Voorpagina Ervaringen

Noureddinus Zeurt en Zanikt zich door Koeweit

Tja, hallo daar ben ik dan weer eens. Hebben jullie me gemist? Voor degenen die me niet gemist hebben – pech, ik ben er weer! Voor degenen die me wel gemist hebben – nee, ik ben niet van een uit de hand gelopen studieweek in een fundimadrassah terechtgekomen om vervolgens de grens met Afghanistan te slechten. Neen. Niets van dit alles. Ik maakte een Persoonlijke Crisis door. Niet zo’n slapjanus van een kredietcrisis, maar simpelweg een flinke crisis van zelfvertrouwen, identiteit, een imaandipje erbij en nog meer van zulks. Ik vertrok naar Koeweit vol goede moed en maakte daar het leven flink moeilijk voor mezelf. Uiteindelijk kwam alles wel weer op zijn pootjes terecht. Maar laat me bij het begin aanvangen, dat is wel zo handig…

In den beginne waren er een boel vriendelijke Koeweiti’s en een polderbroeder vol goede moed ende regeldrift. Zijn naam was Cobus en hij belde me om me uit te nodigen mee te gaan naar de arabieren. Yippycayee, daar ging ik!

Bij aankomst bleek er het een en ander goed fout te zitten: overal gigantische luxe in ons hotel. Copieuze maaltijden, bedden waarin je verzuipt, kleine indonesische/filippijnse/bangladeshi obers en serveersters die elke wens in de kiem smoren door sneller dan hun schaduw je behoefte te vervullen. Voorbeeld: je wilt ergens gaan zitten? Voordat je je tafel hebt geselecteerd, zit je er al, wordt er een stoel onder je billen geschoven en een servet op je schoot gedrapeerd. Je beoogt een kommetje soep? Ze hebben ‘m al voor je ingeschonken en lopen achter je aan naar je tafel terwijl je zelf met lege handen terugloopt. En het ergste: binnen twee dagen vonden we dit de normaalste zaak van de wereld! Daar gaan al onze inspanningen om vroom en zuhd-vol door het leven te gaan! Gelukig was er ook religieus correcte luxe: kanalen met 24hr koranrecitatie van Al Afasy – master! Overal moskeeën te vinden, zowel in het hotel als er vlak naast, effe verderop en nog verder verderop. Overal moskeeën, zo vet. Maar ik vond het maar niks, zo zonder de Missus.

Als je je nog afvraagt waarom we er ook alweer waren, dan begrijp ik dat wel. De eerste paar dagen was het voor mij ook een beetje zoeken. We kregen echter een mooie map uitgedeeld van het Islam Presentation Committee, die ons verblijf organiseerde. Daarin bevond zich het programma – ik schrok me het leplazarus. Van 08.30-12.00 les, gevolgd door een tripje hier of daar (woestijn, diwaniyya, moskee, diwaniyya, cultureel centrum, soeq, diwaniyya boerderij of diwaniyya). Gevolgd door les vanaf 16.00-20.00 en, aldus het rooster: recreational time. Waarin we naar de soeq, moskee, of een diwaniyya werden geleid. En dit 7 dagen per week, twee weken lang. Woeps, dat is niet mis.En dat zonder de Missus. Parbleu, geen sinecure.

Ondankbare hond, zeurende zeikerd en zanikende zeurpiet dat ik ben, begon ik na twee dagen al tegen te stribbelen door het gebrek aan vrije tijd. Ondertussen bleek ook dat de inhoud van de cursus voornamelijk toegespitst zou zijn op da’wah – voor de nietingevoerde: dit staat voor de ‘uitnodiging/oproep’ tot de Islam die de plicht van zo’n beetje elke moslim is. Helaas heb ik hier vrij veel negatieve ervaringen mee: broeders en zusters die de da’wahstijl van christelijke secten als Jehova’s of Pinkstervolk hebben overgenomen – weinig uitnodigend in mijn optiek, zo’n harde bla en voet tussen de deur. Maar ja, de rest van de posse was waanzinnig enthousiast over deze cursus, dus aan wie ligt het nou helemaal?

Door mijn weerstand hiertegen ontging het mij enigszins dat er eigenlijk een hoop zinnige dingen werden gezegd: het is nu eenmaal onze verantwoordelijkheid om de boodschap van de Islam te brengen en wel op de beste manier mogelijk (en dat is niet voor iedereen dezelfde manier). En de beste manier? Door je eigen gedrag zo goed mogelijk te houden (dus noppes van de Jehovastyleo) en er niet zo’n potje van te maken, zoals we hier nog wel eens plegen te doen.

Ook was het mooi om de ervaringen van vele andere nieuwe moslims uit Zweden, Oekraïne, België en Griekenland te mogen horen. Zelfs al bracht dit laatste soms bij mij nog wel eens een crisis hier en daar te voorschijn. Het is namelijk zo dat ik soms nog wel eens naïef kan denken. Zo volg ik reeds jaren lessen bij verschillende docenten en kan ik prima filteren tussen de orthodoxe Islam zoals deze haar presenteren en zoals ik haar opvat. Van die verschillen lig ik echt niet wakker. Ieder zijn eigen opvatting van de waarheid. Echter, op de een of andere manier kwamen die verschillen knoeperdhard aan te midden van al deze nieuwe moslims waar ik blijkbaar van verwachtte dat ze net als ik zouden denken, aangezien ze een vergelijkbare weg hadden bewandeld. Dus niet. Oelewapperd die ik ben.

