Voorpagina Media, Politiek

Waar hebben we het nou eigenlijk over?

Deze week stuurde de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Piet Hein Donner, een brief aan de Tweede Kamer. Hij informeerde hen hierin over de keuze van het Verwey-Jonker Instituut om een opdracht tot onderzoek terug te geven. Dit onderzoek had betrekking op het ‘pedagogisch klimaat’ van lespraktijken in moskeeën. De reden is dat er geen medewerking is geweest vanuit de moskeeën om het onderzoek tot stand te laten komen en er ook geen uitzicht op medewerking blijkt te zijn. En zoals het hoort wanneer het woord ‘moskee’ in de politieke arena genoemd is, viel weer iedereen over elkaar heen om hier een uitgesproken mening over te hebben of artikelen over te schrijven.

Vooropgesteld: als het aan mij ligt, zouden juist Islamitische organisaties de meest transparante organisaties moeten zijn. Je zou ieder onderzoek naar het pedagogisch klimaat met open armen moeten ontvangen en hen vol trots de mooie, moderne en schone lokalen kunnen laten zien. Je zou ze op ieder moment een les kunnen laten bijwonen en daarna de complimenten over de stijl van lesgeven op een bescheiden manier in ontvangst nemen. Dat is nu niet de realiteit en dat is een probleem. Ook ik heb niet het vermoeden dat het onderzoek geen doorgang heeft kunnen vinden omdat de Islamitische organisaties uit bescheidenheid hun kwaliteiten niet wilde tonen. Er is nog een hoop te doen.

p>Maar laten we wel de zaken in perspectief blijven zien; waar hebben we het nou eigenlijk over?

Tofik Dibi vertelt ons via zijn tweets dat hij mondelinge vragen heeft ingediend over de weigering van moskeeën om mee te werken. Een opvallende formulering, omdat het ministerie van BZK in haar brief in het geheel niet spreekt van ‘weigering’ door de moskeeën en deze omschrijving ook een onjuiste aanduiding vindt van de situatie. Omdat de lessen in de moskeeën nu eenmaal buiten de verantwoordelijkheden van de inspectie plaatsvinden, hoeven de moskeeën simpelweg niet mee te werken. De brief van BZK stelt dat de onderzoekers “geen concrete afspraken tot het verrichten van onderzoek (hebben – red) kunnen maken”. De formulering dat de moskeeën weigeren mee te werken, wat het ministerie van BZK zelf een onjuiste interpretatie van haar brief acht, is ook gebruikt door bijvoorbeeld de NOS.

Kindermishandeling?

Omroep Brabant doet er nog een schepje bovenop en plaatst een artikel met de titel “Moskee weigert onderzoek kindermishandeling” van de hand van journalist Robert te Veele. Niet alleen vermeldt hij ten onrechte dat het ministerie schrijft dat de moskeeën weigerden mee te werken, het is nu ook ineens een onderzoek naar kindermishandeling geworden. Echter, het onderzoek dat Verwey-Jonker instituut poogde uit te voeren ging over het pedagogisch klimaat. Het ministerie van BZK benadrukt dan ook dat het voornamelijk ging om het onderzoeken of de omstandigheden waarin les wordt gegeven voldoende zijn, “denk aan voldoende licht, voldoende ventilatie en of het schoon is”, aldus de persvoorlichter.

Akkoord, we konden wel verwachten dat het Verwey-Jonker Instituut in haar onderzoek het onderwerp ‘fysieke straffen’ met enkele zinnen zou bespreken. Denk bijvoorbeeld aan haar onderzoek naar lessen in de alWahda Moskee waarbij het instituut benoemde dat fysieke straffen niet voorkwamen (pagina 72). Maar dat verheft ‘fysieke straffen’ niet ineens tot de kern van het onderzoek.

Landelijk onderzoek?

