Voorpagina Ervaringen, Persoonlijk

Mijn ideale partner

Nadat ons oersaaie hoorcollege van vandaag er eindelijk op zit, wandelen mijn vriendin en ik naar de kantine voor een lekker kopje muntthee. Al zoekend naar een leuk plekje tussen de honderden andere studenten, die kennelijk ook uitgerekend nu een welverdiend rustmomentje willen pakken, merk ik dat mijn vriendin niet helemaal goed wordt. Haar ademhaling stokt, haar pupillen worden zo groot als basketballen en ze begint licht te hyperventileren. Nog voordat ik in paniek kan raken over wat nu te doen, ik heb geen EHBO-cursus of iets dergelijks gevolgd, zie ik wat de oorzaak van haar koortsachtige reactie is. Een lange, donkere jongeman die haar op een uiterst charmante, maar toch ook coole manier een glimlach toespeelt. Als hij zich weer omdraait, trek ik haar snel weg van haar roze wolk en begeleid haar naar een zitplaats.

Mannen, ze weten soms echt ons het hoofd op hol te brengen. Het zijn ook zulke aparte wezens. Soms heb ik het idee dat wij vrouwen niet met, maar ook niet zonder  kunnen leven. Een interessante conversatie begint over de ‘ideale’ man. Waar hij aan moet voldoen, en wat we van hem verwachten. Zowel het uiterlijk als het innerlijk zijn van belang, is ons devies. Je moet met iemand kunnen praten, maar het oog wil uiteraard ook wat. Tot zo ver delen we dezelfde mening, maar dan komen we op een heikel punt; hoe zit het met het opleidingsniveau? Is dat überhaupt van belang, of is het kortzichtig om iemand daarop te beoordelen? Voor ons speelt het wel een rol, maar of het een breekpunt is, is moeilijk te zeggen. Alhoewel ik me niet kan voorstellen ooit met een bouwvakker thuis te komen, is het wel interessant om te filosoferen over wat daar eigenlijk mis mee is. Waarom is het minder raar en vaker geaccepteerd, als een hoogopgeleide man met een laagopgeleide vrouw trouwt dan vice versa? Heeft dit te maken met de nog steeds aanwezige, oneerlijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen? Zouden wij als geëmancipeerde dames deze oubollige traditie moeten doorbreken? Of is er meer aan de hand? Zegt het opleidingsniveau eigenlijk wel iets over iemands intelligentie? Of schetst het eerder een beeld over iemands doelen en ambities? Of misschien heeft het daar wel helemaal niets mee te maken.

Mijn gedachten dwalen af naar mijn oma in Eritrea. Ze heeft alleen de lagere school afgemaakt en is analfabeet, maar ze is verre van dom te noemen. Ze heeft gewoon nooit de middelen gehad om te kunnen studeren en zichzelf te ontplooien. Mijn vader daarentegen heeft die middelen wel gehad en heeft daar ook goed gebruik van gemaakt. Van een onbemiddelde jongeman, afkomstig uit een arm gezin, heeft hij zich op weten te werken tot een welgestelde, succesvolle econoom. Bewonderenswaardig vind ik dat. Het is een voorbeeld voor mij om hetzelfde te doen.

Ook ik heb alle faciliteiten tot mijn beschikking. Ik sta er niet vaak bij stil, maar op dit soort momenten besef ik wat een zegening het is om te kunnen studeren, om jezelf te ontwikkelen, om jezelf te verrijken met kennis over van alles en nog wat. En dan heb ik het nog niet eens over de mogelijkheid om allerlei sociale contacten op te doen. Wat is het studentenleven toch eigenlijk mooi!

Een zachte por in mijn zij brengt mij weer terug in de kantine van de Universiteit. Het beeld van mijn oma vervaagt langzaam. ‘Een man moet gebruik maken van de mogelijkheden die hij heeft en de kansen die hem worden aangereikt met beiden handen aangrijpen’ roep ik plotseling uit. Hij moet ambitieus zijn, zichzelf willen ontplooien, zijn talenten willen ontwikkelen, zijn kennis willen uitbreiden, hij moet doorgaan tot de laatste snik en alles eruit halen wat erin zit. Dat is hoe ik mijn ideale partner zie. Niet zozeer iemand met hetzelfde opleidingsniveau, maar wel iemand met dezelfde passie voor het vergaren van kennis. Iemand die streeft naar meer en naar beter, iemand die nooit uitgeleerd is. Iemand die mij iets kan bijbrengen, en andersom uiteraard. We zijn immers op de wereld om elkaar te helpen en van elkaar te leren. Dit betekent echter niet dat succesvol zijn in dit leven mijn ultieme doel is. Ik besef dat dit wereldse leven vergankelijk is, en wij dus eigenlijk zouden moeten streven naar een goede positie in het Hiernamaals. Vijf titels voor je naam zullen je niet helpen op de Dag des Oordeels. Deze gedachte brengt mij bij het vierde punt van het virtuele lijstje dat wij inmiddels aan het maken zijn. Naast ambities, een leuk koppie en een goed karakter, verwacht ik ook van mijn ideale partner dat hij een praktiserende moslim is. Op één lijn zitten wat betreft het geloof is voor mij zeker een vereiste, en wellicht zelfs een breekpunt.

Niet alleen met het oog op het opvoeden van eventuele kinderen, maar ook voor de basis van het huwelijk lijkt het mij essentieel dat wij hetzelfde gedachtegoed delen. Mijn vriendin, die overigens christelijk is, is het wederom met mij eens. Ook zij hecht veel waarde aan het praktiseren van het geloof. Religie is voor ons niet iets dat alleen achter de voordeur thuishoort. Het is iets wat je altijd met je meedraagt, iets wat je uitdraagt. Het is bepalend voor je gehele levensstijl.

Onze eindconclusie: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen. Maar twee geloven aan de thee, brengt interessante verhalen en leuke vriendschappen met zich mee.

 

Na een bachelor European Studies te hebben afgerond, volgt Yasmina nu een master Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. Geboren en getogen in de mooie stad achter de duinen. Haar roots liggen echter ver weg hier vandaan. Als half Eritrese/half Indische noemt Yasmina zichzelf graag een wereldburger. Unity in Diversity, dat is hoe zij graag de wereld zou zien. Haar grootste passie is het schrijven van proza en poëzie. Het is meer dan slechts een hobby; het is haar uitlaatklep, haar uitingsvorm, haar middel om de gevoelens en ideeën die haar bezighouden te delen met iedereen die daar interesse voor heeft. Verder reist, leest en kookt Yasmina graag.

Lees andere stukken van Yasmina