Voorpagina Maatschappelijk, Politiek

De boerka en de diepe, donkere bureaula

Het aangekondigde verbod op de ‘boerka’ is het begin van een politiek die de nieuwe houding tegen de islamitische minderheid symboliseert. Het verbod heeft als doel om een duidelijk signaal af te geven: “Moslim zijn? Dan is het our way or the highway”.

In het geval van de ‘boerka’ wordt er vermoedelijk zonder al te grote politieke en maatschappelijke weerstand ingestemd met het verbod. De associaties met dit kledingstuk zijn namelijk ingeburgerd en vastgenageld; vastgeroest door herhalingen en bevestigingen. Dé boerka en alles wat daarbij hoort, is, als we Sarkozy, Wilders en vele anderen mogen geloven, de ultieme vijand van onze ‘superieure’ beschaving.

Ik heb hier niet de intentie om de achtergestelde positie van moslimvrouwen binnen bepaalde kringen te bagatelliseren, noch moedig ik het dragen van een dergelijk kledingstuk aan. In tegenstelling tot het gezelschap politici en opiniemakers dat een onlosmakelijk verband ziet tussen de lichaamsbedekking en onderdrukking, dient dit betoog louter om die aanname te betwisten. We betreden namelijk een gevaarlijk domein als we onze visie en daaruit voortvloeiend beleid afstemmen op de dominante populistische politiek van vandaag.

De boerka ‘bestaat’ niet

Van een kabinet in spé mag je verwachten dat het adequaat omgaat met terminologie. Als het nieuwe kabinet waarden had gehecht aan enige zorgvuldigheid, dan had het geweten dat de term ‘boerka’ onjuist is. De boerka is namelijk een Afghaanse variant van sluiering die in Nederland nauwelijks voorkomt. In plaats daarvan draagt hooguit 1 op de 30.000 Nederlandse burgers (0,00003%,) een niqaab in combinatie met een chador (gezichtssluier en lang gewaad). Deze wordt onder andere gedragen door hoogopgeleide (bekeerde) moslima’s die de taal uitstekend beheersen en zich bewust zijn van hun beperkte maatschappelijke positie. Ze kiezen er bewust voor om in de anonimiteit te treden en daarmee voor vele zaken uitgesloten te worden. Dat neemt echter niet weg dat de benaming ‘boerka’ heel goed misbruikt kan worden om associaties met geweld, vrouwenonderdrukking en islamisering op te roepen.

De diepe donkere bureaula

Annelies Moors, antropologe en arabiste, deed in 2009 een onderzoek naar het debat over de gezichtssluier. Dit onderzoek, getiteld Gezichtssluier: Draagsters en debatten is in opdracht van de regering uitgevoerd, maar vanwege de ‘tegenvallende’ conclusies in een diepe, donkere bureaula beland. De uitkomsten druisen namelijk in tegen bijna alle bestaande aannames. Het is daarom zeker de moeite waard om dieper in te gaan op de meest relevante bevindingen:

  • Vrouwen die gezichtssluiers dragen, kunnen niet als één categorie beschouwd worden, en zeker niet als een categorie waarop het integratiebeleid zich specifiek zou moeten richten.
  • De meeste vrouwen die een gezichtssluier dragen doen dat op de eerste plaats op grond van religieuze overtuiging. Een klein aantal doet dit al voor langere tijd en zeer consistent; voor anderen is het een fase die ze op een gegeven moment weer achter zich laten.
  • Er is geen causaal verband tussen het dragen van een gezichtssluier en de achterstelling van vrouwen. Voor de betrokken vrouwen is het noch een symbool van vrouwenonderdrukking, noch een middel daartoe. Mocht dit wel zo zijn, dan is een verbod op het dragen van gezichtssluiers geen oplossing.
  • Het dragen van een gezichtssluier vormt nauwelijks een bedreiging voor de veiligheid. De vrouwen zelf lopen een groter risico om slachtoffer van dreiging met geweld te worden.
  • Het dragen van een gezichtssluier kan de communicatie bemoeilijken. In hoeverre dit een reëel probleem is, is sterk afhankelijk van de context en van de manier waarop ‘beide partijen’ zich opstellen.
  • Of het dragen van een gezichtssluier de deelname aan de Nederlandse samenleving belemmert is vooral een definitiekwestie. Het gaat er dan om met welke groepen in de Nederlandse samenleving de draagsters worden vergeleken.
  • De aandacht voor gezichtssluiers is buitenproportioneel. Het gaat meer om symboolpolitiek dan om een werkelijk maatschappelijk probleem

Overheid, bemoei je met je eigen zaken

Het is een feit dat de Nederlandse varianten van sluiering, de niqaab, chador, en in minder mate andere lichaamsbedekkende kledingstukken, indruisen tegen de dominante Westerse opvatting van moderniteit, vrijheid en gelijkheid. Ik begrijp, respecteer en koester die opvatting, maar die houding is door de recente historische ontwikkelingen eenvoudig te verklaren. De ontkerkelijking van Nederland en de opkomst van het feminisme hebben bijgedragen aan onze notie van hoe de vrouw zich nu ‘hoort’ te profileren. Er zijn geen historische wetsartikelen die ten tijde van de ontzuiling de zwarte kousen en de lange jurken uit het straatbeeld moesten weren. Er zijn ook geen universele waarden die ons uitleggen hoe de vrouw zich in een bepaalde tijdsgeest dient te kleden. Met dit verbod is echter een begin gemaakt aan een gevaarlijke trend om de ‘Nederlandse identiteit’ juridisch te waarborgen en daarmee burgers die niet aan die beschrijvingen voldoen uit te sluiten. In die Nederlandse identiteit lijkt er op basis van de berichtgeving en de anti-immigratie politiek, steeds minder plaats te zijn voor de identiteit van moslims. Het is anno 2010 ‘slechts’ een verbod op de niqaab, maar what’s next?

Consequent

Ik wil eens te meer benadrukken dat het verbod op de niqaab en de symbolische waarde daarvan veel weg heeft van de uitgangspunten die we vanuit ons wereldbeeld trachten te bekritiseren. Juist wij, zogenaamde ‘verlichte Europeanen’, ‘verdedigers’ van de liberale rechtsstaat, zouden moeten proclameren dat burgers mogen dragen wat ze willen én mogen zijn wie ze willen zijn. In die rechtstaat dienen we minderheden die er een andere ‘way of life’ op nahouden te respecteren. Of dat nou skinheads, gabbers, rastafari’s, gothic’s, hippies, niqabi’s of fervente startrek-fans zijn: het recht om zelf uiting te mogen geven aan je identiteit is een product van de vrijheid die wij ondubbelzinnig en consequent moeten toepassen.

Abdelkarim. Voormalig hoofdredacteur van Wijblijvenhier.nl. Documentairemaker. Is geboren in de Zeeuwse contreien en wist al op vroege leeftijd dat het boerenleven niet voor hem was weggelegd. Hij besloot om zijn hooivork aan de wilgen te hangen, de koeien vaarwel te zeggen en zijn geluk te beproeven in Rotterdam. Hij studeerde Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam, was als journalist werkzaam bij de VARA, columnist voor KRO Hemelbestormers en Joop.nl, praat graag tegen vreemden, schaamt zich slechts voor zijn tenen en hoopt dat zijn levensmotto ooit de geschiedenisboeken ingaat: "Als je een geit een jurk cadeau geeft, weet je nooit wat er gebeurt"

Lees andere stukken van Abdelkarim