Voorpagina Palestina

Medjoul-dadel: Lekkernij van bloeddorst, bezetting en mensenrechtenschendingen

Ramadan mubarak sa3eed voor iedereen die vast en een gezegende maand voor iedereen die dat niet doet. Het zit er bijna op, de heilige maand Ramadan is voorbij gevlogen. We gaan nu de laatste heilige nachten in. Ook al zijn de nachten kort door de lange vastendagen, er blijft – al hamdulli-Allah – genoeg tijd over om je ziel te voeden. De indruk wordt soms gewekt, dat het tijdens de maand Ramadan alleen draait om eten en drinken. Dit is natuurlijk niet zo. Veel meer gaat het om bezieling en saamhorigheid – om dichter tot Allah en je medemens te komen. Ramadan is daarom bij uitstek een maand waarin families nader tot elkaar komen door gezamenlijk het vasten te verbreken. De Ramadan-tafels zien er vaak prachtig uit en zijn net zo divers als de vele moslims.

Elke bevolkingsgroep heeft zijn eigen traditionele ‘Ramadan-gerechten’. Maar wat er vrijwel op elke Ramadan-tafel staat is een bord dadels. Dadels zijn een geliefd item omdat het moslims bindt aan de profeet (vzmh). Net als hij verbreken miljoenen moslims over de hele wereld het vasten met een dadel. Deze lekkernij heb je in vele smaken en geuren, maar de koning onder de dadels is toch wel de overheerlijke Medjoul-dadel. Door zijn zachte structuur en zoete smaak is deze dadel zeer populair. Maar de zoete Medjoul krijgt een bittere nasmaak wanneer het wordt geproduceerd op gestolen land en onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden. Ik heb het over de Medjoul uit het gestolen Palestina.

20% van de wereldexport van de Medjoul wordt door Israël geleverd. Enorme winsten worden er geboekt op deze bloeddadels. Dat de ‘Israëlische’ Medjoul-dadel fout is, wordt door een groeiend aantal moslims erkend. Maar er is nog steeds erg weinig bekend over de achtergrond van de dadels. Daarom wil ik jullie meenemen in het verhaal achter de bloeddadels, dat in beginsel afschuwelijk is.

Medjoul en mensenrechtenschendingen
De Medjoul-dadel wordt verbouwd op de meest vruchtbare grond in bezet-Palestina. Het leven van Palestijnen in deze gebieden, met name op de Westelijke Jordaanoever, wordt door zionisten onmogelijk gemaakt. Huizen en infrastructuur worden vernietigd, toegang tot watervoorraden is beperkt en de mobiliteit van Palestijnen in het gebied is haast onmogelijk gemaakt. Dat Palestijnen in het gebied blijven, ondanks het moeilijke leven dat ze door de bezetting leiden, is een zuivere verzetsdaad. Op het land werken is de enige manier om te overleven zonder het gebied te verlaten. De omstandigheden waarin zij dit doen zijn buitengewoon slecht.

Om 05.00 uur in de ochtend worden Palestijnse arbeiders middels een hijskraan de palmbomen in gehesen. Deze bomen zijn gemiddeld 12 meter hoog. Acht uur lang hangen Palestijnse ‘arbeiders’ in palmbomen om met één hand de dadels te plukken om met de andere zich vast te klampen aan de boomstam zodat ze niet naar beneden vallen. Zo moeten zij daar blijven hangen totdat ze, na acht uur werken, door de hijskraan worden opgehaald. Er is dus geen gelegenheid om naar het toilet te gaan of pauze te nemen. De Palestijnen werken onder deze onmenselijke omstandigheden voor een bedrag dat onder het acceptabel minimum ligt in Israël. Halen zij vervolgens hun quotum niet, dan worden zij niet uitbetaald. Alsof dat niet onrechtvaardig genoeg is, worden Palestijnse kinderen uit de klas gehaald – om onder dezelfde omstandigheden als volwassenen – dadels te oogsten. Kinderen hebben de voorkeur bij zionistische bezetters omdat zij minder betaald krijgen en makkelijker zijn te vernederen. De Israëlische regering geeft een speciale werkvergunning uit zodat kinderen kunnen werken.

Waarom Israël wel de moeite neemt om een werkvergunning te regelen voor kinderen, maar verder alle arbeidsrechten van arbeidskrachten schendt, zowel die van kinderen als volwassenen, is niets meer dan een maatregel om zichzelf in te dekken. Voor westerse naties die Israël onvoorwaardelijk steunen wordt kinderarbeid als een ernstige schending van de rechten van het kind gezien wanneer het gebeurt binnen de muren van een westerse ‘democratie’, zoals doorgaans Israël wordt gezien. Dat deze dadels op door internationaal erkend bezet gebied worden verbouwd, weerhoudt deze naties er echter niet van om de dadels in grote aantallen af te nemen en Israël zelfs een voorrangspositie te geven op de markt door het handelsvoordelen te bieden. Hierdoor kan Israël voordelig bloeddadels exporteren.

Boycot de Medjoul: koop een rechtvaardige dadel
Door de uitbreiding van de nederzettingen wordt steeds meer land van Palestijnen gestolen en overgeleverd aan bezetters. Palestijnen uit dit gebied doen een oproep aan de wereld. Koop geen bloeddadels, boycot de bedrijven die ze exporteren. Mede dankzij inspanningen van Boycott Divestment and Sanctions (BDS) en Inminds, is het bewustzijn over de bloeddadels onder moslims (en niet-moslims) vergroot. Echter blijft het elke Ramadan nodig om weer campagne te voeren voor deuren van islamitische slagerijen en zelfs moskeeën omdat deze de schappen hebben gevuld met de nog steeds populaire bloeddadels. Het is niet voor niks dat de campagne tegen deze dadels met name tijdens Ramadan extra aandacht krijgt: wij, moslims, zijn namelijk de grootste afzetmarkt van deze dadels tijdens de Ramadan. En daarmee steunen wij de bezetting en onderdrukking van Palestijnen. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Er is gelukkig een variëteit aan dadels te koop. En we hoeven zelfs de overheerlijke Medjoul niet te laten staan omdat de legale variant vanuit Palestina nu steeds meer beschikbaar wordt gesteld. Je moet hiervoor wel een beetje je best doen om ze te vinden. Wat belangrijk is: laten we stoppen met het steunen van onderdrukking, bezetting en landroof. Laten we de oproep van Palestijnen beantwoorden en de Medjoul massaal boycotten. Want zeg nou eerlijk: bloeddadels zijn uiteindelijk toch niet zo lekker.

Op tweejarige leeftijd heeft Sadika Arab de prachtige Riffijnse bergen ingeruild voor het groene Nederland. Als je haar vraagt wat ze als kind het liefst deed, dan zet ze een grote glimlach op en zegt: 'lezen in een boom'. Voordat ze wist dat je de boeken uit de bibliotheek mee mocht nemen naar huis, besteedde zij daar uren achtereen, lezend. Inmiddels heeft ze niet meer zoveel tijd om te lezen en luistert ze ook liever naar haar eigen gedachten dan die van iemand anders. Gedachten die ze opschrijft en soms deelt met anderen. In haar schrijven probeert ze haar passie voor rechtvaardigheid en filosofie samen te laten komen.

Lees andere stukken van Sadika