Voorpagina Ervaringen

Zij en ik

Bergen op Zoom, 29 december 2008, 23:30 uur. Nadat ik een half uur onder een hete douche heb gestaan, ga ik naar mijn slaapkamer. Adam is bij zijn papa. Ik weet hoe geweldig hij het daar vindt en maak me dan ook geen zorgen over hem. Met de grootste vanzelfsprekendheid stap ik mijn gedegen zwarte Ikea-bed in. Heerlijk warm en knus. Alles is zo gewoon: de warmte van de dekens, het zachte kussen waarop ik mijn hoofd ter ruste leg en het gebloemde lampje dat ik soms “per ongeluk expres” aan laat staan. Het enige geluid dat te horen is, is mijn eigen gesnurk. Voor de rest is het muisstil…

Gaza, 29 december 2008, 00:30 uur. Net op het moment dat zij in slaap valt, schrikt ze wakker door een keiharde klap. Angstvallig kijkt ze om zich heen. Uit het raam ziet ze een paar straten verderop rook uit een gebouw komen. Ze springt op en rent naar haar kind. Hij is wakker en kijkt vragend naar zijn moeder. Ze neemt hem in haar armen. Ondanks de dikke truien, broeken en twee paar sokken die ze aan hebben, bibberen ze als blaadjes aan een boom. Ze staat op en probeert het licht aan te doen. Geen stroom. Er volgt weer een klap. Ditmaal is het geluid dichterbij waardoor het oorverdovend is. Haar zoontje begint te huilen..

Bergen op zoom, 30 december 2008, 10:00 uur. Ik word wakker en bedenk wat ik vandaag eens zal gaan doen en welke outfit ik aan zal trekken. Alvorens ik naar beneden loop om te ontbijten, werp ik een blik op Adams kamer. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht wanneer ik mijn blik werp op zijn mooie tekeningen. Een aantal had ik namelijk nog niet gezien. Zijn beer, die hij ‘Beer’ noemt, ligt er eenzaam bij. Zou hij Adam net zo veel missen als ik?

Gaza, 30 december 2008, 11:00 uur. ’s Nachts heeft ze geen oog dicht gedaan. Niet door de bommen die continu over en weer vliegen, maar door de herinnering aan haar overleden man. Zijn stilzwijgende schreeuw klinkt nog altijd pijnlijk hard in haar oren. Ze weet niet wat ze moet doen. Terwijl ze haar zoontje bij zijn armpje pakt, werpt ze een blik op de kamer. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht wanneer ze de gebedskleedjes van haar man en zoontje gewaar wordt. Zou hij zijn vader net zo veel missen als ik?

Twee dagen voordat het nieuwe jaar in de gehele wereld feestelijk wordt ingeluid met het lawaaierige en vaak ook gevaarlijke knalgebeuren, wordt -elders op de wereld- op deze nacht een 22 dagen durende oorlog ingeluid. Israel valt de Gazastrook op een grootschalige en allesvernietigende wijze aan..

Hoeveel verschil ik van deze Gazaanse vrouw? Zij, die iedere dag een strijd moet leveren om zichzelf en haar kind te voeden en te kleden. Hoe anders is mijn leven dan haar leven? In essentie zijn zij en ik hetzelfde. Wij beiden zijn moeder van een kind. Een kind, dat opgroeit zonder zijn vader (dagelijks) te zien. Wij beiden kennen gevoelens van angst, eenzaamheid, verdriet en volharding. Echter ik hoef mij geen zorgen te maken over de veiligheid van mijn kind. Ik hoef mij geen zorgen te maken over de basale benodigdheden, alle dank aan Allah.

Ik heb mijzelf afgevraagd wat ik moet doen met het feit dat ik gezegend ben met zoveel zorgeloosheid. Mijn antwoord is zeer duidelijk. De mensen, die gebukt gaan onder zoveel geweld, bezetting en onderdrukking, steunen en helpen. Ik heb gekozen om nee te zeggen en te strijden tegen de belegering van Gaza en Palestina. Nee tegen de onmenselijke en zeer erbarmelijke omstandigheden waarin Palestijnen leven. Ik weiger ziende blind en horende doof te zijn! Daarom zal ik 26 december 2009 naar Gaza vertrekken om op 29 december (een jaar na de eerste aanval) de vrouw, van wie ik hierboven een korte schets heb gemaakt, te ontmoeten..