Voorpagina Ervaringen, Islam, Spiritualiteit

De Hajj – Deel 2

Dit verslag is het tweede deel van de trilogie over de Hajj (Pelgrimstocht) die ReFlex onlangs heeft mogen meemaken. Lees hier deel 1.

De avond ervoor – Na 5 dagen Makkah ben je aardig gewend aan de nieuwe omgeving, de drukte (inmiddels is Makkah volgestroomd), de mensen, het eten. Maar elke keer als je naar de moskee gaat of de tawaaf doet om de Ka’aba blijf je dat magische gevoel houden, alsof je in een onwerkelijk sprookjespaleis terecht bent gekomen. Je beseft niet dat het allemaal echt is en dat je één van de gelukkigen bent die hier mag zijn. En het is nu nog maar één dag voordat de Hajj echt begint. Vanavond doen we weer onze Ihram aan en gaan de bijbehorende beperkingen weer in. De spanning is bij iedereen voelbaar, over een paar uren verlaten we de luxe van ons hotel om de voetsporen van de Profeet vrede zij met hem te volgen.


Tenten, tenten en nog eens tenten… in Mina

Normaal gesproken is er een coordinator van de Saudische overheid die verantwoordelijk is voor het regelen van de bus naar Mina en de reservering van de tenten (ong. 6000 man per coordinator), maar helaas is onze coordinator onbereikbaar, in geen velden of wegen te bekennen. Hierdoor moeten de twee Imams in onze groep ontzettend veel moeite doen om alles geregeld te krijgen. Rond 22 uur worden zes mensen van onze groep alvast naar Mina (de eerste etappe) gestuurd om onze tent te zoeken en deze te bezetten, zodat niet andere groepen er aanspraak op zullen maken. De bus voor de rest van de groep kan al over een paar uurtjes komen, maar het kan ook tot de ochtend duren. We staan in ieder geval standby.

Dag 1: Mina

Uiteindelijk komt de bus in de ochtend aan en kunnen we eindelijk vertrekken naar Mina. We hebben inmiddels bericht gekregen dat onze zes pioniers na veel moeite en zoeken gelukkig toch onze tent hebben kunnen vinden en reserveren.

Dwalen door Mina

Mina is een ‘tentenkamp’, ongeveer 8 km van Makkah. En bij ‘tentenkamp’ moet je niet denken aan een camping in Zuid Frankrijk, maar meer aan een complete stad met rijen en rijen witte tenten, verdeeld in verschillende wijken. Er is alleen één probleem: Er staan nergens borden! We dwalen een paar uur rond in Mina, maar kunnen onze tenten niet vinden. Normaal gesproken reist er met de bus een gids mee, die de weg wijst naar je tent, maar onze gids is een 10-jarige jongen met ernstig slaaptekort, die de hele reis geen woord zegt. De buschauffeur, Zakariyya, begint enigszins wanhopig te worden. Hij is al vanaf de vorige nacht bezig mensen naar Mina te vervoeren en is moe, heel erg moe. Arme Zakariyya, de moeite die hij doet om zijn geduld te bewaren is meelijwekkend. Overal zijn er verkeersregelaars, maar ook die hebben geen idee hoe Mina in elkaar steekt.

Pas na 3 uur ronddwalen komen we in onze wijk (Amerika, Australie, Turkije en Europa) en zien we onze straat (nr. 46). We zijn amper 5 minuten in onze tent of het begint kei en keihard te regenen en te onweren. We denken meteen aan die vreemde Bengaalse ober en zijn voorspelling, echt ongelofelijk. Het regent zo hard dat we ons afvragen of de tent straks niet in elkaar zal storten. Gelukkig gebeurt dat niet en houden de tenten stand. Zo plots als de regen kwam, verdween het ook weer een paar uur later. Daarna is geen druppel regen meer gevallen. Het zijn stevige tenten met Perzisch tapijt op de grond, electriciteit en airco. Wat wil je nog meer? Nou, misschien iets schonere toiletten en minder lange rijen ervoor.

