Voorpagina Algemeen, Gastarbeiders, Spiritualiteit

In Memoriam Sjeich Abdulaziz Buchari

De dag dat Israël het hulpkonvooi aanviel, overleed in alle stilte Sjeich Abdulaziz Buchari in Jeruzalem. Imam Abdulwahid van Bommel schrijft over de boodschap van Sjeich Buchari.

Sjeich Abdulazîz Buchari woonde met zijn familie in Jeruzalem. Zijn voorouders zijn vanuit Buchara naar Jeruzalem toe gekomen in 1616 om de Naqsjibandî meditatie aan mensen te leren en om reizigers te helpen. Hij omschreef zichzelf als een Sjeich van de Naqsjibandi Religieuze Methode en hoofd van de Oezbeekse gemeenschap in Jeruzalem. Dit zijn slechts 5 families en er leven in totaal ongeveer 300 Oezbeken in Israël. Sjeich Abdulazîz Buchari houdt zich intensief bezig met de dialoog tussen religies. Voor hem is religie en gebed een manier om te ontspannen. Om een paar minuten te stoppen en onszelf terug te vinden en onze relatie met God te herstellen. Sjeich Buchari zei: ‘Materie is niet blijvend. Als een rijke man sterft, krijgt hij geen betere behandeling van God dan een arme man.’


Sjeich Buchari: "Iemand die het leven niet eert en respecteert is niet religieus. Religie is liefde en vergevensgezindheid"


Nadat we hem hadden leren kennen, kregen we het idee voor een documentaire waarin Abdulaziz Buchari vanuit Jeruzalem naar Oezbekistan zou reizen – een soort omgekeerde zijderoute – en zijn levensverhaal zou vertellen. Jaarlijks ging hij terug naar Oezbekistan en had daar goede contacten.  

31 mei – de dag dat het Israëlische staatsterrorisme in internationale wateren zeker negentien ongewapende opvarenden van een hulpkonvooi voor de Gazastrook doodde, overleed in alle stilte de Sjeich van het Oezbeekse retraitehuis in Jeruzalem, Abdulaziz Buchari.

Wanneer de Sjeich naar de wereld keek, zag hij gezichten zonder hoop of spiritualiteit. Hij voelde spanningen, zag mensen met elkaar vechten, en deinsde in afschuw terug wanneer hij mensen elkaar zag vermoorden: ‘Moslims vechten tegen Hindu’s, en die vechten tegen Moslims. In Ierland vechten Protestanten en katholieken. In Algerije vechten Moslims tegen Moslims. In naam van wat? Is dat religie? Nee, dat is het niet. Het is fanatisme, winst en politiek. Iemand die het leven niet eert en respecteert is niet religieus. Religie is liefde en vergevensgezindheid.’

Insjâ Allah, wordt hij in de genade van zijn Schepper opgenomen. Hij toonde in alles wat hij deed over de kwaliteiten van een Sjeich te beschikken. Bijvoorbeeld in zijn grenzeloze gastvrijheid, waarmee hij eenieder met een lachend gezicht tegemoet trad, waarbij het leek alsof hij voor iedereen alle tijd van de wereld had. Zijn in 1616 aan de Via Dolorosa – de lijdensweg van Jezus – gevestigde ‘tekke’, zoals de retraite werd genoemd, wordt beschouwd als een laatste peiler van moslimspiritualiteit, en als een wachtpost van de Aqsâ moskee. De tekke wordt beschouwd als onderdeel van de Ecce Homo kruiswegstatie.

