Voorpagina Algemeen

De Jasmijnrevolutie

Firdaous Oueslati schrijft in dit stuk over de recente ontwikkelingen in Tunesië.

“Als het volk op een dag besluit tot leven, dan dient het lot daaraan gehoor te geven. De nacht dient zich terug te trekken, de ketenen dienen te breken.”
Abu Al-Qasim Ash-Shabbi (Tunesische dichter 1909-1934)

Het ondenkbare is daadwerkelijk gebeurd. Op de historische datum van 14 januari 2011 heeft de Tunesische president Zine Al-Abidine Ben Ali de wijk genomen naar het buitenland. Inmiddels heeft Saoedi-Arabië hem en enkele van zijn familieleden onderdak geboden. Deze gebeurtenis markeert het einde van een duister tijdperk, een tijdperk waarin Tunesië gebukt ging onder een repressief regime, veranderde in een politiestaat en langzaam maar zeker werd leeggeroofd door de maffiapraktijken van de heersende families.


Studenten in Tunis vormen de woorden: ‘Vrij Tunesië’

Ben Ali’s familie, samen met die van zijn echtgenote, Leila Trabelsi, heeft in de 23 jaar die zij aan de macht was zichzelf schuldig gemaakt aan schaamteloze zelfverrijking, het onderling verdelen van privileges en het uitschakelen van rivalen. In het repressieve klimaat dat allengs zwaarder drukte op de Tunesische burger, werden de meest basale mensenrechten op grove wijze geschonden en werd ieder geluid van politieke oppositie onmiddellijk de kop ingedrukt, terwijl vanwege de succesvolle censuur berichtgeving hierover slechts sporadisch naar buiten kwam. Dit, in combinatie met de economische achterstelling van de gewone burger, die voornamelijk in de Westelijke gouvernementen (provincies) goed gevoeld werd, is de heerschappij van Ben Ali fataal geworden.

Het omslagpunt kwam op 17 december 2010. Op die dag verbood de politie de afgestudeerde maar werkeloze jongeman Mohamed Bouazizi zijn groenten en fruit te verkopen zonder vergunning. Uit protest tegen zoveel uitzichtloosheid en repressie stak Bouazizi zichzelf in brand. Daarmee ontketende hij een golf van niet eerder vertoonde protestacties, die zich razend snel over het gehele land verspreidden. In het begin waren het vooral werklozen uit de Westelijke gouvernementen die de straat opgingen, maar al snel sloten ook vakbonden, leraren, artsen, advocaten en rechters zich aan en uiteindelijk ging men massaal de straat op in steden over het hele land.

De president is nu weg, en dat is een wapenfeit waar Tunesië trots op kan zijn. Maar dat is nog maar het begin. De interim machthebbers zijn overblijfselen van het oude regime en in deze onrustige transitieperiode zullen getrouwen van de gewezen president het niet nalaten angst en chaos aan te wakkeren. Het beste zou zijn dat er nu een regering van nationale eenheid geïnstalleerd zou worden, die het land tijdelijk zal besturen en die als belangrijkste taak heeft het voorbereiden van vrije, democratische verkiezingen.

Nu de kop eraf is, ligt de grootste uitdaging erin om de barsten die nu ontstaan zijn in de oude structuren ten volle te benutten om deze volledig af te breken en te beginnen met het opbouwen van een rechtstaat, waar de burgers zullen leven in vrede en waardigheid.

Firdaous Oueslati is van Nederlands-Tunesische origine, heeft Arabisch en Islamologie gestudeerd en is geïnteresseerd in historische en hedendaagse ontwikkelingen, zowel in Arabische landen als onder moslims in Europa.

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van Wij Blijven Hier!