme en discriminatie

Fouad Sidali vergelijkt Geert Wilders met Adolf Hitler, nadat de PVV-voorman het idee openvouwt van minder Marokkanen in Den Haag. De maatschappelijke ophef naar aanleiding van Sidali’s vergelijking is enorm.

Als gevolg van de externe druk besloot Sidali zijn vergelijking in te trekken. Omdat hij meegesleurd werd door een vloedgolf van intense emoties, maakte hij naar eigen zeggen de verkeerde vergelijking: “Wilders had ik niet met Hitler mogen vergelijken.”

Foto: ANP

Enkele dagen na Sidali’s terugtrekking, maakt Wilders kenbaar dat hij voor minder Marokkanen gaat zorgen. Als gevolg hiervan is er een behoorlijke vloedgolf van afkeer ontstaan, die op Wilders afstroomt.

Dat de massa-verontwaardiging binnen enkele dagen in zowel Wilders’ voordeel als nadeel zou werken, had niemand verwacht. Daar waar hij wordt uitgemaakt voor Hitler door Sidali, werkt het in zijn voordeel: de massa-verontwaardiging keert zich namelijk tegen Sidali, omdat het not done is om Wilders met Hitler te vergelijken. Daar waar Wilders enkele dagen later uitspreekt, dat hij voor minder Marokkanen gaat zorgen, zijn de rollen omgedraaid: de mensenmassa is verontwaardigd, omdat Wilders evenals Hitler boosaardige plannen voorheeft met een specifieke bevolkingsgroep. Hier moet ik er wel bij vermelden, dat dit volgens de opiniepeiling van EenVandaag voor 57% van de Nederlandse bevolking geldt; de resterende 43% is het inhoudelijk eens met Wilders’ Marokkanen-standpunt.

Wilders heeft zichzelf min of meer in de nesten gewerkt, omdat hij toenadering tot Hitler heeft gezocht: door zijn uitspraken over Marokkanen, heeft Wilders op imaginaire wijze de hand van Hitler vastgepakt. Door zijn uitspraken is hij in onze verbeelding gaan lijken op Hitler, met als directe gevolg dat er een behoorlijke golf van verontwaardigde reacties zijn richting op stroomt. Of hij hierdoor wordt overspoeld, is nog maar de vraag. Wat wel met meer zekerheid kan worden vastgesteld, is dat de PVV serieuze deuken oploopt. Wilders is ‘een brug te ver gegaan’ – volgens velen.

De grote vraag is, nu het idee van een discriminerende en racistische Wilders aannemelijker is geworden, in hoeverre Wilders’ Islam-afkeer op ongeveer dezelfde manier kan worden beoordeeld? Omdat het maatschappelijke beeld van Wilders verandert – in de zin dat hij door zijn uitspraken over Marokkanen steeds meer als een racistisch figuur wordt gezien – vraag ik mij af of er een veranderde houding optreedt met betrekking tot zijn Islam-afkeer. Wordt Wilders’ Islam-afkeer nu anders beoordeeld, nu het racistische beeld van hem aannemelijker is geworden? Moet Wilders’ Islam-afkeer niet gezien worden als racistisch en/of discriminerend, omdat deze wellicht in dienst staat van het wegwerken van verschillende bevolkingsgroepen, namelijk: moslims.

Om gelijk met de deur in huis te vallen: nee, de kritiek op Wilders van een verontwaardigd Nederland, staat nauwelijks in teken van Islam-afkeer. Bevestigend wordt er gereageerd op de racistische strekking van zijn uitspraak over minder Marokkanen. Het resultaat is echter dat er weinig aandacht is voor Wilders’ Islam-afkeer. Dit is best vreemd, gezien het feit dat Wilders’ politieke hoogtepunten hierop gebaseerd zijn. De kritiek op Wilders concentreert zich daarnaast veelal op de dubbelzinnige houding van politici, die afstand hebben genomen van Wilders. Zo hebben prominente PvdA-politici het moeilijk, vanwege precaire uitspraken over Marokkanen, die structureel uit die hoek komen.

De oorzaak hiervan moet mijns inziens worden gezocht – ik heb het hier over de vraag waarom Wilders’ Islam-afkeer onderbelicht is – in het onvolwassen beeld van racisme dat er heerst. Het collectieve racisme-besef in Nederland is te beperkt; in de zin dat het vrij eenvoudig is te omzeilen. Iets wordt doorgaans als racistisch beoordeeld, zodra het raakvlakken heeft met Hitler-achtige taferelen. Uitingen van racisme en discriminatie die hierbuiten vallen, worden niet snel opgemerkt.

