Voorpagina Ervaringen, Maatschappelijk

Hier, die hand!!

Dit stuk is ingezonden door Nadia Elyousoufi

Waarschijnlijk zullen velen van jullie, het volgende fenomeen herkennen. Je bent zeven of acht jaar oud en leuk aan het spelen met je vriendjes. Dan besluit vader opeens dat het tijd wordt dat je je de Islamitische leer maar eens eigen gaat maken. Je spreekt geen woord Arabisch en je moedertaal, die je maar rakelings hebt opgepikt van je ouders, beheers je ook nauwelijks. Toch zul je van de een op de andere dag koranverzen uit je hoofd moeten leren en hele boekwerken overschrijven van het krijtbord, zoals de meester-een willekeurig iemand uit dezelfde wijk die zijn rol van ‘leraar-zijn’ ontleent aan het feit dat hij zelf ooit een school heeft bezocht – het letterlijk overneemt uit een leesboek.

Ik kreeg deze flashback toen ik vorig weekend een gezellig groepje mini-moslima’s voorbij zag lopen. Ze droegen allemaal een hoofddoek en kochten bij de plaatselijke Turkse winkel snoepjes voor het kwartiertje pauze dat ze tijdens de koranles hadden. Met een gevoel van weemoed keek ik terug naar mijn kindertijd, toen ik bij diezelfde Turkse winkel mijn snoepjes kocht in de pauze van de koranles. Ik was negen toen ik voor het eerst naar koranles ging. De bewuste ochtend was ik stijf van de zenuwen! Ik wist echt niks van de wereld waar ik weldra in zou worden geworpen. Tegelijkertijd was ik opgewonden, want het was allemaal heel nieuw voor me. Er ging een wereld voor me open.

‘Koranles’ is eigenlijk geen goede benaming voor deze lessen, want je leert er veel meer dan enkel koranverzen. Het begin van de lessen bestond uit het leren van Arabische letters en korte woorden. Daarna moesten er lappen tekst overgeschreven worden. Deze moesten opgelezen en naderhand bestudeerd worden. Ik was een goede leerling en pikte de stof snel op. Dat was ook wel noodzakelijk, want als je de te bestuderen tekst niet goed kon voorlezen, werd de beruchte liniaal tevoorschijn gehaald. Daar stond je dan. Je wist dat je een pak slaag zou krijgen en daar je hand voor open moest stellen. ‘Arai De-k!’ (hier, die hand) riep de meester dan en dan stak je voorzichtig je hand uit en kneep je je ogen half dicht. Zodra de liniaal begon te bewegen richting je hand maakte je schijnbewegingen en trok je je hand terug. Dit zorgde voor nog meer frustratie bij de meester, die met een bulderende stem om je hand riep. Had hij dan niet door dat we onze hand niet expres terugtrokken, maar dat het een automatische reactie was van mijn lichaam dat zich wil beschermen tegen de pijn? Begrijp me niet verkeerd. Ik heb geen kindertrauma opgelopen, ik gedenk de ‘koranlessen-tijdperk’ met een lach op mijn mond die al mijn tanden blootstelt. Elke keer dat ik het met mijn vriendinnen heb over de tijd dat we naar koranles gingen, eindigen we in een melige bui en herhalen de oh zo vaak geroepen zin van de meester, Arai De-k!!!

Terwijl ik de druk kletsende meiden gade sloeg en ze terug zag lopen, bedacht ik me opeens hoeveel waarde ik nu hecht aan de kennis die ik toen heb opgedaan. Zo vanzelfsprekend als het opdreunen van koranverzen toen leek, zo bewust koester ik de heilige woorden vandaag de dag. Ik heb tijdens mijn koranlessen gigantisch veel geleerd. Ik heb vloeiend Arabisch leren lezen en goed Arabisch leren schrijven. Ik leerde de vijf zuilen van de islam middels een kinderliedje, dat de klas aan het eind van elke les opdreunde. Elke les werd afgesloten met het openingsvers van de Quran, het vers Al-Fatitha. Deze staat zo goed als gegraveerd in mijn geheugen. De basishandelingen van het gebed, de rituele wassing (woedoe) en twee volledige delen uit de Quran heb ik er gememoriseerd. Dit heb ik allemaal geleerd in 2,5 jaar.

Het enige wat ik jammer vind, en dat realiseer ik me nu pas, is het gebrek aan organisatie. Het was me een geval armzaligheid. We zaten met z’n allen op de grond en onze tafel bestond uit een lange plak, die even breed was als de ruimte waar we zaten. Deze werd ondersteund door twee kleine plankjes die als poten fungeerden. Er was geen structuur in de lesprogramma’s (als die er al waren), er werden geen cijfers gegeven, geen rapporten en het ontbrak aan deugdelijk lesmateriaal.

Hoewel hier en daar enige vooruitgang is te bespeuren, gaat het er tegenwoordig niet veel anders aan toe. Er is behoefte aan goed en fatsoenlijk onderwijs opdat kinderen de basisprincipes van ons geloof mee zullen krijgen en hier als kinderen vertrouwd mee raken. Basisprincipes en de essentie van religie, gaan verder dan het klakkeloos overnemen van Arabische teksten en het opdreunen van verzen waar geen of maar heel weinig uitleg bij wordt gegeven. De kennis die kinderen opdoen, blijft ze voor de rest van hun leven bij. Als men minimaal de basisprincipes van de Islam, zoals het gebed, tot zich krijgt op jonge leeftijd, dan kan het onstuimige periodes in de pubertijd wellicht minder lastig maken. Immers, het gebed creëert een vertrouwensband met God en fungeert in die zin als een bron van hoop en optimisme. Tevens zal het verdere zelfstudie in de Islam bevorderen en zullen jongeren geringe kennis niet als een drempel ervaren, om zich te verdiepen in het geloof.

Vindt de moslimgemeenschap het niet belangrijk om haar kinderen op de juiste manier te onderwijzen?

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van Wij Blijven Hier!