Voorpagina Palestina

Gaza: een open brief aan minister Timmermans

Geachte heer Timmermans, 

Met veel bewondering en groot respect heb ik, zoals velen over de hele wereld, gekeken en geluisterd naar de speech die u tegenover de VN-Veiligheidsraad hield op 21 juli jongstleden. Het kippenvel stond op mijn armen en de tranen brandden in mijn ogen. Daar zat niet alleen onze minister van Buitenlandse Zaken, daar zat een mens van vlees en bloed. Iemand die zich met hart en ziel inzet voor Nederland, de Nederlanders, rechtvaardigheid en in het bijzonder voor de slachtoffers en nabestaanden van een verschrikkelijke vliegtuigramp. 

Niet alleen beheerst u uw vreemde talen beter dan menig ander volksvertegenwoordiger, op mij komt u ook een stuk menselijker over dan de meesten. Ik ben ervan overtuigd dat u mensenrechten hoog in het vaandel heeft staan. Niet voor niets valt onder uw biografie op de website van de Rijksoverheid te lezen:

‘Nederland heeft een naam hoog te houden in het verdedigen van mensenrechten. Een wereld waar mensenrechten worden gerespecteerd is gelukkiger en welvarender. Het kabinet zet zich in voor mensenrechten door het bevorderen van de internationale rechtsorde, door het ondersteunen van mensenrechtenverdedigers en hun organisaties, en door gesprekken te voeren met landen waar de mensenrechten onder druk staan.’

Volgens mij staat het woord ‘mensenrechten’ daar best vaak vermeld, helemaal voor zo’n kort stukje tekst. Een mooi woord, waar we met z’n allen betekenis aan zouden moeten geven. Al was het alleen al omdat wij dat eerdere generaties, die in het ergste geval hun leven gaven voor deze grondrechten waar wij hier in het vrije Westen de vruchten van plukken, verplicht zijn. Mensenrechten overstijgen historische, geografische, economische, politieke, culturele, etnische en religieuze kaders. Althans, dat zou zo moeten zijn. De afgelopen weken kan ik mij echter niet aan de indruk onttrekken dat mensenrechten selectief lijken te gelden. Mensenlevens lijken selectief te tellen, in het bijzonder langs de Gazastrook. De staat Israël, die zich al decennialang schuldig maakt aan diverse schendingen van het internationale recht, lijkt ook nu weer ongestoord haar gang te kunnen gaan. Onder valse voorwendselen voert zij -met de meest moderne militaire technologieën- momenteel een ware massaslachting uit, met onschuldige Palestijnse burgers als belangrijkste doelwit. Kinderen, vooral. Kleine kinderen. 

Een groeiend aantal Nederlandse burgers maakt zich zorgen om deze ontwikkelingen, getuige verschillende demonstraties en uitingen via diverse sociale media. Helaas blijft het vanuit politiek Den Haag angstvallig stil omtrent deze kwestie. Het is alsof onze volksvertegenwoordigers, onze premier en u als onze minister van Buitenlandse Zaken in het bijzonder, toekijken in plaats van zich uitspreken. Sterker nog, het heeft er alle schijn van dat onze politieke voorhoede meebeweegt met één kant van de propagandamachine die deze strijd sinds jaar en dag kenmerkt. 

Ik bespaar u de gruwelijke beelden en ooggetuigenverslagen van verschillende internationale journalisten en hulpverleners. Ik zal u niet opzadelen met de hartenkreten van mensen zoals u en ik, die dagelijks leven tussen hoop en vrees terwijl ze geen kant op kunnen en zich in de steek gelaten voelen door de rest van de wereld. Ik leef niet eens in de illusie dat u deze brief ooit zult lezen, laat staan dat ik geloof dat u erop gaat reageren. Daarvoor bent u te druk en is mijn belang als bezorgde staatsburger gewoon veel te klein. Toch wil ik u en uw collega’s iets vragen. 

Ik wil u vragen om te proberen eens met nieuwe ogen naar dit conflict te kijken. Met een nieuw perspectief op begrippen als terrorisme (versus verzet), apartheid (versus zelfverdediging), genocide (versus zelfbescherming) en disproportioneel geweld (versus democratie). Herwaardeert u in dat licht ook alstublieft eens de valse redenering dat kritiek op het buitenlandbeleid van de staat Israël, wellicht beter bekend als de extreme uitwas van het zionisme, gelijkstaat aan antisemitisme of het oproepen tot iets verachtelijks als Jodenhaat. 

Uw optreden tegenover de VN-Veiligheidsraad, alsmede de waardige afhandeling van de hele gang van zaken rondom de vliegtuigramp, maakte dat ik mij intens trots voelde om Nederlands te zijn, iets waar normaal gesproken slechts de aanblik van Rotterdam of een wedstrijd van Oranje in die mate voor kan zorgen. De stilte omtrent het hartverscheurende lijden van mensen ver weg, vooral dat van kleine kinderen zoals onze dochtertjes, zoontjes, zusjes, broertjes, nichtjes, neefjes, buurmeisjes en buurjongetjes, maakt dat deze trots verandert in schaamte. Daarna woede. En daarna verdriet. Maar ik weiger de hoop te verliezen. 

De hoop dat Nederlandse politici zich van hun menselijke kant tonen, de schroom van zich afwerpen en zich uitspreken. Openlijk en ondubbelzinnig. Tégen grove schendingen van het internationale recht en vóór de mensenrechten. Zonder met verschillende maten te meten. Toekijken betekent in dit geval namelijk goedkeuren. En dat laatste is, om het in uw woorden te zeggen, niets minder dan despicable. 

Met anti-antisemitische, vredelievende en ondanks alles optimistische groet, 

Derek Otte

Deze brief verscheen eerder op FunX.

De brief aanpassen en naar politici doorsturen kan, graag zelfs. Op de page Massaal Tweede Kamer mailen staan de e-mailadressen op een rijtje.

Derek is huisdichter bij radiozender FunX, organisator en host van het literaire podium Paginagroots (alsmede van een aantal andere projecten) en een graag geziene gast op de meest uiteenlopende evenementen in Nederland en Vlaanderen. Met spoken word en proza-voordrachten of als host.

Lees andere stukken van Derek