We zijn met ongeveer 100 mensen in één grote tent met een scheiding ertussen voor mannen en vrouwen. Iedereen zoekt een plekje en de gebedskleden worden uitgerold. De bedoeling van deze eerste dag van de Hajj in Mina is dat je hier 5 gebeden achter elkaar verricht, te beginnen met het Zohar gebed (middaggebed). Pas na het ochtendgebed van de volgende dag mag je Mina verlaten om naar Arafat (de tweede etappe) te gaan. We brengen de dag door met veel bidden, krijgen mooie en inspirerende preken te horen van onze Imam en nu we zo dicht bij elkaar zitten, is het ook één en al gezelligheid tussen de groepsgenoten. Bij de kraampjes voor het eten (voornamelijk Biryani) is het erg druk, maar het is gelukkig warm en redelijk vers. Na het eten zoeken we een theekraampje op. En hoe geweldig is het wel niet om onder het genot van een lekker kopje chai je ogen langs de vele vele tenten en de vele mensen te laten gaan en te beseffen hoe mooi het is, hoe vredig het is en hoe gelukkig iedereen is.

Slaapplekje

We hebben een beetje rondgewandeld door Mina en Ashraf en ik komen laat in de avond weer aan bij onze tent. Iedereen zal inmiddels wel aan het slapen zijn, dus we doen het rustig aan. We stappen de tent binnen, kijken elkaar vol ongeloof aan en vallen bijna op de grond van het lachen. Het lijkt wel alsof het Saudisch Blaasorkest in onze tent aan het repeteren is. De ene snurker overtreft de andere en er zijn zoveel snurkers dat er zelfs een melodie ontstaat. Kennelijk het melodie van een slaapliedje, want de rest van de groep slaapt alsof zij Doornroosjes zijn. Nee, dit gaat niet werken voor ons. Samen met een lotgenoot die hoofdschuddend in de tent voor zich uit zit te staren, pakken we onze slaapzakken en gaan naar buiten.

We willen op een nabij gelegen berg gaan slapen, maar beseffen dat dat lastig klimmen wordt met onze Ihram om en met slippers onder de voeten. Dan maar op zoek naar een geschikt stukje trottoir, maar die lijken ook allemaal bezet door mensen die waarschijnlijk geen tent hebben kunnen vinden of ook te maken hebben met snurkers. Dan zien we ineens een lege plek. Het is wel langs een weg waar normaal bussen langsrijden, dus we besluiten met onze benen richting de weg te gaan slapen. We kunnen het niet riskeren dat onze hoofden worden overgereden door en buschauffeur die effe niet oplet. We kijken om ons heen en zien dat we de enigen zijn die daar met een mooie slaapzak liggen: ‘Dakloos Deluxe’.

Maar daar liggen we dan, een beveiliger, een accountant van KPN en een apotheker, op de vredige straten van Mina. Maar we slapen heerlijk!


Binnen in een kleinere tent in Mina

Dag 2: Arafat

Chaos

We horen het gebrom van de bussen die langs ons rijden en beseffen dat het tijd is om op te staan. We lopen terug naar onze tent. Het Saudisch Blaasorkest en de rest van onze groep is ook al wakker. We verrichten ons ochtendgebed (Fajar) en halen wat ontbijt. Voor onze straat nummer 46 staan ongeveer 600 mensen te wachten op de bus naar Arafat (15 km verder). Als er een bus komt, ontstaat er chaos (ik bedoel CHAOS!), omdat alle 600 tegelijkertijd de bus in willen. De coordinator is nog altijd spoorloos, dus we maken de meest gekke tafferelen mee van mensen die per se in die bus willen. Onze imam besluit wijselijk dat we maar beter kunnen wachten tot de meeste mensen weg zijn. Na een paar uur lijken er nog altijd evenveel mensen te staan als daarvoor, dus we gaan het toch maar proberen. We proberen onze vrouwen er als eerst in te krijgen en na veel bloed, zweet en tranen lukt het uiteindelijk om een paar uur later iedereen in een bus te krijgen en aan te komen in Arafat.