Opvallend is ook dat bijvoorbeeld journaliste Marlou Visser in een artikel op Elsevier.nl spreekt over een ‘landelijk onderzoek naar moskeeën’ dat nu op niets is uitgelopen. Dat zou komen omdat moskeeën in Amsterdam en Tilburg niet mee wilden werken. Vreemd, dat een landelijk onderzoek, in een land met ruim 450 moskeeën, niet kan worden uitgevoerd omdat moskeeën in twee steden niet meewerken. Zo vreemd is dat niet, als je bedenkt dat dit ‘landelijk onderzoek’ in feite een onderzoek was naar in totaal slechts twee moskeeën, de El Oumma Moskee in Amsterdam-Slotervaart en de moskee van Ahmed Salam in Tilburg-Noord. Toegegeven, de twee moskeeën liggen hemelsbreed zo’n 90 kilometer uit elkaar, maar om dat nou een ‘landelijk onderzoek’ te noemen?

Bij het Parool wisten ze nog niet over welke moskee in Amsterdam het nu eigenlijk ging, dus zij plaatsten voor het gemak maar een foto met naam en toenaam van de el Tawheed moskee bij hun berichtgeving. Een moskee die verder niet in het artikel wordt genoemd en die vooralsnog ook niet aan dit onderwerp gekoppeld kan worden. Maar ach dat doet er verder niet toe (toch?).

In Amsterdam was het nieuws over de weigering van de twee moskeeën voldoende reden voor GroenLinks gemeenteraadslid Fenna Ulichki om aan het college te vragen over welke moskeeën in Amsterdam het gaat. Een goede keuze als je een beetje in de spotlights wilt staan, maar een vreemde keuze als je werkelijk een antwoord op je vraag wilt hebben. In plaats daarvan belde ik met de eerder genoemde persvoorlichter van het ministerie van BZK welke het mij direct kon vertellen (dacht ik mooi een scoop voor WijBlijvenHier te hebben, bleek de Amsterdamse zender AT5 het enkele minuten voor mijn telefoongesprek ook op haar website gepubliceerd te hebben).

Fabel?

En zo blijft er maar weinig over van het hele verhaal. Er was geen landelijk onderzoek, maar een onderzoek naar slechts twee (van de meer dan 450) moskeeën. Het was geen onderzoek naar kindermishandeling, maar een onderzoek naar het pedagogisch klimaat. Er was geen sprake van weigering om zich aan een onderzoek te onderwerpen, men is gewoon niet tot goede afspraken gekomen. En gemeenteraadsleden hoeven eigenlijk helemaal niet het college van Amsterdam vragen te stellen als de antwoorden gewoon bij de persvoorlichting van het ministerie van BZK te verkrijgen zijn.

Shariapraktijken?

Intussen denkt half Nederland van de media te hebben vernomen dat vele moskeeën ieder onderzoek naar vermeende (en dus aanwezige) kindermishandeling tegen probeert te gaan. En bedankt.

En de PVV? Die stellen inmiddels vragen aan de minister van BZK op basis van een artikel in de Telegraaf (bij gebrek aan research) over “moskeeën (..) die weigeren deel te nemen aan een onderzoek naar shariapraktijken”. Het moet niet mooier worden.

Waarom…?

Na dit alles heb ik eigenlijk nog maar drie dingen die ik mezelf afvraag. Waarom besloot het ministerie om de Tweede Kamer pas op 14 januari in te lichten over een beslissing die al 45 dagen eerder plaats had gevonden? Verder, zijn de desbetreffende moskeeën ingelicht over de verzending van deze brief zodat ze zich konden voorbereiden op de media aandacht die nu ineens op hen af komt? En waarom lees ik eigenlijk nog het nieuws als er zo weinig van lijkt te kloppen?

Nourdeen Wildeman is een Nederlander van christelijke komaf die op 24 jarige leeftijd moslim is geworden. Nourdeen is oprichter en voorzitter van Stichting as-Salaamah wal'Adaalah.

Lees andere stukken van