Voorpagina Ervaringen

Het monopolie op het Verlichtingsdenken

De Verlichting stamt uit de achttiende eeuw. Omdat de Verlichting ontstond in het Westen, wordt deze stroming tegenwoordig ook alleen maar geassocieerd met het Westen. Dit is een beperkende kijk, zowel op het Westen als op de Verlichting. Het brengt verder met zich mee dat het Verlichtingsdenken gemonopoliseerd of gekaapt wordt in discussies. Het Verlichtingsdenken zou bijvoorbeeld diametraal staan ten opzichte van Islamitisch denken. Daarmee is de discussie over de veelzijdigheid van Islamitisch denken dan direct afgelopen. Dat is een hele oppervlakkige wijze van redeneren die niet alleen het Islamitisch denken tekort doet maar meer nog het Verlichtingsdenken.


Je kunt een religie aanhangen en tegelijkertijd ook het Verlichtingsdenken, als je buiten je beperkingen en begrenzingen treedt.


Een van de bijzonderheden van de Verlichting was dat het zich onttrok aan beperkende en begrenzende perspectieven van de religie. Met religie kon niet alles verklaard worden of in ieder geval niet naar tevredenheid. Het ging om vrijheid van denken en om ideeën, seculiere ideeën gebaseerd op de ratio, het verstand en de geest ontdaan van bijgeloof en misschien zelfs ‘wishful thinking’. Het verstand werd de bron van autoriteit en niet de kerk. Deze meer rationele en wetenschappelijke instelling was vrij revolutionair. Het is niet verwonderlijk dat de Verlichting vele bewonderaars kent. Enkele representanten van deze stroming zijn grote, veelzijdige denkers als Adam Smith, Cesare Beccaria, Hugo Grotius, Immanuel Kant, Wolfgang Amadeus Mozart, Isaac Newton en Voltaire. 

In discussies over religie wordt de Verlichting misbruikt om de discussie te smoren. Immers, de Verlichting en de Verlichtingsdenkers accepteerden de autoriteit van religie niet. Maar de Verlichting bestond uit zoveel meer. Het kenmerkende aan de Verlichting is dat diens denkers geen homogene entiteit vormden. De denkers bevonden zich in heel Europa en lagen vaak met elkaar in de clinch wat nu de juiste wijze van denken en handelen was. Verder waren ze enorm verscheurd door tegenstrijdige doctrines, hun achtergronden maar bovenal hun ideeën.

Ook hun ideeën over religie. Het is waar dat sommige Verlichtingsdenkers religie belachelijk maakten, zoals Holbach, maar er waren er ook die sommige christelijke waarden verdedigden en opriepen tot tolerantie ten opzichte van andere wereldreligies, zoals de opvallende Gotthold (what’s in a name) Ephraim Lessing: een filosoof, dichter en criticus.

Het mooie van de Verlichting is juist deze diversiteit van meningen, ideeën en doctrines. Zo kon de Verlichtingsdenker Jean-Jacques Rousseau Plato adoreren maar kon een andere Verlichtingsdenker, Jefferson, het niet eens opbrengen diens meest politiek relevante boek uit te lezen. Deze diversiteit aan meningen is de rijkdom ervan maar ook de rijkdom van het menselijk verstand.

Dit uiteenlopende scala van meningen komt overal terug, ook bij Islamitische denkers. Die zitten ook niet allemaal op dezelfde lijn. Om die reden staat dat denken ook niet automatisch lijnrecht tegenover de Verlichting, omdat dé Verlichting niet bestaat en zelf een amalgaam van verschillende denkrichtingen is. Sommige denkrichtingen zullen overeenkomsten vertonen met Lessing en sommige niet. Je kunt een religie aanhangen en tegelijkertijd ook het Verlichtingsdenken, als je buiten je beperkingen en begrenzingen treedt. Zoals je achtergrond, de studie die je hebt gevolgd of de theorieën die je aanhangt zowel beperkend als bevrijdend kunnen werken, geldt dat uiteraard ook voor religie.

Waar het om gaat is om de boodschap van vrijheid van denken te begrijpen en te benutten en die niet te laten beknotten of te monopoliseren door wat dan ook. Dat is pas ware verlichting.