Dit is deel 15 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen. Iedere dag kiest een jury de beste reflectie. De winnaar krijgt een exemplaar van De Levende Koran thuisgestuurd.
De twee soera’s die samen de 15e juz’ vormen, al-Isrāʾ en al-Kahf, zijn zo overweldigend rijk aan verhalen en lessen dat het moeilijk is om een keuze te maken wat te bespreken.
Ik richt me daarom maar op één woord uit één vers, en zelfs dan is het moeilijk om het kort te houden. De mooie, subtiele en soms ook complexe verhalen uit deze juz’ laat ik graag over aan de reageerders voor reflectie. Een vraag voor de lezer: lukt het je deze twee soera’s te lezen als theater? Ik ben benieuwd wat je vanuit die leeswijze geraakt heeft in deze soera’s.
Hem verheerlijken de zeven hemelen, de aarde en al hetgeen zich hierin bevindt. Er is niets of het verheerlijkt Zijn lof, maar jullie begrijpen hun verheerlijking niet. Hij is Zachtaardig, Vergevensgezind (Ḥalīm Ghafūr) (Q17:44).
Allah is Zachtaardig en Vergevensgezind. De gehele schepping ervaart die eigenschappen van Allah ieder moment van de dag. Geen wonder dat de gehele schepping Hem, ieder op zijn eigen manier, wil lofprijzen. Wij mensen echter, wij zijn insaan: onze natuurlijke dispositie is vergeetachtigheid. Dit Arabische woord voor mens komt immers van de wortels n-s-y, wat de betekenis van ‘vergeten’ draagt. Hoewel ook wij, vooral wij, ieder moment van de dag blootstaan aan Zijn zachtaardigheid en vergevensgezindheid, vergeten we dit dikwijls en voelen we niet een constant bewustzijn van hoe Allah zich via deze eigenschappen manifesteert in onze levens. We schieten daardoor hopeloos tekort in het lofprijzen van Hem, zoals alles in de hemelen en de aarde dat wel doet.
Over de naam van Allah, al-Ghaffār (de Vergevensgezinde; bijna hetzelfde als al-Ghafūr), heeft Abū Ḥāmid al-Ghazālī een treffende beschrijving gegeven in zijn boek over de betekenis van de 99 namen van Allah:
Al-Ghaffār is Degene Die zichtbaar maakt wat mooi is en verbergt wat lelijk is. Zonden behoren tot de lelijke zaken die Hij verbergt, door er een bedekking over te laten vallen in het wereldse, en door ze niet te vergelden in het hiernamaals. Vergeven is dus bedekken.
Al-Ghazālī geeft drie voorbeelden van zaken die Allah voor de mensen verborgen heeft. Als eerste noemt hij de ingewanden, die door het menselijk oog als onsmaakvol beschouwd worden. Allah heeft die verborgen binnenin de schoonheid van het uiterlijke lichaam. De reine lichaamsdelen bevinden zich aan de buitenkant, de onreine van binnen: Allah maakt het mooie manifest, en verbergt het lelijke.
Als tweede noemt hij de slechte gedachten en zondige intenties die een mens heeft. Deze zijn verborgen in het diepste binnenste van het hart. Stel dat al deze verraderlijke gedachten voor de buitenwereld zichtbaar waren, dan zou de mens die deze gedachten had (en die hebben we allemaal) waarschijnlijk gedood worden om zijn slechtheid.
Als derde noemt hij de vergiffenis die Allah geeft voor zonden die hem publiekelijk te schande zouden maken. Als iemand als een gelovige sterft, bedekt Allah zijn verderfelijke zonden met zijn goede daden, zodat alleen deze zichtbaar zijn.
Ook de mens kan ghaffār zijn volgens al-Ghazāli. Dit kan hij doen door van anderen verborgen te houden wat hij ook voor zichzelf verborgen wenst te houden. Zoals de Profeet ﷺ zei: “Wie de zwakke plekken van één van de gelovigen verborgen gehouden heeft, diens zwakke plekken zal Allah op de Dag der Opstanding verborgen houden.” Wie iemands slechte kanten bewust over het hoofd ziet en de nadruk legt op iemands goede kanten, die is ghaffār. Al-Ghazālī geeft daarbij een schitterend voorbeeld van onze geliefde Profeet Jezus en zijn discipelen:
… hij en zijn discipelen passeerden een dode hond, wiens stank overweldigend was, en ze zeiden: ‘Wat stinkt dit lijk!’ Echter Jezus, moge Allah’s vrede en zegeningen met hem zijn, zei: ‘Wat een mooie witte tanden heeft hij!’ Op die wijze spoorde hij aan tot het noemen van hetgeen het beste erin is bij alles.
Wanneer we beseffen wat Allah allemaal uit Zijn Zachtaardigheid bedekt heeft van ons, kunnen we niet anders dan hem prijzen. Subhaan Allah. Moge Allah Ghaffār voor ons zijn en mogen wij ghaffār zijn voor onze naasten. Amien.
3 Reacties op "De Bedekker van zonden – Juz’ 15"
Dzaika Allahu gairan meneer Cayman voor uw bijdrage, voor mij van toegevoegde waarde.
Pasha, wederom bedankt voor deze waardevolle bijdrage. Jouw stukken boeien mij zo erg, ik voel alsof ik voor een deur sta die op een kier staat. Ik gluur nieuwsgierig naar binnen en zie allerlei dingen/zaken schitteren in hun eenvoud . Vanaf je eerste stuk al geef je praktische en eenvoudige handvatten (verzoenende kracht van woorden, praktiseren van wat je weet) en ook in dit stukje: het mooie zien en het slechte bedekken. Dit is “ahlak/ akhlaaq”. Dit is wat wij moslims, maar ook mensen van andere leefwijzes all over the world, op dit moment het hardst nodig hebben.
Zeker een mooi stuk, zo heb ik weer wat bijgeleerd.