Een politiek leider die het specifiek munt op enkele bevolkingsgroepen – in de zin dat hij de belofte uitspreekt, dat deze qua omvang worden gereduceerd – roept directe associaties op met het gedrag van Hitler. Gebruikmakend van het leiderschapsperspectief, is het gerechtvaardigd om het volgende te stellen: dat Hitler als model wordt gezien van racistisch leiderschap. Het logische gevolg hiervan is, dat op hem lijkende leiders, vanzelfsprekend als racisten worden gezien. Pas je als politiek leider binnen de beeldvorming die wij hebben van Hitler, dan is het aannemelijke gevolg dat diegene als racist wordt gezien. Dat Wilders het op dit moment moeilijk heeft, komt door de verkeerde vorm die hij heeft gebruikt. Door zijn meest recente uitspraken over Marokkanen, lijkt hij op iemand waar bijna heel Nederland van walgt, namelijk: Adolf Hitler. Wilders gaat ten onder aan beeldvorming. Een geringe rol is er daarentegen weggelegd voor inhoudelijke maatstaven, die voorgoed een einde moeten maken aan racisme en discriminatie.

Doordat het racisme-besef voornamelijk door noties van Hitler-achtige leiders is vorm gegeven, ontstaat er de nodige ruimte om racisme en discriminatie te omzeilen. Wilders heeft naar mijn beleving jarenlang op een meesterlijke wijze zijn racistische denkbeelden omzeild.

Omdat hij een onderscheid maakt tussen Islam en moslims, is het nooit gelukt om een massa-verontwaardiging te ontketenen. Wilders beschimpt geen moslims (personen), maar de islam (geloof). Omdat hij zich afkeurend opstelt ten aanzien van de Islam, blijven moslims gevrijwaard van beschimpingen. Althans, zo luidt de morele rechtvaardiging om maar alles te mogen zeggen over de Islam, zonder rekening te houden met de discriminerende gevolgen voor moslims. Daarnaast heeft Wilders op subtiele wijze de volgende grondwettelijke beginselen met elkaar in botsing gebracht: het non-discriminatiebeginsel versus de vrijheid van meningsuiting. Structureel stipt Wilders de onbegrensde mogelijkheden aan van de vrijheid van meningsuiting, zonder dat hij daar verantwoordelijkheden tegenover plaatst: het verbod om te discrimineren. Door het non-discriminatiebeginsel jarenlang niet op de maatschappelijke agenda te zetten, is deze ondergedompeld geraakt door oneindige discussies over de vrijheid van meningsuiting. Politici die Wilders’ omzeiling terug kunnen leiden tot een evenwichtsstructuur, waar de vrijheid van meningsuiting wordt gebalanceerd door het non-discriminatie beginsel, brengen racisme en discriminatie een flinke halt toe.

Om mijn betoog te eindigen met waar ik ben begonnen: Fouad Sidali trekt zijn Hitler-vergelijking nog niet terug, en Wilders krijgt het moeilijk, omdat hij wordt aangezien voor een racistische leider. Sterker nog: hij wordt gezien als de nieuwe Hitler, omdat hij de aandacht voornamelijk vestigt op de Marokkaanse bevolkingsgroep. Zoals Hitler zijn aandacht vestigde op joden voor zijn afkeer, vestigt Wilders nu zijn aandacht op Marokkanen. Het gevolg is dat bijna heel Nederland ontploft. Dit is een merkwaardig gegeven, zodra Wilders’ Islam-afkeer in het vizier wordt gehouden. Blijkbaar bepaalt het gedrag van politieke leiders in hoeverre maatschappelijke fenomenen als racisme worden gezien. Zodra politieke leiders op Hitler lijken, hebben zij een probleem. Wordt racisme omgezeild op de manier zoals Wilders dit heeft gedaan, dan kunnen politieke leiders oneindig discrimineren. Hieruit moet dan ook de conclusie worden getrokken dat het racisme-besef in Nederland nauwelijks aanwezig is. Want hoe Wilders deze heeft omzeild, maakt duidelijk dat Nederlandse moslims op vrij eenvoudige wijze worden gediscrimineerd. Onder andere door Wilders zelf; de man die vrij laat is ontmaskerd als racist.

Rachid Eznaden schrijft sinds 2011 voor Wijblijvenhier. Hij is eindredacteur met als speciale aandachtsgebieden integratiebeleid, buitenlandse politiek, literatuur en islamitische geschiedenis van Europa. Verder staat Rachid bekend als boekenwurm. Voor de meeste WBH-ers belichaamt hij de Wijblijvenhier-bibliotheek. Heeft een schrijver achtergrondinformatie nodig voor zijn stukken, dan tovert Rachid binnen no time een aantal titels tevoorschijn. Tot slot: Rachid recenseert graag. Waar deze interesse vandaan komt, Joost mag het weten. Misschien is het wel zijn tegendraadse houding: waar over het algemeen steeds minder wordt gelezen, gaat hij juist meer lezen.

Lees andere stukken van