Dat is dus ook de reden dat het even duurde voor ik dit verslag voor jullie kon maken. Ik had wat afstand nodig om dit alles in perspectief te plaatsen. Het is namelijk van de zotte dat ik geen waardering kon opbrengen voor twee fantastische weken waarin ik veel over mezelf heb geleerd alsook over mijn religie. Onder de cursussen – na de hardcore  da’wah van de eerste week kregen we een fijne lezingenreeks. Deze ging over ‘Islam als de middenweg’.

Hierin kregen we ook nog eens subtiel op onze flikker: waarom droegen we de kleding die we droegen, zo vroegen de organisatoren), jullie zijn toch niet Arabisch/Pakistaans/etc. Dit ontlokte nogal het een en ander bij ons: denken we eindelijk fijn onze eigen ding te kunnen doen, lopen we tegen de kledingsprotocollen van Koeweit aan, waarin je toch vooral de cultuur van je land uitdraagt aan de hand van je kleding.

Dat gekoppeld aan het feit dat de Ministeries van Defensie van de verschillende golfstaten met hun bewaking en geheime diensten ook in ons hotel zaten, maakten dat we het verzoek kregen om ons toch vooral Westers te kleden. Dit was een aparte gewaarwording die bij mij de gedachte ontlokte: misschien moeten jullie Arabieren/moslims eens even nadenken wat jullie nou eigenlijk willen van ons. In NL worden we aangemoedigd djellabiya’s of qamiezen te dragen en in ’t Arabische lopen jullie te knellen dat we stropdas en pak aanmoeten. Kiefesh daar dan mee, grrr! (Niet alleen was ik een zeikerd, ik was ook nog eens een ondankbare gast, brr naar mannetje is ik!)

Dit bleef ook terugkomen bij de vele diwaniyya waar we werden uitgenodigd. Een diwaniyya is een soort koeweiti huiskamer (in een rechthoek) die gedeeld wordt door een grote familie en goede vrienden. Het lijkt een beetje op een Marokkaans ingerichte huiskamer, maar dan 10x groter. Hier komt men wekelijks bijeen en toen het nieuws uitlekte dat er 40 ‘reverts’ in het land waren, werden we door zo’n beetje iedereen en zijn buurman of -vrouw uitgenodigd om te komen eten. (Ik ben 10 kg in twee weken aangekomen. Papzak is ik.)

Enfin, maar dat was heus niet alles. Na een weekje vertrouwde Cobus me toe dat het helemaal niet zo erg was dat ik zo zat te zeuren: we hebben je juist meegenomen om een beetje kritisch te zijn. Dat was erg lief van hem. Bovendien zat er een ommezwaai aan te komen: dr Tariq Suwaidan was gestrikt voor een korte lezing. Ik begon zowat te janken toen zijn lezing afgelopen was. De kern van zijn betoog: vaak blijven we als moslims hangen bij de kleine details en zien we het grote plaatje niet. Terwijl we krampachtig vasthouden aan regelgeving ontgaat ons het nut en de noodzaak van die regelgeving. Uiteindelijk missen we hierdoor zelfs het doel: het beter maken van onszelf, onze omgeving en uiteindelijk de gehele wereld. Ok, rond dit punt begon ik echt te huilen maar ik schaam me er lekker niet voor!

Verdere hoogtepunten waren ons bezoek aan een Islamitisch jongerencentrum (waar Sheikh Rafiq even zijn fitheid bewees), ons bezoek aan de soeq (waar ik eindelijk de gebedsoproep voor het eerst hardop buiten de moskee hoorde) en een bezoek aan een naschoolse opvang waar ze met moderne pedagogische inzichten en Islamitische inhoud werkten: een meesterlijke combinatie (behalve voor degene die bij het maandelijkse toneelstuk de ‘Farao’ moest spelen in het verhaal van Mozes, vzmh. Die zal geen vrienden maken). Ook de knuffelacties met de kamelen was meesterlijk en zal me altijd bijblijven, zelfs al aten we vervolgens kamelenvlees bij een soefibruiloft.

En als boekenfreak kwam de uitsmijter in de laatste twee dagen, waarin de zusters van de IPC ons allerlei kadootjes mee kwamen geven – van dadels en parfum tot boeken, stapels boeken. Zo bracht ik een selectie Bukhari/Muslim-overleveringen mee, een biografie van Abu Bakr en nog veel, veel meer.

We werden gedurende deze twee weken zo ontzettend lief verwend dat mijn ondankbare zeurpiet een langzame dood stierf en er mij niets dan dankbaarheid en inspiratie restte. Dit was dus, op zijn zachtst, een intense reis. Ik hoor wel eens dat wie reist zichzelf leert kennen en dat heb ik zeker gedaan. Niet altijd even plezierig, maar wel louterend geloof ik. Net zo reinigend als de zee waarin de Hollanders en Belgen in gingen zwemmen, tot grote paniek van de hotelstaf: "Is no good the sea, no good. Water too cold, not healthy!"

Foto’s volgen…

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van