Arafat is een heel groot veld met hier en daar wat heuvels en bergen, waaronder de Jabal arRahmah: De berg waar Adam en Eva elkaar weer ontmoetten nadat ze op Aarde werden gezet. Het is tevens de berg waar de Profeet vrede zij met hem zijn beroemde toespraak gaf tijdens zijn laatste Hajj. Het is één van de verplichtingen van de Hajj om op deze specifieke dag hier aanwezig te zijn. Sterker nog, het is de kern van de hele Hajj. De tenten zijn hier wat simpeler, maar de sfeer is prachtig. Onze tenten bevinden zich boven op een bergje, wat het nog specialer maakt.


De kleurrijke tenten van Arafat

Rust

We bidden hier de twee middaggebeden en de imam vertelt ons over hoe bijzonder deze dag en plek is. Daarna volgt de meest indrukwekkende dua (smeekbede) die ik ooit heb meegemaakt. Twintig minuten lang doet onze Imam vol passie de dua, het raakt je hart, je ziel, je alles. Je bent voor even van de wereld. Zoveel tranen als op deze plek vallen er denk ik op geen enkel plek op de wereld. We vragen om vergiffenis, we danken Allah voor alles wat we hebben, we vragen om geluk, om gezondheid, om liefde, om vrede, zowel voor ons, als voor onze naasten en iedereen over de hele wereld.

Overal om ons heen zien we mensen die staan te bidden, te huilen, afgezonderd of juist in groepjes. Zo ontzettend indrukwekkend. De aanwezigheid van Allah lijkt nooit zo dichtbij geweest te zijn. De Hajj is één grote zelfreflectie en deze dag is het hoogtepunt ervan.

We moeten hier tot zonsondergang blijven en mogen het avondgebed (Maghrib) pas lezen als we aankomen op onze volgende bestemming, Muzdalifah. Al komen we daar pas om 3 uur ’s nachts aan. Je aanbidt Allah, maar je volgt daarbij wel de Profeet vrede zij met hem (om nog maar eens zijn status te bevestigen). Omdat hij het Maghrib gebed in Muzdalifah verrichtte, doen wij dat dus ook. Ook nu laten we de grote menigte (en drukte) als eerste vertrekken en uiteindelijk is het al laat in de nacht als we als één van de laatsten met de bus vertrekken uit Arafat.

Bidden op één van de bergen van Arafat

Muzdalifah

Een uur later komen we aan op de vlakte van Muzadalifah. Het is de bedoeling dat we hier de nacht dakloos doorbrengen onder de blote hemel. Overal om ons heen hebben mensen al een plekje weten te bemachtigen en ook wij gaan op zoek naar een nog vrijstaand stukje grond om onze slaapzakken uit te rollen. Ik kijk om me heen en tot waar m’n blik reikt, zie ik mensen liggen op het immense veld van Muzdalifah. Zo massaal, maar ook zo simpel. We bidden het avondgebed en het laatste gebed (Isha) en zoeken hier alvast de steentjes om mee naar de duivels te gooien.

Het was een tumultueuze dag. Ik kijk nog één keer om me heen, geniet van de magische sfeer en doe m’n ogen dicht.


Dakloos in Muzdalifah

Dag 3: Offerfeest

Terwijl de rest van de wereld zich klaarmaakt voor het gebed van het offerfeest (Eid), worden wij wakker in Muzdalifah wetende dat er weer een zware en lange dag voor ons ligt. Er moeten vandaag drie belangrijke rituelen uitgevoerd worden:

  1. Stenigen van de grote duivel;
  2. het offeren van een dier;
  3. en het knippen/scheren van de haren.

Deze rituelen moeten ook in deze volgorde worden uitgevoerd en dat zal waarschijnlijk de hele dag in beslag nemen. Het bevalt ons goed om steeds als laatste (en dus in wat meer rust) te vertrekken, dus ook nu weer. Als de bus terug naar onze tenten in Mina rijdt, kijken we naar de grote, open en inmiddels verlaten velden van Muzdalifah. Slechts één nacht per jaar wordt dit gebied bevolkt, maar dan wel door een paar miljoen mensen.

