Voorpagina Algemeen, Buitenland

De etnische zuivering in Myanmar

Myanmar, een Aziatisch land waar op de vroege ochtend de ongerepte natuur gehuld is in een dun laagje mist waarboven eeuwenoude boeddhistische tempels beschenen worden door de opkomende zon. Voor de liefhebbers van verre vakanties en natuurfotografie een vredig paradijs en een lust voor het oog. Maar schijn bedriegt. Binnen de grenzen van het land speelt zich een tragisch drama af. Een vergeten etnische zuivering, ver buiten het gezichtsveld van de mainstream media en helaas ook van de meeste moslims.

Foto: AHK/AB

Hoewel eeuwenoude documenten hun aanwezigheid in de noordwestelijke provincie Arakan bevestigen, wordt de Rohingya bevolking sinds enkele jaren door de overheid aangeduid als illegale buitenlanders. De militaire junta heeft altijd al een zwart schaap gezocht om de bevolking tegen op te zetten ten einde zelf enig draagvlak te behouden. Nu het land gestaag een proces van democratisering meemaakt volgen de huidige machthebbers dezelfde strategie. De Rohingya, wiens huidskleur iets donkerder is, blijken bij uitstek geschikt om de rol van zwart schaap op zich te nemen.

De nationalistisch-boeddhistische 969-beweging – die het land wil ‘zuiveren’ van de ‘moslimhonden’ – wordt geen strobreed in de weg gelegd bij hun aanvallen op de moslimminderheid. Het resultaat is een gestructureerde en gecoördineerde etnische zuivering van onze broeders en zusters in islam. Zoals altijd is er sprake van brandstof en een vonk. Al decennialang woedt onder de oppervlakte een vuur van haat jegens de Rohingya, die met de jaren steeds minder burgerrechten kregen tot het moment dat ze zelfs geheel stateloos, vogelvrij en onbeschermd waren. De vonk liet niet lang op zich wachten.

Een golf van geweld
Op 28 mei 2012 wordt Thida Htwe – een boeddhistische vrouw van 28 jaar oud – verkracht en vermoord bij het dorpje Kyaw Ne Maw, net buiten Ramri. Een foto van haar ontzielde lichaam verschijnt al snel in de media met het bericht dat de daders Rohingya zijn. De politie arresteert drie mannen, waarvan er een zelfmoord pleegt. De andere twee worden vervolgd, schuldig bevonden en krijgen uiteindelijk de doodstraf. De verkrachting is de vonk die de jarenlange haat tegen de Rohingya doet ontsteken.

Enkele dagen later wordt een bus staande gehouden in Toungup, hemelsbreed 45 kilometer verderop. Een woedende menigte trekt 10 Rohingya uit de bus en lyncht hen ter plekke als vergelding voor de verkrachting. Getuigen vertellen later dat politie- en legereenheden vanaf een afstandje toekeken toen de 10 Rohingya werden mishandeld tot zij allen niet meer in leven waren.

Op 7 juni stelde de overheid een onderzoekscommissie op die de moordpartij moest onderzoeken maar die lange tijd nauwelijks vermeldenswaardige bevindingen heeft te melden.

Op 8 juni breken in de gehele provincie Arakan State onlusten uit. Woedende menigten door monniken opgehitste boeddhisten vallen gedurende een aantal dagen Rohingya ghetto’s aan in Maungdaw en Sittwe. Ze steken woningen, winkels en moskeeën in brand en vermoorden meer dan 200 Rohingya. De lokale veiligheidsdiensten weigeren op te treden tegen het geweld; op sommige plaatsen nemen zij hier zelfs actief deel aan. Meer dan 100.000 mensen slaat binnen een paar dagen op de vlucht.

Op 10 juni 2012 – vandaag exact twee jaar geleden – roept President Thein Sein de noodtoestand uit voor de gehele provincie Arakan State, waarmee direct effectief de grip op het gebied wordt uitgebreid. Toch duurt het nog enkele dagen voordat de relatieve rust wederkeert.

Foto: AHK/AB

Recente ontwikkelingen
Sinds de grootschalige golf van geweld zijn er nog bijna dagelijks aanvalen tegen de Rohingya. De overheid van Myanmar heeft de moslims in hun ghetto’s en vluchtelingenkampen een nog strenger bewind van beperkingen opgelegd, waardoor alle toegang tot medische zorg, voedsel en educatie in praktijk verdwenen is. In de New York Times werden deze kampen recent beschreven als ‘quasi-concentratiekampen’ door Nicholas Kristof, die de kampen bezocht.

De invloed van de radicaal-boeddhistische 969-beweging neemt hand over hand toe, net als de beperkingen die worden opgelegd aan de internationale hulporganisaties. De Verenigde Naties hebben enkele opslagplaatsen voor voedselhulp aan de Rohingya welke recentelijk door groepen boeddhisten zijn aangevallen en geplunderd. Het Nederlandse team van Artsen Zonder Grenzen is het land uitgezet omdat het hulp van verleend aan een groep Rohingya na een aanval die door de overheid werd ontkent. De situatie verslechterd met de dag.

De toekomst; wat moet er gedaan worden?
De internationale moslimgemeenschap is beperkt in haar middelen voor de Rohingya. Binnen het land is het nauwelijks mogelijk om te opereren. In de omringende landen – zoals Bangladesh, Thailand en Indonesië – zijn echter vele Rohingya vluchtelingen gestrand die hard hulp nodig hebben. Onder andere de Nederlandse Stichting as-Salaamah wal’Adaalah – waar ik de voorzitter van ben – is hierin actief.

De uiteindelijke oplossing voor het conflict is de ondubbelzinnige erkenning van burgerschap van de Rohingya door de overheid van Myanmar, met de verantwoordelijkheid om ook de mensenrechten van deze groep mensen te beschermen, waarborgen en verdedigen. Internationale politieke druk kan op dat gegeven een verschil maken, maar de meeste landen staan vooral juichend toe te kijken hoe het land stapje bij beetje een democratisch proces doormaakt. Door de geringe media aandacht zal dat helaas niet spoedig veranderen.

Nourdeen Wildeman is een Nederlander van christelijke komaf die op 24 jarige leeftijd moslim is geworden. Nourdeen is oprichter en voorzitter van Stichting as-Salaamah wal'Adaalah.

Lees andere stukken van