Voorpagina Maatschappelijk

Bekeerlingen binnen één Ummah

Een van de krachtigste begrippen uit het Islamitisch ‘vakjargon’ is het van oorsprong Arabische woord ‘Ummah’. Puur taaltechnisch gezien is de betekenis van dit woord ‘gemeenschap’ als aanduiding van een groep mensen met een bepaalde samenhang. Zo zou je mensen uit een bepaald dorpje een ummah kunnen noemen, of mensen die een bepaalde religie of levenswijze aanhangen. Wanneer dit woord echter in theologische context wordt gebruikt, wordt met ‘Ummah’ nagenoeg altijd specifiek de Islamitische gemeenschap aangeduid. Vaak wordt het dan ook – zoals nu door mij – geschreven met een hoofdletter (hoewel je dat gebruik vanuit de Nederlandse schrijfregels zou kunnen betwisten). Een Moslim krijgt vaak een warm gevoel bij het woord ‘Ummah’. Het herinnert eraan dat alle Moslims op aarde één gemeenschap vormen, dat Islam ons bindt, zoals de familieband je verbindt aan je broers en zusters. We noemen elkaar tenslotte ook ‘broeder’ en ‘zuster’. Diegene van ons die hebben gereisd door landen met een moslimmeerderheid weten hoe sterk deze band kan zijn, tussen jou en totaal onbekenden, kilometers ver van huis.

Deze Ummah dient een eenheid te zijn; we horen geen onderscheid te maken op afkomst, rijkdom, uiterlijk, etc. Zelfs wanneer we onderling van mening verschillen over bepaalde details, als het puntje bij het paaltje komt moeten we een eenheid zijn. Na de gebedsoproep horen we schouder aan schouder te staan in het gebed.

Wanneer je als nog-niet-Moslim op een bepaald punt in je leven besluit om de Islam te omarmen door de Islamitische geloofsgetuigenis, de ‘shahadah’, uit te spreken, treed je automatisch toe tot deze Ummah. Je bent direct een volwaardig lid van deze gemeenschap, ook al heb je wellicht nog een hoop te leren en kan je misschien nog niet het gebed op eigen kracht uitvoeren. Je bent onderdeel van deze ‘eenheid’.

Op 8 januari 2011 vindt de 4e Nationale Bekeerlingendag plaats. Een dag die in het teken staat van het bekeren tot Islam, waar diverse wereldwijd bekende bekeerlingen (zoals Abdur Raheem Green en wijlen 2Pac’s vriend Napoleon) lezingen zullen geven. Waarschijnlijk zullen net als voorgaande jaren vele mensen tijdens deze dag de definitieve stap naar Islam zetten. Natuurlijk, iedereen is welkom en het publiek is elk jaar enorm divers, maar de specifieke doelgroep zijn bekeerlingen. Zelf ben ik overtuigd van het belang van de absolute en onbetwiste eenheid binnen onze Ummah, toch draag ik met overtuiging mijn kleine steentje bij aan de organisatie van deze dag. Zijn deze twee standpunten tegenstrijdig? Volgens sommige kritische mails die ik de laatste dagen ontving wél.

Mijn mening is dat de eenheid binnen onze Ummah ons niet tegen moet houden om eventuele verschillen tussen ons te benoemen of erkennen. Dit is geen probleem, zolang we er maar geen waardeoordeel aan verbinden. Een bekeerling is niet beter dan een geboren Moslim. Tijdens een dergelijke themadag wordt het bekeren naar Islam niet verheerlijkt, althans niet ten opzichte van geboren worden als Moslim. Wél wordt besproken welke praktische punten specifiek van toepassing zijn op bekeerlingen en hoe hiermee omgegaan moet worden vanuit Islamitisch perspectief. Hoe ga ik ermee om dat in mijn familie niet-Islamitische feestdagen worden gevierd? Kan ik als bekeerling wel erven van mijn ouders, terwijl zij geen Moslim zijn? Wat zijn eigenlijk de voorwaarden van de Islamitische geloofsgetuigenis?

Daartegenover staat de mening van sommigen die vinden dat je bekeerlingen niet moet aanduiden als specifieke groep. “Als je geboren bent in een weinig praktiserend gezin en je besluit serieus werk te gaan maken van je religie heb je het tenslotte ook zwaar. Als je als vrouw besluit om een hoofddoek te gaan dragen, staan (helaas) je Islamitische ouders ook niet altijd te juichen. Eigenlijk is een ‘geboren Moslim’ die later in zijn leven besluit écht serieus met Islam aan de slag te gaan ook een soort bekeerling. Maar vooral: we zijn toch één Ummah? Het maken van onderscheid ondermijnt de eenheid binnen de gemeenschap.”

Het is lastig om heel specifieke voorbeelden over deze patstelling terug te vinden uit de primaire Islamitische bronnen. Ten tijde van de Profeet Mohammad (vrede zij met hem) was tenslotte iedereen een bekeerling, toch? Er zijn wel degelijk (impliciete) nuances terug te vinden, maar dan moet je flink zoeken. Wat iedereen wél duidelijk kan terugvinden zijn algemene aansporingen om bepaalde mensen in hun noden te voorzien. Voed de hongerigen! Geef aalmoezen aan de armen! Bescherm de wezen! Een specifieke behoefte van deze mensen wordt herkend en erkend; de gemeenschap wordt aangespoord om in die behoefte te voorzien. Binnen de eenheid van de Ummah wordt een duidelijk omlijnde doelgroep benoemd.

Een meer specifiek voorbeeld is de manier waarop de Muhajirun (eerste Moslims uit Mekkah) 1-op-1 werden gekoppeld aan de Ansaar (de latere Moslims uit Medina). Laatstgenoemden waren relatief gezien de ‘bekeerlingen’. De eerdere Moslims hadden inmiddels al meer kennis over Islam – zowel theoretisch als praktisch – en meer ‘vlieguren’ gemaakt als Moslim. Zij konden dit overdragen aan diegene die recent Islam geaccepteerd hadden. De Profeet Mohammad (vrede zij met hem) herkende en erkende dus een behoefte naar kennis (en wat we tegenwoordig een ‘buddy’ zouden kunnen noemen) en zorgde dat in die behoefte werd voorzien. Tot op de dag van vandaag benoemen we de groepen Muhajirun en Ansaar, terwijl zij samen hét voorbeeld voor ons zijn van een ‘eenheid’.

Een dag als de Nationale Bekeerlingendag heeft ook als doel om in specifieke behoeften te voorzien die bij de meeste bekeerlingen voorkomen. Het herkennen en erkennen van verschillen tussen groepen binnen de Ummah is in zichzelf niet strijdig met het basisbeginsel van ‘eenheid’. Sterker nog, juist bekeerlingen in hun specifieke behoeften te voorzien, stelt hen beter in staat om hun plaats in deze Ummah te vinden en hen hierin standvastig te laten zijn. In het programma is naast de lezingen voldoende ruimte om onderlinge contacten aan te gaan met aanwezigen uit alle gelederen van onze gemeenschap. En zoals gezegd: iedereen is welkom, want natuurlijk wordt niemand uitgesloten.

Tot de 8ste insha’allah!

Nourdeen Wildeman is een Nederlander van christelijke komaf die op 24 jarige leeftijd moslim is geworden. Nourdeen is oprichter en voorzitter van Stichting as-Salaamah wal'Adaalah.

Lees andere stukken van