De duivels

We komen nog voor de middag aan in onze tenten in Mina en na een korte stop vertrekken we richting de duivels. Het is ongeveer een uurtje lopen vanaf onze tent en de weg naar de duivels ziet er erg gestructureerd uit. Topdruktes, chaos en ongelukken bij het stenigen van de duivels lijken verleden tijd. Er zijn meedere éénrichtingswegen die naar de duivels leiden en het stenigen kan op maar liefst 4 verdiepingen, waardoor van drukte helemaal geen sprake meer is. Sterker nog, het is waarschijnlijk het meest rustig uit te voeren ritueel van de hele Hajj geworden. Waar de duivels vroeger nog gesymboliseerd waren door pilaren, zijn het nu grote brede muren van 4 verdiepingen hoog.

We lopen langs de kleine en middelste duivel (jullie krijgen we morgen wel!), want vandaag hoeven we alleen maar de grote duivel te stenigen. Het is zo rustig, dat je er de tijd voor kunt nemen en echt al je aggressie erop kwijt kan. En ik zeg je, dat voelt heeeerlijk!


Op de terugweg naar Mina even rust met het gebed (dag 4)


Met de steentjes in de hand op weg naar de duivels


De duivel, gesymboliseerd door een grote brede muur van 4 verdiepingen hoog

Schaapje, schaapje…

Terwijl de rest van de groep terugkeert naar de tenten, mogen Ashraf en ik mee met de twee imams om de dieren te offeren. Beide imams waren al een week geleden naar een vrij afgelegen boerderij tussen de bergen gaan kijken of de dieren daar wel goed leefden en waren tevreden met wat ze zagen. Onze tweede imam, ook wel bekend als ‘de Slager van Zwolle’, heeft z’n mes al scherp geslepen en is er klaar voor. We worden aan de voet van de Jabal anNoor (de berg waar de Profeet vrede zij met hem zijn eerste openbaring kreeg) opgepikt door een man die ons meeneemt naar de boerderij. Het is een wilde rit tussen de bergen. We staan achter op een pick-up en houden met één hand de wagen vast en met de andere hand onze Ihram.

We komen aan bij een mooie weide met honderden geiten en schapen, beheerd door Pakistaanse Pathanen. Wat is dat toch een mooi volk, er is één leider (Mir Jaan) die de hele tijd vriendelijk lacht en erg relaxed rondloopt, terwijl de rest schreeuwt en zich druk maakt om van alles en nog wat. Als er een conflict dreigt, wordt Mir Jaan erbij geroepen die vervolgens met een lach het probleem oplost. Normaal gesproken slachten de Pathanen zelf, maar onze imam uit Zwolle heeft genoeg ervaring en wil het zelf doen. Als hij na 155 geiten (ook voor een andere groep) zijn mes weer wegstopt, zijn de Pathanen zo erg onder de indruk van onze imam dat ze hem saluteren. “Zoiets hebben we nooit eerder gezien. Je had zelf een Pathaan kunnen zijn”.

We bellen naar de rest van onze groep in Mina dat we dieren geofferd hebben en dat ze nu dus hun hoofd kunnen laten scheren en de Ihram af kunnen doen. Bijna alle geslachte dieren worden weggegeven aan armen die langs de kant staan te wachten en we nemen zelf een kilo of 10 mee naar het hotel die we na de Hajj zelf klaar kunnen maken. Als we aankomen in Makkah laten ook wij onze hoofden kaalscheren.

Het is een zware dag geweest tot nu toe, maar na even opgefrist te zijn en weer normale kleren omgedaan te hebben, moeten we alweer terug naar Mina om ons weer bij de groep te voegen. Maar dit keer te voet! Na 2,5 uur lopen (de imams hanteren een straffe tempo en wij sjokken er achteraan) komen we aan in onze tenten. Ik voel m’n benen niet meer, maar de dag zit er gelukkig weer op. Straks alleen nog even buiten een slaapplek vinden.

Dag 4: Retourtje Mina – Makkah

Vandaag moeten we even terug naar Makkah om nog een Tawaaf (7 rondes om de Ka’aba) en Sa’ee (7 keer heen en weer lopen tussen de heuvels Safa en Marwa) te verrichten, maar we moeten ook op tijd terug zijn in Mina om de duivels te stenigen en de nacht in Mina door te brengen.

