Het is laat in de middag als ik mijn hotelkamer in Fes binnen wandel. Tegen beter weten in hoop ik verkoeling te vinden, maar zonder airco met 34 graden heeft de kamer meer weg van een stoomcabine in de plaatselijke hamam. Nadat ik mijn koffer en tassen aan de kant heb gesmeten, plof ik even neer op bed. De inval van het zonlicht wordt gebroken door het raam, en schildert ware kunstwerken op de muur. Het zijn de kleine dingen waar ik van genieten kan, in het land van vijgen en olijven.
Natasha in Marokko.
Er mag dan geen airco zijn, maar Wifi is er wel. En waar Wifi is, is de afstand tot mijn dagelijkse leven in Nederland plotseling niet meer zo groot. Ik geloof niet dat het ultieme kwaad in het checken van mijn mailbox schuilt, dus vooruit, een paar mailtjes dan. Mijn blik schuift door mijn mailbox, en mijn aandacht wordt geprikkeld door de eerste paar woorden in een mailtje van collega’s. “Terwijl Natasha vakantie viert in het land waar ze eigenlijk geboren had willen worden…” En meer, maar dat is voor nu alles behalve relevant. Ik lach, terwijl ik verzink in mijn eigen gedachten.
Ik laat mezelf meevoeren, beroeren door herinneringen aan mijn eerste ontmoetingen met Marokko. Mijn eerste ontmoetingen, al ver voor dat ik het land voor het eerst zou bezoeken. De bezoekjes aan vriendinnen waar ik kennis maakte met de mierzoete thee en chebekkia, en waar ik na ieder bezoekje ten minste een Marokkaanse huisjurk rijker was. En inmiddels heb ik niet één moeder, maar kan ik de moeders die me hebben geadopteerd als dochter van het gezin nog net op twee handen tellen.
Niet zelden ben ik beoordeeld en veroordeeld door scheve blikken; mijn liefde voor Marokko maakt kennelijk verdacht. Het land dat ik bemin, verafschuwd door de bevooroordeelden. Het valt ook niet altijd uit te leggen dat een meisje geboren op Nederlandse bodem, met grootouders ook getogen in de lage landen, zich aangetrokken voelt tot het land van vreemde gebruiken. Maar mij zijn die gebruiken niet vreemd. Integendeel, omdat ik ze koester en er van leer.
En voor wie het soms denkt; ik zweef niet op een roze wolk. Als arme student in Nederland, kun je in Marokko prima vertoeven, dat realiseer ik me. Ik realiseer me dat de grote kloof tussen arm en rijk vele kinderen belemmert om talenten te ontwikkelen, en dat is doodzonde. Ik zie vele mensen tot hun laatste dag hard werken, simpelweg omdat er geen sociale voorzieningen zijn zoals wij die kennen. En het raakt me, als ik kijk in de bruine ogen van zwervende kinderen. Kinderen die zich met gevaar voor eigen leven manoeuvreren over autowegen die toebehoren aan roekeloze chauffeurs.
Mijn eigen leven, het had zo anders kunnen zijn als ik was geboren in het land van vijgen en olijven. Juist doordat ik ben geboren in een welvarend land, kreeg ik de kans om Marokko te leren kennen zoals ik het ken. Juist daardoor neem ik prachtige verhalen en ervaringen mee terug naar huis. Rijkdom in haar puurste vorm, die niet aan de gemiddelde Marokkaan is besteed. Dat realiseer ik me, en soms schaam ik me daarvoor.
Ik werd verliefd, en ik begon langzaam te houden van. Hoewel liefde in het algemeen het zicht en het hart verblindt, ben ik dat niet. Houden van, en het erkennen van imperfecties sluiten elkaar niet uit. Integendeel, het stimuleert ons verlangen naar verbetering van hetgeen waar we van houden. Ooit hoop ik iets terug te kunnen doen, uit dankbaarheid. Omdat dit land niet alleen de pracht is die het soms lijkt.
Eén reactie op "Het land van vijgen en olijven"
رشيق في كل شيء