Voorpagina Algemeen, Bekeringsverhaal

Bekeerd én allochtoon

Nederland telt ongeveer 15.000 bekeerlingen; een mooi aantal. Er circuleren dan ook talloze bekeringsverhalen waarin broeders en zusters vertellen hoe zij hun ´nuchtere Hollandse´ levensstijl hebben ingeruild voor de islam: een mooie, mystieke, vredelievende, maar oh zo veelbesproken wereldreligie.

Voor vele niet-moslims is dit vaak een onbegrijpelijk verschijnsel. Hoe kan een ‘gezonde’ Hollandse jongen/meid zich bekeren tot een religie die regels voorschrijft die op een aantal vlakken zo indruisen tegen westerse principes? Uiteraard komen dergelijke uitspraken veelal voort uit onwetendheid. Daarnaast spelen de media en de negatieve berichtgeving over moslims ook een rol in het ontstaan van een verkeerd beeld over de islam. Frappant genoeg is een groot deel van het aantal bekeerlingen juist vanwege alle discussies omtrent de islam onderzoek gaan doen, en uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat de islam geen haat zaait, maar juist liefde en vrede predikt. Ondanks de vele aantijgingen jegens de islam neemt het aantal autochtone moslims dan ook toe.

Maar hoe zit het met de allochtone moslims? En dan heb ik het niet over de moslims die met de islam zijn opgevoed (ook wel ‘geboren moslims’ genoemd). Nee, ik heb het over de allochtone bekeerlingen. Of bekeerde allochtonen, hoe je ze ook wil noemen. Bestaan die ook dan? Ja, die bestaan zeker, alleen horen we niet zoveel over deze specifieke groep.

Als bekeerling én allochtoon door het leven gaan in deze multiculturele en vaak ook intolerante samenleving is niet altijd even makkelijk, vooral niet wanneer er een klimaat heerst van ´hokjesdenken´. Het woord allochtoon heeft de laatste jaren een negatieve bijklank gekregen, maar in feite slaat het woord allochtoon op iemand van wie minimaal één van de ouders in het buitenland geboren is. Volgens deze begripsomschrijving mag ik mij dus trots een allochtoon noemen. Trots, omdat ik het als een verrijking ervaar om een gemixte achtergrond te hebben. Mijn roots liggen in Eritrea (50% islamitisch) en Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. Desalniettemin zijn mijn ouders geen moslim, niemand in mijn familie zelfs. Sterker nog, ik ben met het christendom opgevoed.

Op mijn zestiende begon mijn spirituele ontdekkingsreis. Ik was niet op zoek naar een andere religie, maar mijn hart kon de schoonheid en puurheid van de islam niet ontkennen. Na verschillende moslimlanden te hebben bezocht, werd ik geraakt door de enorme toewijding aan onze Schepper die er heerst binnen de moslimgemeenschap. Voornamelijk de uiting daarvan in de vorm van het dagelijkse gebed fascineerde mij. Het feit dat moslims vijf keer per dag de tijd nemen om hun Heer te gedenken; hierbij al het wereldse opzij zetten, zich ritueel reinigen en vervolgens een moment van inner peace ervaren. Prachtig vond ik het. Na een jaar veel kennis te hebben opgedaan en met zusters te hebben gesproken, besloot ik dan ook met volledige overtuiging om de shahada, de geloofsgetuigenis, uit te spreken.

Uiteraard was mijn bekering de eerste jaren zeer moeilijk; niet alleen voor mijzelf, maar ook voor mijn omgeving die moest wennen aan mijn nieuwe levensstijl. Maar gelukkig heelt tijd alle wonden en dankzij Allah heeft mijn familie mijn keuze uiteindelijk geaccepteerd.

Bijna negen jaar verder kijk ik terug op hoe mijn leven is veranderd sinds ik moslim ben. In hoeverre ik ben ‘opgegaan’ in de moslimgemeenschap en hoe mijn positie is in vergelijking met andere bekeerlingen. Iets wat mij in al die jaren telkens weer frappeert, is het feit dat mensen niet direct verwachten dat ik een bekeerling ben. Integendeel zelfs; als ze mijn westerse voornaam horen, verbazen zij zich hierover en vragen zij zich waarschijnlijk af hoe dat rijmt met mijn getinte huidskleur en hoofddoek.

Een opvallend incident dat zich recentelijk heeft voorgedaan laat duidelijk zien dat er onbegrip heerst jegens bekeerde allochtonen. Bij een bijeenkomst die ik had bezocht, werd de bezoekers gevraagd naambordjes op hun bureau te zetten, en met vetgedrukte letters kalkte ik mijn voornaam op het aangewezen blaadje. Na enige tijd kreeg één van de bezoekers mijn naambordje in het vizier. Zij was kennelijk in de veronderstelling dat dit onmogelijk mijn eigen naambordje kon zijn, en vroeg daarom op een speelse manier: ‘Sinds wanneer heet jij Jennifer?’ Een paar seconden stond ik perplex; zo’n vraag was mij nog nooit gesteld. Daarna besefte ik dat mijn verschijning waarschijnlijk niet overeenkwam met het beeld dat zij had van iemand die de naam Jennifer draagt. Ik lachte en zei dat ik al 25 jaar zo heet. Na het haar later persoonlijk te hebben uitgelegd, begreep ze mijn situatie en liet zij haar hokjesgeest varen. Dit voorval leidde tot een paar seconden ongemak, maar ik nam het haar niet kwalijk.

In ieder van ons zit onbewust een hokjesdenker verstopt. Zolang deze specifieke groep waar ik bij hoor klein en onbekend is, blijft het af en toe in de praktijk een complexe combinatie. Bekeerd én allochtoon.

Foto: Han Soete

Na een bachelor European Studies te hebben afgerond, volgt Yasmina nu een master Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. Geboren en getogen in de mooie stad achter de duinen. Haar roots liggen echter ver weg hier vandaan. Als half Eritrese/half Indische noemt Yasmina zichzelf graag een wereldburger. Unity in Diversity, dat is hoe zij graag de wereld zou zien. Haar grootste passie is het schrijven van proza en poëzie. Het is meer dan slechts een hobby; het is haar uitlaatklep, haar uitingsvorm, haar middel om de gevoelens en ideeën die haar bezighouden te delen met iedereen die daar interesse voor heeft. Verder reist, leest en kookt Yasmina graag.

Lees andere stukken van Yasmina