De Imam komt met ‘goed’ nieuws: Ze hebben twee pick-ups weten te regelen om ons naar Makkah te brengen, waardoor we dus de chaos van de bus kunnen ontwijken (coordinator is namelijk nog altijd vermist). Het past allemaal precies: De mannen staan in de ene wagen en de vrouwen in de andere wagen. Het is alleen even goed vasthouden allemaal en verder genieten van de rit in de openlucht. Weten we ook gelijk hoe een geit zich voelt als ie zo wordt vervoerd. Heeeeerlijk!


Achteorp de pick-up komen we aan in Makkah

Makkah

In Makkah is het kapot en kapotdruk. In de moskee is de begane grond helemaal vol, waardoor we de tawaaf en sa’ee op de eerste verdieping moeten verrichten. Ook daar is het erg vol, het gaat er allemaal stapvoets aan toe, waardoor we na bijna 4 uur pas klaar zijn en weer aankomen in het hotel. De bed ziet er zo verleidelijk uit, maar helaas, we moeten weer terug om op tijd bij de duivels aan te komen. Ondanks de vermoeidheid lopen we geinspireerd met honderdduizenden om ons heen weer terug naar Mina. Onderweg worden er uit grote trucks water en voedsel uitgedeeld. Ontzettend mooi om zo veel verschillende mensen om ons heen te zien. Vooral de ouderen verbazen me met hun kracht en doorzettingsvermogen. Hier merk je pas duidelijk hoe sterk de kracht van de geest is. SubhanAllah!

Na zo’n 3 uurtjes zijn we weer bij de duivels en halen we onze steentjes weer tevoorschijn. De hele ronde om alle drie duivels te stenigen neemt ook ongeveer een uur in beslag. Als we weer vrij zijn van onze aggressie hoeven we nog maar een uurtje te lopen voordat we kunnen neerploffen in onze tent.

Dit is verreweg de zwaarste dag van de Hajj geweest. We hebben net meer dan 9 uur non-stop gelopen. Tijdens het lopen beseften we het niet, werden we gedragen door de emoties, door de wilskracht en door de mooie beelden van de massa’s om ons heen. Maar nu de dag erop zit, voelen we pas hoe zwaar onze benen zijn.

Dag 5: De laatste stappen

Op deze laatste dag verlaten we Mina definitief en keren we terug naar Makkah. Dat wordt weer 3 uurtjes lopen, maar dan ligt eindelijk een zacht bed in ons hotel op ons te wachten. Onderweg stenigen we weer de drie duivels, dit is meteen het laatste ritueel van de Hajj. Tijdens het teruglopen, beseffen we dat het nu echt afgelopen is en dat we onze verplichtingen hebben volbracht. We vragen Allah om onze fouten te vergeven en onze Hajj te accepteren. Amin!

De Hajj is fysiek een zware survivaltocht gebleken, maar spiritueel was het een oase van rust. De band die je hier met Allah en Zijn Profeet (vrede zij met hem) krijgt, is zo ongelofelijk mooi. Dat is met geen toetsenbord te beschrijven. Je hebt de rust om naar je zelf te kijken en naar de mensen om je heen en je doelen en prioriteiten in je leven weer op de juiste plek te zetten. Zoals onze imam al vaak heeft gezegd, is deze vijfdaagse tocht niet het moeilijkste. Binnen 5 dagen ben je haji, maar je moet het de rest van je leven zien te beschermen. De moeite die je daarvoor zal moeten doen, zal veel zwaarder zijn. Moge Allah ons daarbij leiden en ons hierin steunen. Amin!

Over een paar dagen vertrekken we naar Madinah… naar de Profeet vrede zij met hem.

ReFlex is WBH’er van het eerste uur. Geboren in de jungle van India, opgegroeid in de straten van Rotterdam-West. Het leven is een paradox, dus is hij getrouwd met een Amsterdamse Pakistaanse. Hij is apotheker van beroep, Ajax-supporter van nature. Plezier haalt hij uit zijn islamitische studies, uit zijn sport en vooral uit zijn gezin en twee kinderen! Oh ja...en zijn naam is Jilani Sayed.

Lees andere stukken van