Voorpagina Algemeen, Bekeringsverhaal, Ervaringen

God zorgt voor iedereen, ook voor mijn vader

De laatste weken zijn er in de media veel berichten verschenen over de ‘bekering’ van Nederlanders naar de islam. Met name het boek ‘Bekeerd’ van Vanessa Vroon en Saskia Aukema kreeg veel aandacht. En dat was zeker terecht. Het is een prachtig boek met mooie foto’s van (vooral) dames die zich bekeerd hebben tot de Islam.

Persoonlijk ben ik niet zo voor de term ‘bekeerd’. Voor mijn gevoel heeft het een negatieve klank. Bekeerd, verkeerd. Bekeerd: van iets slechts naar iets goeds? Zelf spreek ik meestal gewoon over ‘moslim geworden’, maar ook daar is natuurlijk iets over te zeggen, want strikt gezien worden we als moslim geboren.

Naast de mooie foto’s in het boek staan er een aantal bevindingen van Vanessa als het gaat om de bekering van vrouwen. Ze spreekt over een aantal zaken waar vrouwen tegenaan kunnen lopen.

Zelf kan ik daar wel over ‘meepraten’. Er is een aantal zaken waar we een oplossing voor moeten zoeken, waarbij we moeten schipperen tussen Islam en het leven in de Nederlandse samenleving. Eén van die dingen is de manier waarop je omgaat met de situatie rondom het overlijden van (één van je) ouders, die geen moslim zijn.

Er zijn mensen die zeggen dat we als moslim niet in de kerk mogen komen.  We proberen begrip te krijgen van niet-moslims door hen uit te nodigen in moskeeën. Daar wordt door veel geloofsgemeenschappen gehoor aan gegeven. Soms worden moslims dan ook uitgenodigd om terug te komen in hun gebedshuis. Daar wordt vaak geen gehoor aan gegeven. Dat is jammer en dat staat wederzijds begrip in de weg. Zelf vond ik het in ieder geval noodzakelijk, uit respect voor mijn ouders, om mee naar de kerk te gaan bij hun 25- en 40 jarig huwelijk.

Daarnaast leerde ik dat vrouwen niet bij een begrafenis horen te zijn en dat dit vooral gebaseerd is op het feit dat vrouwen te emotioneel kunnen zijn. Vrouwen in Arabische landen tonen hun verdriet erg expressief, met veel huilen en schreeuwen tot het trekken aan de haren toe.

Jaren geleden kreeg ik te maken met het overlijden van de vader van een moslimzuster. De vader woonde in mijn woonplaats. Ik wilde haar mijn medeleven betuigen en ging naar de kerk om haar te zien. Maar ze was er niet. Ze had besloten niet mee te gaan naar de kerk en de begrafenis. Dat maakte diepe indruk op mij.

En toen werd mijn vader ziek. Mijn vader betekende heel veel voor mij. We hadden hetzelfde karakter. Over mijn moslim-zijn heeft hij nooit moeilijk gedaan. Zelf geloofde hij niet meer. Er was in zijn ogen te veel veranderd. Daardoor vond ik het ook moeilijk om met hem over geloof te praten. Tot dat hij terminaal op bed lag en ik merkte dat hij bang was. Ik heb hem geprobeerd gerust te stellen door te zeggen dat God voor iedereen zal zorgen.

Het was voor mij geen twijfelpunt of ik wel of niet naar de kerk of begrafenis zou gaan. Ik zou zelfs iets gaan voorlezen in de kerk. Een stukje uit de Koran. De pastoor gebruikte mijn woorden nog in zijn teksten en zo kwamen twee geloven bij elkaar tijdens de begrafenis van mijn vader.

Hierover en over een heleboel andere dingen waar ik een oplossing voor moest zoeken of een beslissing over moest nemen in de ruim 30 jaar dat ik nu moslim ben, vertel ik in mijn boek ‘Van Jeanny naar Amina. 30 jaar moslima in Nederland’.

Van Jeanny naar Amina. 30 jaar moslima in Nederland
ISBN 9789082146004
€ 15,50
Voor meer informatie en bestellen zie prinor.nl

Amina Sebbar is eigenaar van Buro Prinor en auteur van de kinderboekjes ‘Voor het slapen gaan’ en ‘Moslimmetje spelen’.

Lees andere stukken van Amina