Zo kort geleden als 8 december 17.00 sloot ik mijn recentste fase van mijn ‘Dikke Middelvinger’-dagen af. Dat verdient mogelijk enige toelichting. In mijn persoonlijke periode van onwetendheid en algemene onbeleefdheid (mijn privé-djahiliyya, zo u wilt) wilde het nog wel eens voorkomen dat ik mijzelf al vloekend en misprijzend en ingewikkeld gebarend door mijn dmv-dagen heen werkte. Een ferm uitgestrekte middelvinger voor je neus kon je dan krijgen, danwel eentje met opgetrokken en geknokkelde ring- en wijsvinger ernaast. Ook de klassiek Angelsaksische tweevinger was favoriet. Het geheel was creatief afgemaakt met verbale verwijzingen naar lichaamsdelen, van karikatuurlijk formaat, familieleden en soms ook de minder vrijgemaakte basisterminologie van onmin.
Dat is nu wel anders, soort van.
Laat ik voorzichtig schetsen wat er tegenwoordig gebeurt. Allereerst moeten we de wereld even eenvoudig in tweeën delen. Dit is noodzakelijk om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen wat er gebeurt in de wereld zoals u en ik deze met elkaar delen en de wereld die ik privé beleef. Kortom: binnen mijn hoofd en buiten mijn hoofd.
Binnen mijn hoofd spelen zich de dmv-dagen eigenlijk nog zo goed als hetzelfde af als vroeger. Ik werp middelvingers links en rechts. Ik beledig voorouders (soms zelfs moeders), vrienden, vriendinnen, persoonlijke helden en voorbeelden in het leven en, met de regelmaat van de klok, zelfs je kinderen! Daarnaast visualiseer ik grove lichamelijke mishandelingen. Beginnend bij de simpele enkeltikker waardoor je rechtervoet in de loop door mij achter je linkervoet wordt geschopt – gegarandeerd ga je lullig languit in mijn hoofd!
Maar daar stopt het meestal niet (tenzij je gewoon irritant was, dan is dat voldoende). De echt hinderlijke mensen, die in het gedeelde leven echt lomp, onaardig, beledigend, fysiek ongemakkelijk, gewelddadig, hypocriet en misdadig hun dagen vullen met onzin – voor die mensen spaar ik mijn inwendige woede op en verzin ik meesterlijk eenvoudige vormen van mishandeling.
Zo was er een journalist die het bloed onder mijn nagels vandaan haalde. Niet alleen had zijn hoofdredacteur hem ruimte gegeven zijn verwerpelijke mening te ventileren (op zich al kwalijk) maar ook spuide hij klinkklare onzin over deze en gene. Deze en gene boeide me niet, maar ik weet wanneer er onzin boven komt drijven. Humbug! Deze journalist startte mijn dmv-dag en ontving de virtuele middelvinger. Echter, dezelfde avond nog kreeg hij tv-tijd en bleek de simpele vinger niet afdoende. Ik besloot hem te tacklen onderweg naar de schminktafel. Hij liep richting de trap en de enkelzwiep deed hem met zijn rechterschouder tegen de trap aanvallen en als een vroegoud ventje dukelde hij naar benee. Geen echte schade, slechts een mooie jaap. Precies genoeg om zijn gewauwel op tv te accepteren. Aldus dag 1 van de dmv-dagen.
Op dag 2 stierf Ramses.
Op dag 3 zat ik midden in een gesprek met de Missus en stoomden de buren die gekke trancebende door onze muren. Boemboemboemboem. Met een zwakke glimlach verexcuseerde ik me en liep ik naar boven. Aldaar begon ik in mijn hoofd een voorzichtige jihad tegen slechte muziek. Eerst belde ik virtueel aan bij de buren en werd ik binnen gelaten. Schuldbewust bood de buurman mij zijn bijl aan en al vloekend en tierend hakten we gezamenlijk in mijn hoofd zijn installatie aan gort. Lekker. Dat lucht op.
Op dag 4: werk. Grrr. Visioenen van lompe collega’s die door de lucht heen vliegen als ik ze met mijn ford escort net onderschep voor ze het pand betreden. Mijn voorruit is kapot omdat die ene met haar hoofd er tegen aan klapte. Bloed aan de paal. Mwohhahahaha. Ondertussen liep ik met een glimlach naar binnen, zette een potje koffie en begon te werken. Niemand zag iets aan de buitenkant.
Dag 5. Langzamerhand merkte ik dat mijn interne balans hersteld werd. Collectieve scheldpartijen doofden langzaam uit. Al met al groeide mijn positiviteit. De glimlach bleef, verschool zich niet langer aan de buitenkant maar maakte zich ook meester van de binnenkant. De dmv-dagen zijn voorlopig weer voorbij.
Het is apart, ik verafschuw geweld en heb al niet meer gevochten of mensen hardop uitgescholden sinds 1999 of zo. Ik verwacht elk jaar weer dat mijn internalisatie van de dmv-dagen me een maagzweer bezorgt of zo, maar voorlopig lijkt het wel een effectieve ‘inlaatklep’ waarmee ik terugkerende negativiteit handig bezweer.
Iedereen heeft volgens mij wel eens een paar pestdagen waarop ie zichzelf en de wereld de pleuris wenst, maar ik ben blij dat ze bij mij aan de binnenkant blijven. Zo schenk ik de wereld een glimlach – soms spiegelt ie de binnenkant, soms, uh, niet zullen we maar zeggen. De dmv-dagen zijn dood, lang leve de dmv-dagen!
Eén reactie op "Einde aan De Middelvinger Dagen"
Noureddine, ik kan Uw meesterlijk geschreven stuk met humor heel goed begrijpen en het schijnt dat onvriendelijkheid in ons samenleving zeer toegenomen is en het zal wel nog erger worden denk ik zelfs zoals we het hier in NZ zeggen,’Dog eat Dog’.
Het zogenaamde dmv-teken wordt in Christchurch vooral door motoristen gepractiseert. Misschien nog wel groffer door de vinger in de neus te steken of open mond. Zelf meisjes en jonge vrouwen motoristen verlagen zichzelf hiermede. Een goede vriend van mij houdt zijn linkerhand op en wapperd het enkele malen op en neer, dus ook een uitlaat voor zij ergenis
maar ’t is heel wat beleefder en voor hem toch doeltreffend. Ha-ha, als jongen op het voetbalveld deden we dat trucje ook wel eens, even de rechter-enkel een zij-stootje geven….ja, als mens in verschillende werelddelen denken en doen we toch vaak het zelfde.
Mijn vrouw wordt zeer gestoord als de buurman muziek speelt en alleen een doffe dreun in elke kamer te horen is,
niet noten van muziek. Het zijn die speciale loudspeakers, erg populair bij sommige jongeren in hun autos. Wij oudjes kunnen kabaal niet meer zo goed aan.
Wel volgende keer dat ik een dmv-teken
zie zal ik aan Uw stuk denken.
Cheers van Christchurch.