Voorpagina Maatschappelijk

De Harira van mijn Moeder

Ik probeerde laatst iets te schrijven over onaangename Rotterdamse Marokkanen. Ik was kort daarvoor ooggetuige van een schietpartij, ogenschijnlijk veroorzaakt door Marokkanen knakkers met een Noord-Afrikaans uiterlijk. Bovendien was ik op dezelfde dag tot drie maal toe – notabene op zebrapaden! – bijna aangereden door wat Marokkanen Golf-4-dilettanten. De volgende dag was ik ooggetuige van een jochie dat in de hal van de bank het personeel bedreigde omdat zijn uitkering niet op tijd binnen was. Ook Rotterdam CS loopt over van de Marokkaantjes nietsnutten die liever gewoon drugs dealen en vrouwen lastigvallen. Ik was mijn ‘eigen soort’ dus gewoon even zat. Maar hoe dan ook; als het moment aanbreekt dat je de krankzinnigheid van malloten als Verdonk en Wilders enigszins gaat begrijpen is het verstandig de ‘grote’ stad voor even te ontvluchten.

Naar Oost-Souburg dan maar. Mijn ma had me zoals gewoonlijk weer op wat harira liefde getrakteerd en mij van een gezonde dosis inspiratie voorzien.

Zij dreef de spot met de defecte rollator die mijn vader ergens vandaan heeft getoverd. Iets met ‘exporteren naar Marokko’, ik weet het ook niet precies. Pa heeft volgens ma sinds een aantal maanden een verzamelingsverslaving opgelopen. Er staan enkele kapotte fietsen, tostiapparaten en aquaria in de tuin geparkeerd. En mijn moeder houdt niet zo van rotzooi. Ze haat rotzooi. Toen mijn vader opving dat mijn moeder hem onheus bejegende, beweerde hij dat de rollator weleens voor haar zou kunnen worden gerestaureerd. Die grap schoot bij haar in het verkeerde keelgat, maar werd desalniettemin door de rest van de familie met een luid gelach ontvangen. Hilarisch, maar tegelijkertijd ook wel een angstaanjagende en realistische opmerking. Want tsjah, onze ouders worden inderdaad een dagje ouder. Ze gaan uiteindelijk dood. En hoogstwaarschijnlijk eerder dan wij.

De volgende vraag die mij bezighield was de volgende: Wat blijft er over van de islamitische gemeenschap als de eerste generatie er niet meer is? Een interessante vraag die misschien ook wel aansluit op het willen behouden van die islamitische identiteit die onze ouders altijd zichtbaar hebben uitgedragen. Zij houden families bij elkaar, eren de religieuze en culturele tradities, bezoeken de moskeeën, spreken Arabisch, gaan bijna elk jaar terug naar het geboorteland en stimuleren hun kinderen het mooie van de islam over te nemen. Ook het artikel van de NRC Next waarin de redactie zich afvraagt waarom de moslimgemeenschap zich niet als de bliksem organiseert en in opstand komt tegen de systematische beledigingen, heeft me aan het denken gezet. Want wat motten ze nou? Willen ze dat je een olifantenhuid ontwikkelt of bij het geringste demonstraties organiseert en dat uit de hand laat lopen. Is er wel een gemeenschap? 

Hoe lang blijft men in Nederland nog moslim als onze ouders er niet meer zijn? Feit blijft dat een grote groep via de ouders gelooft. Daarmee bedoel ik dat er momenteel sprake is van een (inter)passieve geloofsbeleving en mensen zich dus als moslim profileren omdat je dan wél ergens bij hoort. Er breken dus interessante tijden aan. Wie zijn we? Wat willen we zijn? Gaan we op in de massa? Of vinden we zo’n gemeenschap wel fijn? Identificeren we ons met de meerderheid van de Nederlandse burgers of totaal niet? Gaan we straks ook gezellig bier drinken of doen we dat al? Gaan we haring lusten? Hoe voeden we onze kinderen op? Zijn er straks nog vrouwen die harira kunnen klaarmaken?

Pff, vragen, vragen en nog eens vragen. Die zullen binnen enkele decennia waarschijnlijk worden beantwoord. Feit blijft dat moslims over de hele wereld – dus ook in het westen – voor zichzelf moeten bepalen welke koers ze willen varen. We leven in ‘moeilijke’ tijden en de islam als religie, als spirituele beleving wordt van alle kanten aangevallen. Ik ben benieuwd.

Abdelkarim. Voormalig hoofdredacteur van Wijblijvenhier.nl. Documentairemaker. Is geboren in de Zeeuwse contreien en wist al op vroege leeftijd dat het boerenleven niet voor hem was weggelegd. Hij besloot om zijn hooivork aan de wilgen te hangen, de koeien vaarwel te zeggen en zijn geluk te beproeven in Rotterdam. Hij studeerde Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam, was als journalist werkzaam bij de VARA, columnist voor KRO Hemelbestormers en Joop.nl, praat graag tegen vreemden, schaamt zich slechts voor zijn tenen en hoopt dat zijn levensmotto ooit de geschiedenisboeken ingaat: "Als je een geit een jurk cadeau geeft, weet je nooit wat er gebeurt"

Lees andere stukken van Abdelkarim