Belangrijker voor de actualiteit is dat hij en zijn tekke zich volledig inzette voor de dialoog tussen de religies. De gemeente Jeruzalem heeft hem voor miljoenen willen uitkopen, maar dat heeft hij geweigerd, waarna men hem onbetaalbaar hoge belasting ging opleggen.  Waarom wilde men hem daar weg hebben? Omdat het vriendelijke, dialoogzoekende beeld van een moslim niet klopt met het gepropageerde beeld van de moslimagressor die alle joden de zee wil indrijven. Informatie hierover is te vinden op Jerusalem Peacemakers

Een paar citaten uit een interview met hem wil ik niemand onthouden:

‘U heeft het over extremistische islam en moslimextremisten. Dat is geen islam. Islam is een geheel en kent geen extremisme. Mensen kunnen extremist zijn, maar hebben we het dan nog over moslims? Misschien hebben we het over politiekactivisten die islam als angstfactor misbruiken. De kruisvaarders hebben in  Jeruzalem een bloedbad aangericht waarbij tienduizenden moslims zijn omgebracht, toen had niemand het over terroristen of terreur. In de Sovjet Unie onder Stalin, in Vietnam door de VS, zijn miljoenen mensen omgebracht het woord terreur werd niet gebruikt. De islam is een geloofsbelijdenis en geloofshandelingen, extremisme of terreur vallen daar niet onder.

We zijn hier 400 jaar geleden naar toe gekomen en hebben ons in Jeruzalem gevestigd, niemand zei tegen ons dat we niet van hier waren. Vier eeuwen familie ligt hier begraven. Wat moet ik doen wanneer iemand komt en tegen me zegt: ‘Je woont in mijn huis?’ De joden zijn gekomen en zeggen nu dit is de door God aan ons gegeven plek. Waar moet ik heen als ze mij uit mijn huis zetten?

Ik zit tussen twee vuren. Ik ben volledig toegewijd aan de dialoog. Er zijn Palestijnen die tegen mij zeggen: ‘Wij hebben hier geen bewegingsvrijheid,  waarom wil je vrede met hen sluiten en dialoog voeren. Kijk eens naar het punt van rechtvaardigheid dan wordt het toch heel moeilijk of onmogelijk om dat te doen? Maar we zijn moderne mensen die in een moderne wereld leven en we dienen respect te hebben voor mensenlevens. Allah wil dat wij als goede mensen leven niet als oorlogsvoerders.

Elke religie gaat er in zijn teksten vanuit de beste te zijn. Maar het belangrijkste is dat je voor ‘de mens tegenover je’ waardering en respect hebt. Want indien wie geen respect voor elkaar hebben, wordt onze religie ongeloofwaardig. Allah wil dat we voor alle religies en levensbeschouwingen ontzag en respect koesteren. Wij kunnen mensen geen slechte namen geven of naar het leven staan omdat zij tot een ander geloof behoren. Dat is waar we op worden afgerekend als we voor de troon van Allah staan.

Wanneer ik een monnik of rabbijn tegenkom betoon ik hem respect, want ik vraag ook respect. Allah heeft gezegd dat wij mensen dienen te behandelen zoals we zelf behandeld willen worden. Daarop zal Hij ons beoordelen. Het is geen verdienste om agressie te tonen en een andersdenkende of andersgelovige de hersens in te slaan. ‘Voor u uw religie en voor mij mijn religie’, betekent geen superioriteitsverklaring maar betekent dat je de ander de ruimte geeft zijn eigen religie te beleven. Hoe zou je ooit met een oorlog kunnen aantonen dat jouw godsdienst beter is. Eredienst en aanbidding doe je niet voor een titel of benaming, maar voor God. Op de laatste dag hebben we geen etiketten , zoals joden, christen en moslims, maar dan zijn er slechts goede en slechte mensen. Laten we daarom van God vragen of hij ons daden geeft waarmee wij de wereld tot vrede kunnen inspireren en of Hij, van welke religie we ook zijn, ons tot goede mensen wil maken.’        

Abdulwahid van Bommel was geestelijke verzorger voor moslims bij het Medisch Centrum Haaglanden, voorganger van het Moslim Informatiecentrum in Den Haag en directeur van de Nederlandse Moslim Omroep. Nu is hij docent geestelijke verzorging en schrijver.

Lees andere stukken van